ECLI:NL:RBMNE:2025:5278
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontoereikende machtiging
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 14 oktober 2025, wordt het beroep van [A], namens [eiser] uit Almere, tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Almere behandeld. Het beroep is ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 6 december 2024. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat [A] bij het beroepschrift geen toereikende machtiging heeft meegestuurd. Dit verzuim is niet tijdig hersteld, ondanks een verzoek van de rechtbank aan [A] om dit binnen vier weken te doen. De rechtbank legt uit dat iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging moet indienen. In dit geval was de machtiging niet ondertekend door [eiser], maar door [C], waardoor er geen geldige machtiging was. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.