Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van de vader (met bijlagen), binnengekomen op 27 maart 2025;
- het verweerschrift van de moeder (met bijlagen), tevens inhoudende zelfstandige verzoeken, binnengekomen op 9 mei 2025;
- de brief van de vader (met bijlagen) van 21 augustus 2025;
- de brief van de moeder (met bijlagen) van 4 september 2025.
- de vader met zijn advocaat en zijn tolk T. Koc;
- de moeder en haar advocaat;
- [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2019 in [geboorteplaats] .
- een omgangsregeling vast te stellen waarbij [minderjarige] bij de vader is vanaf vrijdag vanaf 13:30 uur (de vader haalt [minderjarige] op bij de moeder thuis) tot maandagochtend naar school (08:15 uur) en de vader ook de zorg over [minderjarige] op zich neemt in geval van een studiedag, feestdag of bij ziekte. In dat geval zal de vader vanaf 09.00 uur op de vrijdag tot maandag 12:45 uur de zorg op zich nemen;
- de vakanties als volgt worden verdeeld:
- een dwangsom op te leggen van € 250,- per dag en/of dagdeel, wanneer (één van de) afspreken ten aanzien van de omgang tussen de vader en [minderjarige] niet wordt nagekomen, zulks met een maximum van € 12.500,-;
- dan wel anderszins te oordelen zoals de rechtbank in goede justitie in het belang van de minderjarige acht.
3.De beoordeling
9 maart 2026pro forma, in afwachting van de uitkomst van het ouderschapsbemiddelingstraject. De (advocaten van) de ouders kunnen uiterlijk twee weken voor deze datum laten weten aan de rechtbank wat de stand van zaken is, of meer uitstel nodig is en of zij een nieuwe zitting noodzakelijk achten.
3.16. Met betrekking tot de herfstvakantie stelt de rechtbank vast dat [minderjarige] deze bij de vader doorbrengt. Partijen zijn het daar over eens.
4.De beslissing
- de vader haalt [minderjarige] eens in de twee weken op vrijdagmiddag 12:30 uur op uit school en brengt haar de maandag daarop weer naar school;
- de vader zal in geval van studiedagen, feestdagen, ziekte van leerkrachten, of ziekte van [minderjarige] , de zorg op zich nemen voor zover deze plaatsvinden op vrijdagen of maandagen rondom het weekend waarop de vader omgang heeft.
- [minderjarige] verblijft de herfstvakantie bij de vader;
- [minderjarige] verblijft kerstavond bij de vader;
- [minderjarige] verblijft vanaf de eerste kerstdag (25 december) om 11:00 uur tot 2 januari 11:00 uur bij de moeder, waarna [minderjarige] op 2 januari vanaf 11:00 uur tot de eerste schooldag 08:15 weer bij de vader verblijft;
- [minderjarige] verblijft de voorjaarsvakantie bij de moeder;
- [minderjarige] zal tweemaal per week in staat worden gesteld om met de andere ouder te bellen.
9 maart 2026 PRO FORMA;
uiterlijk op 23 februari 2026of zoveel eerder als mogelijk, een verslag over het verloop en de uitkomst van de ouderschapsbemiddeling aan de rechtbank te sturen en daarbij aan te geven of zij een nadere zitting nodig vinden;