In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 2 september 2025, hebben eisers bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting die hen door de heffingsambtenaar zijn opgelegd. De naheffingsaanslagen betroffen vier verschillende datums in 2023, waarbij eisers hun voertuig zonder de verschuldigde parkeerbelasting hadden geparkeerd. Eisers voerden aan dat zij een administratieve vergissing hadden gemaakt bij het doorgeven van een kentekenwijziging na de aanschaf van een nieuwe auto, en dat zij nooit op de activeringslink van de kentekenwijziging hadden geklikt omdat zij deze e-mail niet hadden ontvangen. De heffingsambtenaar verklaarde dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd, omdat eisers niet tijdig de wijziging van het kenteken hadden doorgegeven, wat noodzakelijk was om parkeerrecht te verkrijgen. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende had toegelicht waarom de naheffingsaanslagen terecht waren en dat de beroepsgronden van eisers niet slagen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eisers de naheffingsaanslagen moeten betalen. Er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.