Op 20 oktober 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, een vonnis in kort geding uitgesproken in de zaak tussen de eisende partij en de gedaagde partij, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding die op 19 september 2025 is betekend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 oktober 2025. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de wettelijk voorgeschreven formaliteiten in de dagvaarding zijn nageleefd, waardoor aan de gedaagde partij verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde maatregelen niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 2.412,45. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis een Mercedes SLK en een aanhanger aan de eisende partij af te geven. Voor iedere dag dat de gedaagde partij in gebreke blijft, verbeurt deze een dwangsom van € 500,00, tot een maximum van € 25.000. De wettelijke rente over de proceskosten is eveneens toegewezen, indien deze niet tijdig worden voldaan.