ECLI:NL:RBMNE:2025:5254
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling Uwv tot betaling van proceskosten in long-covid zaak na intrekking beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, op 12 september 2025, wordt het verzoek van verzoekster om veroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster heeft haar beroep ingetrokken tegen een besluit van het Uwv van 10 november 2023, omdat het Uwv dit besluit heeft vervangen door een gewijzigde beslissing op bezwaar van 30 juli 2025. De rechtbank heeft het Uwv de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop het Uwv akkoord ging met een forfaitaire proceskostenvergoeding.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het Uwv geheel tegemoet is gekomen aan verzoekster door de nieuwe beslissing op bezwaar. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft verzoekster recht op een vergoeding van haar proceskosten, die is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De totale vergoeding bedraagt € 2.267,50, inclusief het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,-, dat het Uwv ook moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.A. Spee, in aanwezigheid van griffier mr. R. van Manen, en is openbaar uitgesproken. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.