Uitspraak
[eiser] , uit [plaats] , eiser
de minister van Financiën.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om overname van een private schuld. De minister heeft deze aanvraag met het besluit van 19 oktober 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 25 juli 2024 op het bezwaar van eiser is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen het bestreden besluit op 22 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen mr. E. Cakmak, als waarnemer van de gemachtigde van eiser. De minister heeft zich niet laten vertegenwoordigen. Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
Eiser is gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. Hij heeft de minister gevraagd om een schuld over te nemen op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). Het gaat om een schuld van € 15.000,- aan zijn werkgever. De minister heeft geweigerd de schuld over te nemen, omdat het gaat om een onderhandse lening/informele schuld, die niet is vastgelegd in een notariële akte. Eiser heeft in beroep hiertegen niets ingebracht. Eiser voert aan dat de minister hem ten onrechte niet heeft gehoord in de bezwaarfase. De rechtbank is van oordeel dat dit inderdaad het geval is.
De rechtbank oordeelt dat het ontvangen van een ingebrekestelling geen reden is voor een bestuursorgaan om af te zien van de hoorplicht. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit en draagt de minister op binnen 8 weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Omdat het beroep gegrond is, moet de minister het griffierecht aan eiser vergoeden en krijgt eiser ook een vergoeding van zijn proceskosten. De minister moet deze vergoeding betalen, die bedraagt € 1.814,-.