Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
belanghebbendeaan:
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
informantaan:
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de moeder met bijlagen, ontvangen op 13 december 2024;
- de brief van de GI van 24 januari 2025 met bijlagen;
- het gewijzigd/aanvullend verzoekschrift van de moeder met bijlagen, ontvangen op 27 januari 2025.
- de moeder met haar advocaat;
- de vader;
2.De feiten
De voorwaarden worden nog opgenomen in een (vooraankondiging) schriftelijke aanwijzing, maar bij deze brief bent u alvast op de hoogte van de voorwaarden die wij zullen gaan opnemen in deze (vooraankondiging) schriftelijke aanwijzing.” Daarnaast heeft de GI in beide brieven de volgende afspraken over de omgang opgenomen:
De voorwaarden zullen zijn:
[minderjarige (voornaam)] is op geen enkele manier getuige en/of aanwezig van ruzie, discussie en/of geweld tussen ouders;
Ouders hebben geen contact met elkaar in het bijzijn van [minderjarige (voornaam)] ;
Er worden geen middelen gebruikt in het bijzijn van [minderjarige (voornaam)] ;
U werkt mee aan opvoedondersteuning;
U werkt mee aan emotie-regulatie therapie en ook aan behandeling rondom uw trauma gerelateerde problemen. De GI heeft inzicht in de behandeling die u volgt;
U werkt samen met de betrokken hulpverlening en stelt u leerbaar op, door tips en adviezen vanuit hulpverlening op te pakken;
U houdt zich aan de vastgestelde omgangsregeling;
U werkt mee aan de omgangsregeling die [minderjarige (voornaam)] heeft met zijn vader.
U heeft iedere vrijdagochtend bezoek met [minderjarige (voornaam)] van 9.30 tot 10.30 uur, dit vindt plaats onder begeleiding van het [organisatie 1] ;
U heeft belcontact met [minderjarige (voornaam)] op de maandagavond, woensdagavond en zaterdagavond om 19.00 uur. Er is maximaal 10 minuten beeldbelcontact. Tot op heden had u dagelijks een belmoment. Deze afspraak gaat in vanaf 30 november 2024;
De vader van [minderjarige (voornaam)] heeft om de week een omgangsregeling met [minderjarige (voornaam)] , op vrijdagochtend van 10.45 tot 11.45 uur. Dit vindt plaats onder begeleiding van het [organisatie 1];
De omgangsregeling wordt regelmatig geëvalueerd en kan in frequentie of duur worden uitgebreid.”
terugplaatsingsvoorwaarden.
[minderjarige (voornaam)] is op geen enkele manier getuigen en/of aanwezig van ruzie, discussie en/of geweld tussen de ouders;
De ouders hebben geen enkel contact met elkaar in het bijzijn van [minderjarige (voornaam)] ;
U gebruikt geen middelen in het bijzijn van [minderjarige (voornaam)] ;
U werkt mee aan opvoedingsondersteuning;
U werkt samen met de betrokken hulpverlening en stelt u leerbaar op, door de tips en adviezen vanuit hulpverlening op te pakken;
U houdt zich aan de vastgestelde omgangsregeling;
U werkt mee met de omgangsregeling die [minderjarige (voornaam)] heeft met zijn vader.
contacttussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] :
U heeft iedere week een bezoekmoment van één uur met [minderjarige (voornaam)] . Dit vindt plaats onder begeleiding van het [organisatie 1] ;
U heeft beeldbelcontact met [minderjarige (voornaam)] op de maandagavond, woensdagavond en zaterdagavond om 19:00 uur, voor maximaal 10 minuten;
U werkt mee aan de begeleide omgangsregeling tussen [minderjarige (voornaam)] en zijn vader;
Tijdens de bezoekmomenten bent u fysiek en emotioneel beschikbaar voor [minderjarige (voornaam)] en reguleert u uw emoties. U legt uw telefoon aan de kant tijdens het bezoek. U bent niet boos of geïrriteerd en u bent voorspelbaar voor [minderjarige (voornaam)] ;
Tijdens bezoekmomenten laat u zich begeleiden door [organisatie 1] en past u de adviezen en tips van [organisatie 1] toe. Wanneer nodig bent u bereid en beschikbaar om de bezoekmomenten voor en/of na te bespreken met [organisatie 1] ;
Tijdens bezoekmomenten hebt u geen contact met de vader van [minderjarige (voornaam)] ;
Tijdens bezoekmomenten bent u niet onder invloed van middelen.
3.De verzoeken van de moeder
- de schriftelijke aanwijzingen geheel dan wel gedeeltelijk vervallen te verklaren ten aanzien van de terugplaatsingsvoorwaarden en ten aanzien van de omgangsregeling;
- een omgangsregeling vast te stellen waarbij de moeder en [minderjarige (voornaam)] wekelijks (zo nodig begeleid) minimaal drie contactmomenten hebben voor de duur van (minimaal) twee uur en voorts dagelijks een videobelmoment voor de duur van (minimaal) tien minuten;
- dan wel in het kader van de geschillenregeling te oordelen dat de terugplaatsingsvoorwaarden uit de brieven van 29 november en 2 december 2024 en de beslissing over het contact van 24 januari 2025 niet in lijn zijn met de overwegingen uit de beschikking van 25 november 2024, als gevolg waarvan de (noodzakelijke) terugplaatsingsvoorwaarden dienen te worden aangepast en te voldoen aan de SMART-criteria.
4.De beoordeling
De jeugdbeschermer heeft niet vastgehouden aan dagelijks (video)belcontact omdat dit voor [minderjarige (voornaam)] moeilijk te volgen is en veel vraagt van de pleegouders. Het is niet in zijn belang om dagelijks contact met moeder te hebben en mogelijk geconfronteerd te worden met het gemis van zijn moeder en eventuele emoties die voortkomen uit (video)belcontact. Een belregeling van drie maal per week geeft [minderjarige (voornaam)] tussentijds rust en stabiliteit. Dit is in overleg met de pleegouders afgestemd.” De kinderrechter is het met de moeder eens dat deze motivering erg laat komt. De moeder heeft uitgelegd dat zij hierdoor veel stress heeft ervaren. De kinderrechter benadrukt dat het belangrijk is dat de GI dergelijke beslissingen goed motiveert en uitlegt aan de moeder. Het is in dat opzicht jammer dat zowel de brief van 29 november 2024 als die van 24 januari 2025 op vrijdagmiddag naar de moeder is gestuurd. De kinderrechter gaat ervan uit dat de GI dit goed gehoord heeft en hiermee voortaan rekening zal houden. Maar de kinderrechter volgt de GI wel in de motivering van deze beslissing. Dat maakt dat de kinderrechter geen aanleiding ziet om de frequentie van het beeldbellen weer te verhogen naar dagelijks belcontact.
De kinderrechter verlengt de uithuisplaatsing met drie maanden omdat de GI de tijd nodig heeft om goede afspraken met de ouders te maken over een omgangsregeling van de vader met [minderjarige (voornaam)] voordat [minderjarige (voornaam)] weer terugkeert naar de moeder. […] De GI zal toezicht moeten houden op de nakoming van deze regeling. Verder zal de GI samen met de moeder in de komende tijd moeten bekijken welke hulp nodig is om de moeder te helpen een veilige en stabiele gezinssituatie voor [minderjarige (voornaam)] te waarborgen als hij weer terug bij de moeder is. De kinderrechter verwacht dat de GI voor deze handelingen een aantal weken tot maanden nodig heeft.”
5.De beslissing
het contact tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)]ten aanzien van punt 1 vervallen en stelt de volgende contactregeling vast tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] :
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.