ECLI:NL:RBMNE:2025:5536

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Zaaknummer
11600886 \ MC EXPL 25-1492
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van arbeidsovereenkomst wegens slecht werkgeverschap

Op 23 oktober 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Almere, een mondeling vonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiseres] en Curae Zorg B.V. De vordering van [eiseres] was gebaseerd op de niet rechtsgeldige opzegging van de arbeidsovereenkomst, die volgens haar als een ontslag moet worden beschouwd. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd, omdat deze niet door [eiseres] was ondertekend en er geen schriftelijke proeftijdbeding was overeengekomen. Hierdoor was de opzegging in strijd met de wet en vernietigbaar. Echter, [eiseres] had niet binnen de vereiste termijn van twee maanden een verzoekschrift tot vernietiging ingediend, waardoor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 26 maart 2024 vaststond. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van [eiseres] op grond van slecht werkgeverschap en onrechtmatige daad niet kon worden toegewezen, omdat zij niet tijdig had gereageerd op de opzegging. De overige vorderingen van [eiseres] werden eveneens afgewezen. Tevens werd [eiseres] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Curae Zorg, die op € 1.221,00 werden begroot. De uitspraak werd openbaar gedaan en is ondertekend door de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11600886 \ MC EXPL 25-1492
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de kantonrechter van 23 oktober 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. M.L. Brunia, werkzaam bij ARAG SE Rechtsbijstand,
tegen
CURAE ZORG B.V.,
gevestigd te Almere,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Curae Zorg,
gemachtigde: mr. R.F. van Emden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Almere.
De zaak wordt behandeld door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, bijgestaan door A. van de Werfhorst LLB als griffier.
Aanwezig zijn:
- [eiseres] , bijgestaan door mr. Brunia;
- Curae Zorg, vertegenwoordigd door [A] , [functie] en bijgestaan door mr. Van Emden.
De kantonrechter gaat over tot de mondelinge behandeling. Partijen hebben hun standpunten toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. Van het verhandelde ter zitting zijn zittingsaantekeningen gemaakt, die in het dossier zijn gevoegd.
De kantonrechter sluit de behandeling van de zaak en deelt partijen mee dat hij mondeling uitspraak zal doen.
De kantonrechter doet de volgende uitspraak.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
De arbeidsovereenkomst tussen partijen is niet door [eiseres] getekend. Wel is er sprake van een mondeling tot stand gekomen arbeidsovereenkomst.
1.1.
De mededeling van Curae Zorg op 26 maart 2024 dat zij het aanbod voor het ondertekenen van de arbeidsovereenkomst in trok, moet worden gezien als een opzegging.
1.2.
Volgens [eiseres] moet de mededeling van Curae Zorg worden opgevat als een (proeftijd)ontslag voorafgaand aan de werkzaamheden. Uit artikel 7:652 lid 2 BW volgt dat een proeftijd schriftelijk kan worden overeengekomen. Uit lid 8 van dat artikel volgt dat een proeftijdbeding dat niet schriftelijk is overeengekomen nietig is. Omdat de arbeidsovereenkomst niet is ondertekend betekent dat dat er tussen partijen geen sprake is van een proeftijdbeding, ondanks dat een proeftijd kennelijk wel door partijen is beoogd. Als geen sprake is van een proeftijdbeding, en toch wordt opgezegd, dan is de opzegging niet rechtsgeldig. De opzegging is in strijd met artikel 7:671 BW en vernietigbaar. Als [eiseres] hierop een beroep had willen doen, had zij binnen twee maanden na de opzegging een verzoekschrift strekkende tot vernietiging van de opzegging of toekenning van een billijke vergoeding (voor de inkomensschade) moeten indienen. Dat is niet binnen die termijn gebeurd. Als gevolg hiervan staat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 26 maart 2024 vast en wordt niet toegekomen aan de beoordeling of er een billijke vergoeding moet worden toegekend.
1.3.
De vordering van [eiseres] is bij dagvaarding ingesteld. De grondslag van de vordering ziet kennelijk op artikel 6:74 jo artikel 6:248 BW dan wel op artikel 7:611 jo 6:162 BW BW (slecht werkgeverschap/onrechtmatige daad). De vordering is gebaseerd op de niet rechtsgeldige opzegging van de arbeidsovereenkomst. Dat geldt dus ook voor de stelling dat sprake is van misbruik van bevoegdheid en dat werkgever heeft gehandeld in strijd met goed werkgeverschap. Dit betekent dat [eiseres] een verzoekschrift tot vernietiging van de opzegging dan wel een verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding had moeten indienen op grond van artikel 7:681 BW. Voor een dergelijk verzoek geldt een vervaltermijn van twee maanden na de opzegging van 26 maart 2024. Dit heeft [eiseres] echter nagelaten. Dit zou slechts anders kunnen zijn indien de aanspraken van [eiseres] geen verband houden met het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en de gevolgen daarvan.
1.4.
De vorderingen dienaangaande van [eiseres] worden dan ook afgewezen. De overige vorderingen van [eiseres] treffen hetzelfde lot.
1.5.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Curae Zorg worden begroot op:
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.221,00

2.De beslissing

De kantonrechter
2.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
2.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 1.221,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
2.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door de kantonrechter.