Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de akte wijziging van eis in de hoofdzaak en incident, met productie 26;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
te verklaren voor recht dat enige emissie van PFAS naar water en/of lucht geen overtreding van het vergunningsvoorschrift oplevert” - ziet op de uitleg van het vergunningsvoorschrift. Op deze wijze wil [eisende partij] - zoals zij tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht - een oordeel krijgen over de vraag of zij zich aan haar vergunning houdt en – zo begrijpt de rechtbank – bereiken dat het verbod dat in de uitspraak van 2 juli 2024 is opgelegd, niet meer geldt. De rechtbank zal [eisende partij] in deze vorderingen niet-ontvankelijk verklaren, omdat de uitleg van de vergunningsvoorschriften in de eerste plaats aan de bestuursrechter is en er een bestuursrechtelijke procedure loopt. Hierna licht de rechtbank dit verder toe.
(Plassenschap Loosdrecht)en HR 3 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO7808. In die laatste twee arresten waren partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, omdat een bestuursrechtelijke rechtsgang nog openstond. Een belangrijke reden voor deze verdeling is dat daarmee wordt voorkomen dat verschillende rechters tot tegenstrijdige oordelen komen.