Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van de vrouw (met bijlagen), binnengekomen op 10 januari 2024;
- het verweerschrift van de man (met bijlagen) met daarin een aantal zelfstandige verzoeken (tegenverzoeken), binnengekomen op 5 juni 2024;
- het verweerschrift van de vrouw (met bijlagen) op de zelfstandige verzoeken van de man, binnengekomen op 30 juli 2024;
- het bericht van de vrouw van 8 augustus 2025 met als bijlage de huwelijksakte;
- de berichten van de man en de vrouw van 28 augustus 2024 over de huwelijksakte;
- de brief van de vrouw van 29 augustus 2025 (met bijlagen);
- het bericht van de man van 2 september 2025 met daarin gewijzigde verzoeken;
- de brief van de man 5 september 2025 (met bijlagen);
- de brief van de vrouw 5 september 2025 (met bijlagen).
2.Waar de procedure over gaat
- de vrouw is met ingang van 1 januari 2025 gerechtigd tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning;
- de man betaalt met ingang van 1 januari 2025 een bedrag van € 500,- bruto per maand aan de vrouw als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud.
- dat het huurrecht aan haar wordt toegekend;
- dat de man een bedrag van € 1.387,- per maand aan haar moet betalen als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud;
- het nog over te leggen echtscheidingsconvenant aan de beschikking te hechten.
3.De beoordeling
- het huurrecht aan de vrouw toekennen;
- bepalen dat de man een bedrag van € 98,- bruto per maand aan de vrouw moet betalen als bijdrage in de kosten voor haar levensonderhoud;
- de inboedel verdelen;
- een draagplicht voor de schulden bepalen.
bisVerordening [16] van toepassing voor de beantwoording van de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is. [17] De hoofdregel [18] uit deze verordening is dat de Nederlandse rechter bevoegd is als de verweerder daar ook zijn woonplaats heeft. Voor geschillen over zakelijke rechten op onroerende zaken geldt echter een uitzondering. Die uitzondering [19] is dat de rechter van de EU-lidstaat waar de onroerende zaak is gelegen, exclusief bevoegd is. De woonplaats van partijen is dan niet relevant.