ECLI:NL:RBMNE:2025:5259

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
8 oktober 2025
Zaaknummer
C/16/587822
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident inzage in of afschrift van gegevens op grond van artikel 194 en 195 Rv. Toewijzing.

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 oktober 2025 uitspraak gedaan in een incident dat betrekking heeft op inzage in processtukken. De eiseres, [eiseres sub 1] B.V. en [eiser sub 2], hebben een vordering ingesteld tegen AVROTROS, die in een eerdere uitzending onrechtmatig over hen heeft bericht. Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een arrest van 23 mei 2023 geoordeeld dat AVROTROS aansprakelijk is voor de schade die de eisers hebben geleden door deze uitzending. In het incident vorderde AVROTROS inzage in het procesdossier van een andere procedure tussen de eisers en een stichting, om haar verweer in de schadestaatprocedure te onderbouwen. De rechtbank heeft geoordeeld dat AVROTROS recht heeft op inzage in het procesdossier en de schikking, maar niet in de communicatie tussen de eisers en de stichting na de procedure. De rechtbank heeft de vordering van AVROTROS grotendeels toegewezen en de eisers veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer: C/16/587822 / HL ZA 25-31
Vonnis in incident van 1 oktober 2025
in de zaak van

1.[eiseres sub 1] B.V.,

te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser sub 2],
te [woonplaats] ,
eisende partijen in de hoofdzaak, gedaagde partijen in het incident,
hierna samen te noemen: [eiser sub 2] c.s. en afzonderlijk [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] ,
advocaat: mr. R.P. van den Broek,
tegen
AVROTROS,
te Hilversum,
gedaagde partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident,
hierna te noemen: AVROTROS,
advocaat: mr. H.A.J.M. van Kaam.

1.De procedure

1.1.
De rechter heeft voor de behandeling van het incident de volgende processtukken gelezen en toegevoegd aan het procesdossier:
- de dagvaarding van [eiser sub 2] c.s. met producties;
- de incidentele conclusie van AVROTROS;
- antwoord in incident van [eiser sub 2] c.s. met producties.
1.2.
De mondelinge behandeling van het incident heeft plaatsgevonden op 16 september 2025. [eiser sub 2] is verschenen in persoon en als vertegenwoordiger van [eiseres sub 1] B.V. met zijn advocaat mr. Van den Broek. Aan de zijde van AVROTROS waren aanwezig mevrouw [A] , en de advocaten van AVROTROS: mr. Van Kaam en mr. J.R. van Dorp. De spreekaantekeningen die de advocaten hebben voorgelezen zijn aan het dossier toegevoegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.3.
Op de mondelinge behandeling is aan partijen gezegd dat er op 1 oktober 2025 een vonnis zou komen.

2.De kern van de zaak

In de hoofdzaak
2.1.
AVROTROS heeft in een uitzending van het programma ‘Opgelicht?!’ aandacht besteed aan [eiser sub 2] c.s. Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een arrest van 23 mei 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:4344) geoordeeld dat deze uitzending onrechtmatig is tegenover [eiser sub 2] c.s., en dat AVROTROS aansprakelijk is voor de schade die [eiser sub 2] c.s. als gevolg van de onrechtmatige uitzending geleden. Het hof beschikte nog over onvoldoende gegevens om de schade te bepalen en heeft daarom geoordeeld dat de schade in een afzonderlijke procedure (schadestaat) moet worden begroot. [eiser sub 2] c.s. heeft deze procedure nu aangebracht bij deze rechtbank.
In incident
2.2.
AVROTROS vordert in incident – kort gezegd – afgifte van en inzage in (een kopie van) het procesdossier van een procedure die gevoerd is voor het hof Amsterdam tussen [eiser sub 2] c.s. en een andere partij: [stichting] (hierna: de stichting). Verder vordert zij inzage in de schikking die in die procedure getroffen is, en eventuele communicatie tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting na die procedure. AVROTROS vindt dat zij recht heeft op inzage in die gegevens omdat zij die nodig heeft voor het verweer dat zij in de schadestaatprocedure wil voeren. [eiser sub 2] c.s. meent dat AVROTROS geen recht heeft op inzage in die stukken en vraagt de rechtbank de vordering af te wijzen. De rechtbank oordeelt dat AVROTROS inzage krijgt in het procesdossier en de schikking, maar niet in eventuele communicatie tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting na de procedure bij het hof Amsterdam.

3.De beoordeling

Het toetsingskader van de vordering tot inzage
3.1.
Artikel 194 van het Wetboek van Rechtsvordering (Rv) bepaalt dat een partij onder omstandigheden recht heeft op inzage in of afschrift van bepaalde gegevens die een ander onder zich heeft. Op grond van artikel 195 Rv kan een partij de rechter verzoeken om te bevelen dat zij die inzage krijgt, maar alleen als aan een aantal vereisten is voldaan. Degene die recht op inzage verlangt (in dit geval AVROTROS) moet partij zijn bij een rechtsbetrekking, en moet in het kader van die rechtsbetrekking voldoende belang hebben bij de gevraagde informatie. De gevraagde informatie moet verder concreet omschreven (ook wel: voldoende bepaald) zijn. Tot slot moet degene van wie de informatie wordt gevraagd ook daadwerkelijk over die informatie beschikken.
AVROTROS heeft recht op inzage in het procesdossier en de schikking tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting
3.2.
AVROTROS vordert inzage in het procesdossier van de procedure die tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting is gevoerd. [eiser sub 2] c.s. vindt dat de rechtbank deze vordering in incident moet afwijzen. [eiser sub 2] c.s. meent namelijk dat er geen sprake is van een rechtsbetrekking, omdat AVROTROS geen partij was bij de procedure tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting. Verder voert hij aan dat AVROTROS geen belang heeft bij inzage in het procesdossier, omdat zij al bekend zou zijn met de uitkomst van die procedure: een schikking tegen gesloten beurzen. Door deze gegevens toch op te vragen zou AVROTROS zich schuldig maken aan een ‘fishing expedition’ en daarom in strijd handelen met de goede procesorde.
3.3.
De rechtbank volgt [eiser sub 2] c.s. niet. Voor het recht op inzage is niet vereist dat AVROTROS betrokken was bij de procedure tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting. Beslissend is of de gevraagde gegevens relevant zijn voor een rechtsbetrekking waarbij AVROTROS wél partij is. Tussen [eiser sub 2] c.s. en AVROTROS bestaat deze rechtsbetrekking, namelijk een verbintenis uit onrechtmatige daad.
3.4.
De vraag die dan overblijft is of de gevraagde informatie relevant is voor de rechtsbetrekking waar AVROTROS partij bij is. Met andere woorden: heeft AVROTROS voldoende belang bij inzage in het procesdossier van de procedure tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting? Ja, dat is het geval. AVROTROS stelt dat zij belang heeft bij die informatie om in de schadestaatprocedure het verweer te voeren dat er geen causaal verband bestaat tussen de onrechtmatige uitzending en (een deel van) de door [eiser sub 2] c.s. gevorderde schade. Volgens AVROTROS overlapt (een deel van) de schade die [eiser sub 2] c.s. op haar wil verhalen immers met de schade die hij eerder, nog voor de onrechtmatige uitzending, van de stichting heeft gevorderd. AVROTROS heeft daarmee naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd dat zij voldoende belang heeft bij inzage in het procesdossier en de daaruit volgende schikking tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting voor het hof Amsterdam.
3.5.
Voor de onderbouwing van dit verweer is ook niet voldoende dat AVROTROS al zou weten dat de procedure tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting is geëindigd in een schikking tegen gesloten beurzen. Het gaat AVROTROS namelijk niet (uitsluitend) om de vraag of de door [eiser sub 2] c.s. geleden schade is vergoed, maar om de vraag of deze schade het gevolg is van de onrechtmatige uitzending, of van de gedragingen van de stichting of dat [eiser sub 2] c.s. afstand heeft gedaan van enig vorderingsrecht op de stichting.
3.6.
AVROTROS heeft de rechtbank gevraagd inzage toe te wijzen op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag dat [eiser sub 2] c.s. niet aan de veroordeling voldoet. De rechtbank wijst dit toe. AVROTROS heeft voldoende onderbouwd waarom zij een dwangsom noodzakelijk vindt. Bovendien zal [eiser sub 2] c.s. ook geen nadeel ondervinden van de opgelegde dwangsom als hij de veroordelingen naleeft. Wel zal de rechtbank een maximum aan de dwangsom verbinden.
AVROTROS heeft geen recht op inzage in de correspondentie tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting
3.7.
AVROTROS vordert ook inzage in eventuele correspondentie tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting als gevolg van de schikking. AVROTROS heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd dat er communicatie is tussen [eiser sub 2] c.s. en de stichting na het treffen van de schikking. Het staat dus niet vast dat [eiser sub 2] c.s. überhaupt over deze gegevens beschikt. Ook heeft AVROTROS niet voldoende onderbouwd waarom die informatie relevant is voor de rechtsbetrekking tussen haar en [eiser sub 2] c.s. De rechtbank zal daarom dit deel van de vordering afwijzen.
[eiser sub 2] c.s. moet de proceskosten in incident betalen, behalve de kosten van de mondelinge behandeling
3.8.
[eiser sub 2] c.s. is in dit incident grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kosten van de mondelinge behandeling worden van de proceskosten afgetrokken. AVROTROS heeft om een mondelinge behandeling verzocht, maar het is niet duidelijk geworden waarom dit noodzakelijk was. Zij heeft ter zitting namelijk geen nieuwe standpunten naar voren gebracht. De rechtbank vindt het daarom niet redelijk dat deze kosten voor rekening van [eiser sub 2] c.s. zouden komen.
3.9.
De proceskosten van AVROTROS worden begroot op:
- salaris advocaat
614,00
(1 punt × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
792,00
3.10.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen. Verder zal dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
veroordeelt [eiser sub 2] c.s. om binnen twee weken na het wijzen van dit vonnis aan AVROTROS op kosten van AVROTROS een kopie van het volledige procesdossier van de voor het gerechtshof Amsterdam gevoerde procedure tussen [stichting] en [eiseres sub 1] en [eiser sub 2] te verstrekken alsmede een kopie van de vastlegging van de schikking,
4.2.
veroordeelt [eiser sub 2] c.s. om aan AVROTROS een dwangsom te betalen van € 2.500,00 voor iedere dag dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
4.3.
veroordeelt [eiser sub 2] c.s. hoofdelijk in de proceskosten van het incident van € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser sub 2] c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in de hoofdzaak
4.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 12 november 2025 voor het nemen van conclusie van antwoord door AVROTROS.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M.J. Schoenaker en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2025.