ECLI:NL:RBMNE:2025:5339

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
24/2033
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.R. van Es – de Vries
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake heffingen door de heffingsambtenaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, geregistreerd als gebruiker van een woning, ontving op 31 januari 2023 aanslagen voor afvalstoffenheffing, watersysteemheffing en zuiveringsheffing. Na bezwaar tegen deze aanslagen, verklaarde de heffingsambtenaar het bezwaar op 14 december 2023 niet-ontvankelijk, omdat het te laat was ingediend. Eiseres ging in beroep tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting op 18 augustus 2025 heeft eiseres toegelicht dat zij dacht dat de hoofdbewoner de aanslag zou betalen en dat zij druk was met het zoeken naar een andere woning. De rechtbank oordeelde echter dat deze redenen niet geldig waren voor de te late indiening van het bezwaar. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift was verlopen, en de rechtbank bevestigde dat de heffingsambtenaar het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en zij kreeg het griffierecht niet terug. De rechtbank wees eiseres erop dat zij mogelijk een verzoek tot kwijtschelding kon indienen bij de invorderingsambtenaar.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2033

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 augustus 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap [gemeente], verweerder
(gemachtigde: mr. D.J. Koopmans)

Procesverloop

1.1
In de beschikking van 31 januari 2023 heeft de heffingsambtenaar aan eiseres aanslagen opgelegd voor afvalstoffenheffing, watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing omdat zij op 1 januari 2023 als gebruiker van de woning geregistreerd stond op het adres [adres] in [plaats] .
1.2
Eiseres is tegen de beschikking in bezwaar gegaan. In de uitspraak op bezwaar van
14 december 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar te laat was ingediend.
1.3
Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
1.4
De zaak is behandeld op de zitting van 18 augustus 2025. Eiseres en de gemachtigde van de heffingsambtenaar hebben deelgenomen aan de zitting.

Overwegingen

2. Voor het indienen van een bezwaarschrift geldt een termijn van zes weken [1] . Deze termijn begint op de dag na de dag waarop de beschikking op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt [2] . Een bezwaarschrift is op tijd ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen [3] . Als iemand een bezwaarschrift te laat indient, kan de heffingsambtenaar het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren. Als het niet op tijd indienen van het bezwaar een geldige reden heeft, laat de heffingsambtenaar niet-ontvankelijkverklaring achterwege [4] .
3. De beschikking waartegen eiseres bezwaar heeft gemaakt heeft als dagtekening
31 januari 2023. De beschikking is op 26 januari 2023 bekend gemaakt via de berichtenbox van MijnOverheid.nl. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift eindigde op
14 maart 2023. Het bezwaarschrift is op 17 juni 2023 ontvangen. Dit is te laat.
4. In haar bezwaarschrift heeft eiseres aangegeven waarom zij het bezwaar te laat heeft ingediend. Zij heeft aangegeven dat toen zij de aanslag heeft ontvangen zij contact heeft opgenomen met [A] , die volgens eiseres de hoofdbewoner is. Zij heeft met hem een mondelinge afspraak gemaakt dat hij de beschikking zou betalen. Eiseres ging er vanuit dat dit na twee telefoontjes ook geregeld zou worden aangezien [A] tegen haar had gezegd dat hij dit zou regelen. Eiseres geeft aan dat zij nooit hoofdbewoner is geweest en daarom de beschikking niet opgelegd had moeten krijgen. Op de zitting heeft eiseres nog toegelicht dat de hoofdbewoner wilde dat zij eerder een andere woning zou zoeken. Zij was dus druk met het zoeken naar een andere woning. Daarnaast had zij haar werk. Vervolgens ging zij samenwonen in [plaats] . Daarna kon zij zich pas op andere dingen focussen.
5. De rechtbank is van oordeel dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening van het bezwaar. Eiseres had, alleen al om er zeker van te kunnen zijn dat zij inhoudelijk kon opkomen tegen de opgelegde beschikking, binnen de bezwaartermijn een bezwaarschrift in moeten dienen. Dat eiseres ervan uit ging dat de betaling van de aanslag na telefonisch contact door [A] zou worden gerekend, komt voor haar rekening en risico. De heffingsambtenaar heeft dan ook het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Voor een veroordeling in de proceskosten is geen sprake.
6. Ter informatie aan eiseres wijst de rechtbank nog op de opmerking van de heffingsambtenaar dat zij zich wellicht kan wenden tot de invorderingsambtenaar voor een verzoek tot kwijtschelding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es – de Vries, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:8, eerste lid, van de Awb.
3.Artikel 6:9, eerste lid, van de Awb.
4.Artikel 6:11, van de Awb.