Op 2 september 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak over naheffingsaanslagen parkeerbelasting. Eiser, die een parkeervergunning heeft, ontving in totaal tien naheffingsaanslagen van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. Deze aanslagen waren opgelegd omdat het voertuig van eiser op verschillende dagen geparkeerd stond zonder dat de verschuldigde parkeerbelasting was voldaan. Eiser maakte bezwaar tegen de aanslagen, maar de heffingsambtenaar verklaarde deze bezwaren ongegrond. Eiser stelde dat hij zijn auto altijd aanmeldde en dat er mogelijk een probleem was met het aanmeldsysteem van de gemeente. Tijdens de zitting op 25 augustus 2025 was eiser niet aanwezig, maar de gemachtigde van de heffingsambtenaar verdedigde de standpunten van de gemeente. De rechtbank oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om te controleren of de aanmelding goed is verlopen. De rechtbank volgde de heffingsambtenaar in zijn standpunt dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd en dat er geen sprake was van storingen in het aanmeldsysteem. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, wat betekent dat hij de naheffingsaanslagen moet betalen. Er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.