Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 23 september 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van KPN.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft een werknemer, [eiser], die vanwege ziekte aangepast werk verrichtte, een vordering ingesteld om zijn oude werkzaamheden te hervatten. De werkgever, KPN B.V., heeft geweigerd deze werkzaamheden aan te bieden, omdat de functie van de werknemer is vervallen en er problemen zijn met de leidinggevende. De kantonrechter heeft in kort geding uitspraak gedaan op 7 oktober 2025, waarbij de werkgever in het gelijk is gesteld. De kantonrechter oordeelde dat KPN niet verplicht is om de werknemer toe te laten tot zijn oude werkzaamheden, omdat de functie is vervallen door een reorganisatie en er een slechte werkrelatie bestaat met de leidinggevende. De werknemer had een spoedeisend belang bij zijn vordering, maar de kantonrechter vond dat KPN goede redenen had om de vordering af te wijzen. De werknemer is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.