ECLI:NL:RBMNE:2025:5290
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van woning op basis van huurovereenkomst en huurachterstand
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 oktober 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Labour Housing B.V. en een gedaagde die in een huurwoning verbleef. De gedaagde, die vanaf 11 januari 2025 op basis van een huurovereenkomst in de woning woonde, heeft vanaf 2 juni 2025 de huur niet betaald en de woning volledig in gebruik genomen zonder andere bewoners toe te laten. Labour Housing vorderde ontruiming van de woning, omdat de gedaagde tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig tot stand was gekomen. De kantonrechter oordeelde dat Labour Housing gerechtigd was om het kort geding aan te spannen, en dat de gedaagde de huur op tijd had moeten betalen. De rechter wees de vorderingen van Labour Housing toe en oordeelde dat de gedaagde de woning moest ontruimen, ook al had hij de huurachterstand op 2 oktober 2025 betaald. De gedaagde had ook de sloten van de woning vervangen, waardoor andere huurders niet konden worden toegelaten. De kantonrechter concludeerde dat de tekortkomingen van de gedaagde in de nakoming van de huurovereenkomst ontruiming rechtvaardigden. De rechter heeft ook de proceskosten en schadevergoeding aan Labour Housing toegewezen.