Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: de verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
)
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 19 september 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 30 augustus 2024, genummerd PL0900-2024273929-2, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] doorgenummerde pagina 34 en 35(van het proces-verbaal met nummer BVH2024273929);
- een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 30 augustus 2024, genummerd PL0900-2024273929-5, pagina’s 11 en 12.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
Enerzijds wordt zichtbaar dat de aanwezige begeleiding op de praktische gebieden mogelijk voldoende lijkt. Anderzijds betreft het een heftig geweldsdelict, waarbij de vraag speelt welke factoren hieraan hebben bijgedragen. De zorgen die bestaan omtrent betrokkene zijn psychosociaal functioneren en houding, lijken een forensische ambulante behandeling te indiceren.
De reclassering adviseert verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met daarbij als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij reclassering, ambulante behandeling, het hebben van een dagbesteding en meewerken aan schuldhulpverlening.
9.BESLAG
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
een gevangenisstraf van 14 weken;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 12 weken, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 29 augustus 2024 te Utrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen op/in de richting van die [slachtoffer] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 29 augustus 2024 te Utrecht [slachtoffer] heeft mishandeld door meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen op/in de richting van die [slachtoffer] te schieten;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )