ECLI:NL:RBMNE:2025:5340

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
24/2105
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.R. van Es – de Vries
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging naheffingsaanslag parkeerbelasting na geloofwaardige toelichting eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, die werkzaam is voor een koeriersdienst, had op 5 oktober 2023 zijn voertuig geparkeerd op een locatie in Utrecht zonder de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen, omdat de parkeerplaatsen voor laden en lossen vol waren. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, maar dit werd door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard in een uitspraak op bezwaar van 27 december 2023. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 18 augustus 2025 heeft eiser zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij drie dozen aan het lossen was en dat het niet mogelijk was om zijn voertuig op een andere manier te parkeren zonder de weg te blokkeren. De heffingsambtenaar heeft na de toelichting van eiser aangegeven de uitleg geloofwaardig te vinden. Dit leidde ertoe dat de rechtbank de naheffingsaanslag niet langer handhaafde en het griffierecht aan eiser vergoedde.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en zelf in de zaak voorzien door de naheffingsaanslag te vernietigen. Dit betekent dat eiser de naheffingsaanslag niet hoeft te betalen en dat, indien hij al betaald had, het bedrag aan hem terugbetaald moet worden. De rechtbank heeft ook bepaald dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51,- aan eiser moet vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2105

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 augustus 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, verweerder
(gemachtigde: mr. D.J. Koopmans).

Procesverloop

1.1
In de beschikking van 20 oktober 2023 heeft de heffingsambtenaar aan eiser een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Eiser heeft tegen deze naheffingsaanslag bezwaar gemaakt.
1.2
Met de uitspraak op bezwaar van 27 december 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
1.3
Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
1.4
De zaak is behandeld op de zitting van 18 augustus 2025. Eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar hebben deelgenomen aan de zitting.

Overwegingen

2. Op 5 oktober 2023 stond het voertuig van eiser met kenteken [kenteken] geparkeerd op de [straat] in Utrecht, zonder dat de verschuldigde parkeerbelasting was voldaan. Naar aanleiding hiervan is de naheffingsaanslag met aanslagnummer [nummer] om 16:13 uur opgelegd.
3. Eiser voert aan dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd. Hij was op dat moment drie dozen aan het lossen bij de firma [bedrijf] te Utrecht. De parkeerplaatsen voor laden en lossen waren vol. Hij wilde niet midden op de weg parkeren. Op de zitting heeft eiser toegelicht dat hij voor een koeriersdienst werkt. Op de auto staan geen stickers uit veiligheidsoverwegingen. Het ging om drie dozen van één bij één meter die niet in een normale auto passen.
4. Na de toelichting van eiser op de zitting heeft de heffingsambtenaar aangegeven de uitleg van eiser geloofwaardig te vinden. Daarom wordt de naheffingsaanslag niet langer gehandhaafd en zal het griffierecht worden vergoed.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar. De rechtbank ziet aanleiding om zelf in de zaak te voorzien door de naheffingsaanslag te vernietigen. Dit betekent dat eiser de naheffingsaanslag niet hoeft te betalen. Als hij de naheffingsaanslag al heeft betaald moet de heffingsambtenaar het betaalde bedrag aan eiser terugbetalen. Omdat het beroep gegrond is, moet de heffingsambtenaar het griffierecht aan eiser vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar van 27 december 2023;
- vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaatst treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51,- moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es – de Vries, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.