ECLI:NL:RBMNE:2025:5425

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
16 oktober 2025
Zaaknummer
UTR 25/4543
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende openbaarmaking documenten

Op 24 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers een voorlopige voorziening vroegen tegen de openbaarmaking van documenten door verweerder, die betrekking hebben op hen. Dit verzoek volgde op een besluit van verweerder van 21 juli 2025, waarin werd besloten tot openbaarmaking van deze documenten naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) door een derde partij. Verzoekers vorderden dat de openbaarmaking zou worden opgeschort totdat op hun bezwaar was beslist. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is, omdat verweerder heeft aangegeven de openbaarmaking uit te stellen totdat op het bezwaar is beslist. Bovendien is het verzoek om anoniem te mogen procederen afgewezen, omdat er geen gewichtige redenen voor zijn. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de gedragslijn van verweerder ook voor verzoekers geldt, waardoor er geen spoedeisend belang bestaat voor het treffen van een voorlopige voorziening. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/4543

uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 september 2025 in de zaak tussen

[verzoeker 1] e.a., verzoekers, [1] gemachtigde: mr. [gemachtigde] ,
en

[verweerder] , verweerder

Procesverloop

In het besluit van 21 juli 2025 heeft de [verweerder] besloten over te gaan tot openbaarmaking van verschillende documenten die onder andere betrekking hebben op verzoekers. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) van een derde. Deze derde heeft meegedeeld niet te zullen deelnemen aan deze voorlopige voorzieningenprocedure.
Verzoekers hebben de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland verzocht om te bepalen dat openbaarmaking van de documenten die over hen gaan, achterwege zal blijven totdat op hun bezwaar is beslist.
Meerdere personen/bedrijven hebben bezwaar gemaakt tegen het hiervoor genoemde besluit van 21 juli 2025 en verzocht om een voorlopige voorziening. Bij de rechtbank Midden-Nederland is als eerste een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Daarom is de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd om ook het verzoek van verzoekers te behandelen [2] en heeft de rechtbank Noord – Nederland het verzoek aan de rechtbank Midden-Nederland doorgestuurd.
Verzoekers hebben op 13 augustus 2025 verzocht om anoniem te mogen procederen. De reden is dat het verzoekschrift zich richt tegen openbaarmaking van onder andere de namen van verzoekers. Als de Woo-verzoeker deze namen via de voorlopige voorzieningenprocedure alsnog ontvangt, maakt dat een procedure bij de rechtbank zinloos.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [3] Het verzoek wordt namelijk afgewezen wegens het ontbreken van spoedeisend belang. De voorzieningenrechter zal dit oordeel hierna toelichten.
Anoniem procederen
2. De voorzieningenrechter zal eerst ingaan op het verzoek om anoniem te mogen procederen. Anoniem procederen betekent in dit geval dat de voorzieningenrechter en de [verweerder] wél op de hoogte zijn van de identiteit van verzoekers, maar derden – waaronder de indiener van het Woo-verzoek – niet. In het procesreglement bestuursrecht van 1 juli 2025 is in artikel 2.8b geregeld hoe de voorzieningenrechter een verzoek om anoniem procederen behandelt. Er wordt daarbij zoveel mogelijk aangesloten bij artikel 8:29 van de Awb. De voorzieningenrechter willigt het verzoek in als daar gewichtige redenen voor zijn.
3. Deze gewichtige redenen zijn er op dit moment niet. De indiener van het Woo-verzoek neemt geen deel aan deze procedure en kan dus niet via de gedingstukken op de hoogte raken van de identiteit van verzoekers. De uitspraak van de voorzieningenrechter is weliswaar openbaar, maar wordt, voorafgaand aan publicatie op rechtspraak.nl, geanonimiseerd, zodat derden niet op de hoogte kunnen raken van de identiteit van verzoekers. Verder blijft een behandeling op een zitting achterwege, waarmee ook wordt voorkomen dat via die weg de identiteit van de verzoekers bekend raakt bij anderen. Er is daarom geen gewichtige reden om het verzoek toe te wijzen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om anoniem te procederen dan ook af.
Spoedeisend belang
4. De voorzieningenrechter ziet ook geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen, omdat er geen sprake is van spoedeisend belang.
5. Zoals uit het hiervoor geschetste procesverloop blijkt, zijn er meerdere bezwaren tegen het besluit van 21 juli 2025 gemaakt en lopen er ook meerdere voorlopige voorzieningenprocedures bij deze rechtbank. De [verweerder] heeft de voorzieningenrechter in een aantal van deze zaken op 31 juli 2025 bericht dat hij ten aanzien van dit besluit de volgende gedragslijn hanteert: de openbaarmaking van gegevens van diegenen die op tijd een verzoek om een voorlopige voorziening hebben ingediend, wordt uitgesteld totdat op bezwaar is beslist. Bij een afwijzend besluit op bezwaar zal de [verweerder] een uitgestelde openbaarmaking hanteren van twee weken.
6. Hoewel de [verweerder] in deze procedure niet zo’n brief heeft gestuurd, bestaat er geen aanleiding om te veronderstellen dat de [verweerder] niet volgens de eigen gedragslijn zou handelen ten aanzien van verzoekers. De voorzieningenrechter gaat er dus vanuit dat deze gedragslijn ook geldt voor verzoekers en dat de [verweerder] niet overgaat tot openbaarmaking van hun gegevens tot twee weken nadat op hun bezwaar is beslist.
7. Dit betekent dat er op dit moment geen spoedeisend belang bestaat om een voorlopige voorziening te treffen.
8. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 september 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
BIJLAGE MET VERZOEKERS
- [verzoeker 2]
- [verzoeker 3]
[verzoeker 4]
[verzoeker 5]
- [verzoeker 6]
[verzoeker 7]
- [verzoeker 8]
[verzoeker 9]
[verzoeker 10]
- [verzoeker 11]
[verzoeker 12]
- [verzoeker 13]
[verzoeker 14]
[verzoeker 15]
- [verzoeker 16]
[verzoeker 17]
[verzoeker 18]
- [verzoeker 19]
[verzoeker 20]
[verzoeker 21]
[verzoeker 22]
- [verzoeker 23]
[verzoeker 24]
[verzoeker 25]
- [verzoeker 26]
- [verzoeker 27]
- [verzoeker 28]
- [verzoeker 29]
- [verzoeker 30]
[verzoeker 31]
[verzoeker 32]
- [verzoeker 33]
- [verzoeker 34]
- [verzoeker 35]
- [verzoeker 36]
[verzoeker 37]
[verzoeker 38]
[verzoeker 39]
- [verzoeker 40]
[verzoeker 41]
[verzoeker 42]
- [verzoeker 43]
- [verzoeker 44]
[verzoeker 45]
[verzoeker 46]
- [verzoeker 47]
- [verzoeker 48]
- [verzoeker 49]
- [verzoeker 50]
[verzoeker 51]
[verzoeker 52]
- [verzoeker 53]
[verzoeker 54]
[verzoeker 55]
- [verzoeker 56]
- [verzoeker 57]
[verzoeker 58]
[verzoeker 59]
[verzoeker 60]
- [verzoeker 61]
[verzoeker 62]
[verzoeker 63]
- [verzoeker 64]
[verzoeker 65]
- [verzoeker 66]
- [verzoeker 67]
[verzoeker 68]
- [verzoeker 69]

Voetnoten

1.In de bijlage bij deze uitspraak is een lijst opgenomen verzoekers.
2.Artikel 8:8, eerste lid, in samenhang met artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Artikel 8:83 van de Awb.