ECLI:NL:RBMNE:2025:5548
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak wegens vermeende vooringenomenheid
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 9 september 2025 mr. N.P.J. Janssens gewraakt, de behandelend rechter in zijn strafzaak. Verzoeker stelde dat de toevoeging van een advocaat, op basis van een vermoedelijke psychische stoornis, geen grond voor wraking opleverde. Tijdens de zitting op 7 oktober 2025 heeft verzoeker aanvullende wrakingsgronden aangevoerd, maar deze zijn door de wrakingskamer buiten beschouwing gelaten. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing om een advocaat toe te voegen een procesbeslissing is en geen grond voor wraking kan vormen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechter niet vooringenomen was, ondanks de beledigende opmerkingen van verzoeker. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat de vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De beslissing is op 21 oktober 2025 openbaar uitgesproken.