Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
procesadvocaat: mr. I.M.C.A. Reinders-Folmer,
behandelend advocaat: mr. J.M. Schmidt,
1.De procedure
- de incidentele conclusie inhoudende exceptie van onbevoegdheid met producties 1 tot en met 6,
- de e-mail van de rechtbank van 18 april 2025 waarin is meegedeeld dat de mondelinge behandeling op 8 september 2025 plaatsvindt,
- de akte overlegging producties 54 tot en met 56 van [partij 1] .
De advocaten van Asfinag waren daarbij fysiek aanwezig. De vertegenwoordigers van Asfinag (een advocaat en een externe consultant) hebben met een tolk online aan de mondelinge behandeling deelgenomen.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er tijdens de mondelinge behandeling is gezegd.
8 oktober 2025 vonnis in het bevoegdheidsincident wordt gewezen.
2.Wie zijn partijen?
Het kan gaan om één tolvignet voor een bepaald land of een pakket aan tolvignetten voor het geval de reis door meerdere landen gaat. [partij 1] brengt de klant daarvoor de prijs van het tolvignet vermeerderd met een toeslag in rekening. De klanten van [partij 1] zijn hoofdzakelijk consumenten.
3.De hoofdzaak in het kort
1. te beletten: a. digitale tolvignetten in de webshop van Asfinag te kopen en deze met een toeslag door te verkopen aan haar klanten,
- een ontoelaatbaar selectief distributiestelsel heeft geïntroduceerd waardoor [partij 1] wordt buitengesloten, en
- betalingen van klanten van [partij 1] weigert (omdat zij niet toestaat dat deze klanten gebruik maken van de volmacht dienstverlening van [partij 1] ) waardoor deze klanten op de snelweg in Oostenrijk worden beboet.
4. Procedure bij de Oostenrijkse rechter
a. digitale tolvignetten aan te bieden en te verspreiden zonder duidelijke, ondubbelzinnige en afzonderlijke vermelding van het toltarief van Asfinag en de toeslagen van [partij 1] ,
Ook vordert Asfinag dat een aantal voorlopige voorzieningen wordt getroffen.
Asfinag stelt dat de Oostenrijkse rechter exclusief bevoegd is om van deze vorderingen kennis te nemen, omdat partijen een forumkeuze als bedoeld in artikel 25 Brussel I bis [2] zijn overeengekomen.
5.Het (bevoegdheids)incident en de beoordeling daarvan
- primairde zaak aanhoudt totdat onherroepelijk is beslist over de bevoegdheid van de Oostenrijkse rechter,
- subsidiairzich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vorderingen van [partij 1] tegen Asfinag.
1. sprake is van een forumkeuzebeding zoals bedoeld in artikel 25 Brussel I bis op grond waarvan de Oostenrijkse rechter exclusief bevoegd is om te oordelen over de in de dagvaarding ingestelde vorderingen, en overigens ook de gewijzigde vorderingen als de bevoegdheidsvraag aan de hand daarvan moet worden beoordeeld,
Dit betekent dat de rechtbank zich nog niet hoeft te buigen over de vraag of zij bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen van [partij 1] in de hoofdzaak, en in dat verband of de bevoegdheidsvraag moet worden beantwoord aan de hand van de vorderingen en grondslagen zoals ingesteld:
- in de dagvaarding, of
- (mede) in de akte aanvulling gronden en vermeerdering van eis van [partij 1] .
Als de bevoegdheid van de laatst aangezochte rechter is gebaseerd op een forumkeuzebeding zoals bedoeld in artikel 25 Brussel I bis dan houdt de eerst aangezochte rechter de uitspraak (de zaak) aan totdat het krachtens het forumkeuzebeding aangezochte gerecht zich heeft uitgelaten over zijn bevoegdheid. Dat leidt echter uitzondering als:
- de bevoegdheid van de eerst aangezochte rechter volgt uit artikel 26 Brussel I bis (stilzwijgende forumkeuze),
- sprake is van aangelegenheden als bedoeld in de afdelingen 3, 4 of 5, indien een polishouder, een verzekerde, een begunstigde van de verzekeringsovereenkomst, een benadeelde partij, een consument of een werknemer de eiser is en de overeenkomst niet geldig is krachtens deze afdelingen (artikel 31 lid 4 Brussel I bis
Partijen zijn het erover eens dat de vorderingen in deze twee procedures hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten. Asfinag heeft dit onderbouwd gesteld en [partij 1] heeft tijdens de mondelinge behandeling een aantal keer gezegd dat dit het geval is: zij zegt onder meer dat “het in de kern om dezelfde zaak” gaat.
Het gaat om spiegelbeeldige procedures waarin het in de kern draait om de vraag of het [partij 1] is toegestaan om digitale tolvignetten van Asfinag te kopen en deze met een toeslag door te verkopen aan haar klanten (hoofdzakelijk consumenten). Er bestaat daarom gevaar voor onverenigbare uitspraken en dat is juist wat de litispendentieregels in Brussel I bis willen voorkomen. Er is dus sprake van litispendentie zoals bedoeld in artikel 29 Brussel I bis.
- hij exclusief bevoegd is op basis van het forumkeuzebeding, dan zal deze rechtbank zich als de eerst aangezochte rechter onbevoegd moeten verklaren,
- het forumkeuzebeding niet rechtsgeldig is of hem geen (exclusieve) rechtsmacht verleent, dan wordt de procedure bij deze rechtbank voortgezet.