ECLI:NL:RBMNE:2025:5552

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
16.222137.20 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een stoornis en recidiverisico

Op 27 oktober 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde betrokkene, die sinds 29 september 2021 onder de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) staat na een veroordeling voor doodslag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen, toegewezen. Betrokkene heeft zich gedurende het tbs-traject coöperatief opgesteld en verkeert in een stabiele toestand zonder probleemgedrag. De rechtbank acht het van belang om volgend jaar te toetsen of de tbs-maatregel voorwaardelijk kan worden beëindigd. De beslissing is genomen op basis van verschillende rapportages, waaronder adviezen van deskundigen en de inrichting, die wijzen op een aanhoudende stoornis en een matig tot hoog recidiverisico bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de tbs-maatregel eist. De rechtbank benadrukt dat de betrokkene zelf verantwoordelijk is voor het verdere verloop van de maatregel en dat de positieve lijn die hij heeft ingezet, moet worden voortgezet.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.222137.20 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 27 oktober 2025
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [1983] te [geboorteplaats] (Ghana),
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 29 september 2021 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens doodslag;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 14 oktober 2021;
  • de beslissing van deze rechtbank van 23 oktober 2023, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 29 augustus 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar;
  • het verlengingsadvies van [instelling] van 4 augustus 2025, inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met één jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 7 juli 2025, opgemaakt door een psychiater;
  • het Pro Justitia-rapport van 15 juli 2025, opgemaakt door een psycholoog;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 3 juli 2023 tot en met 11 oktober 2024 en behandeldoelenverslagen van 22 januari 2025 en 7 mei 2025.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 13 oktober 2025 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ’s-Gravenhage;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [A] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als matig tot hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen voor de duur van één jaar.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Sinds 1 oktober 2025 heeft betrokkene proefverlof. De reclassering is al bij hem betrokken. Betrokkene staat hoog op de wachtlijst bij Forensisch Beschermd Wonen [locatie] (hierna: FBW [locatie] ). Zodra daar plek is, kan hij daarheen.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De deskundigen concluderen dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. De psycholoog acht het recidiverisico op hernieuwd agressief gedrag bij een beëindiging van de tbs-maatregel laag en de psychiater acht het laag tot matig in termijnen van maanden tot jaren.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen voor de duur van één jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft aangegeven het eens te zijn met de adviezen om de terbeschikkingstelling nu met één jaar te verlengen. De raadsman heeft in lijn daarmee gepleit voor een verlenging van de maatregel voor de duur van één jaar.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 29 september 2021 veroordeeld voor doodslag.
De rechtbank heeft daarin overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en/ of gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportages blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten schizofrenie.
Recidivegevaar
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel door de inrichting als matig tot hoog ingeschat en door de deskundigen als laag tot matig.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over, in die zin dat de rechtbank uitgaat van in elk geval een matig recidiverisico.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en de niet aan de inrichting verbonden deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies komt naar voren dat betrokkene last blijft houden van stemmen, maar dat dit niet meer leidt tot risicovol of grensoverschrijdend gedrag. Betrokkene heeft zich vanaf het begin van zijn tbs-traject uitermate coöperatief opgesteld. Hij functioneert al geruime tijd stabiel en er is geen sprake van probleemgedrag. Zijn vrijheden zijn uitgebreid naar transmuraal verlof met een verblijf op de [verblijfplaats] . Ook daar heeft hij de positieve lijn kunnen voortzetten. De reclassering is sinds september 2024 betrokken bij het traject. In april 2025 is een positief advies voor proefverlof gegeven. Betrokkene is aangemeld bij FBW [locatie] en staat daar inmiddels op de wachtlijst. De verwachting is dat eind 2025 een plek voor hem vrij zal komen. Er zal gezocht worden naar een passende dagbesteding.
Uit de rapportages van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen komt naar voren dat betrokkene goed op medicatie is ingesteld, bereid is deze te nemen en dat betrokkene inzicht heeft gekregen in zijn stoornis. De risicofactoren die ten tijde van het indexdelict speelden, zijn onder controle. Door de voortvarendheid van het tbs-traject kan het komende jaar de voorbereiding zijn op een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. De psycholoog heeft daarbij aangegeven dat geadviseerd wordt om de verpleging nog te continueren, hoewel er geen inhoudelijk bezwaar is om nu al over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
Betrokkene heeft erg goed meegewerkt aan zijn tbs-traject, waardoor hij nu al in de fase van het proefverlof is en mogelijk binnenkort bij FBW [locatie] kan gaan wonen. Gelet op deze voortvarendheid acht de rechtbank het van belang om volgend jaar te kunnen toetsen of de tbs-maatregel voorwaardelijk beëindigd kan worden. De rechtbank zal daarom de maatregel met één jaar verlengen.
De rechtbank merkt daarbij op dat betrokkene aan de beslissing tot verlenging van de
tbs-maatregel met een jaar niet de verwachting mag ontlenen dat de verpleging van overheidswege na afloop van dat jaar daadwerkelijk voorwaardelijk zal worden beëindigd, dan wel dat de tbs-maatregel dan opnieuw met slechts een jaar zal worden verlengd. Ook het verdere verloop van de maatregel heeft betrokkene in die zin zelf in de hand. Het is aan hem om de positieve lijn die er al een tijd is door te trekken.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met één jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. D.S. Terporten-Hop, voorzitter, mrs. J.O. Zuurmond en N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2025.
De oudste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.