ECLI:NL:RBMNE:2025:5553

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
16.659717.15 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een licht verstandelijke beperking en antisociale persoonlijkheidskenmerken

Op 27 oktober 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde betrokkene, die in 2016 ter beschikking is gesteld wegens doodslag. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, omdat de betrokkene goed bezig is in zijn tbs-traject, maar er nog belangrijke stappen gezet moeten worden in de resocialisatie. De betrokkene is recent overgeplaatst naar een open afdeling, maar het is van belang om te toetsen of hij daar stabiel kan functioneren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is en dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar. De officier van justitie heeft een verlenging van twee jaar gevorderd, terwijl de verdediging pleitte voor een verlenging van één jaar. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om aan de juistheid van het advies van de inrichting te twijfelen en heeft dit advies overgenomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de voorzitter was buiten staat om te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.659717.15 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 27 oktober 2025
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [1967] te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 29 januari 2016 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens doodslag;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 10 oktober 2019;
  • de beslissing van deze rechtbank van 23 oktober 2023, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 22 augustus 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 6 augustus 2025, inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode week 35 van 2023 tot en met week 31 van 2025.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 13 oktober 2025 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ’s-Gravenhage;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [A] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen voor de duur van twee jaar.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Betrokkene is van goede wil. Hij is onlangs overgegaan naar een open afdeling met beveiligingsniveau 1. Daar gaat hij goed mee om en hij houdt zich aan de afspraken. Er zal een passende woonvoorziening gevonden moeten worden waar betrokkene langdurig kan verblijven en waar de tbs-maatregel verder afgebouwd kan worden. Het toetsen of hij op de huidige en op een volgende woonplek stabiel blijft, zal nog zeker twee jaar duren. Als verlengd wordt met één jaar, bestaat het risico dat het verwachtingspatroon niet overeen zal komen met de werkelijkheid en is er een kans dat betrokkene minder in de samenwerking zal blijven. Daarmee zou een hoger recidiverisico ontstaan.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft gepleit voor een verlenging van de maatregel voor de duur van één jaar. Daartoe is aangevoerd dat betrokkene nu op een open afdeling op beveiligingsniveau 1 zit. Op de afdeling bevinden zich ook personen die met een andere titel, bijvoorbeeld vanuit de GGZ, zijn geplaatst. Betrokkene wil zo snel mogelijk van de tbs-maatregel af. Hij voelt zich nu niet gehoord. Het is in het belang van zijn behandeling om naar hem te luisteren en te bezien hoe het er volgend jaar voorstaat.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 29 januari 2016 veroordeeld voor doodslag.
De rechtbank heeft daarin overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en/ of gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een licht verstandelijke beperking en een gebrekkige sociaal-emotionele ontwikkeling (antisociale persoonlijkheidskenmerken).
Recidivegevaar
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies komt naar voren dat betrokkene gevoelig is voor het ontwikkelen van psychoses. Hij voelt zich niet prettig bij de huidige medicatie en wil hiermee stoppen wanneer zijn tbs-maatregel is beëindigd. Betrokkene heeft onbegeleid verlof en houdt zich strikt aan de afspraken. In april 2025 is onbegeleid acht-uursverlof naar zijn vriendin en meerdaags verlof naar zijn schoonouders goedgekeurd. Het verlof verloopt naar wens.
Betrokkene wordt aangemeld bij een uitstroomafdeling. Ook wordt onderzocht of de werkzaamheden van betrokkene uitgebreid kunnen worden en of werken op een sociale werkplaats in de omgeving van de instelling mogelijk is.
Het doel is om betrokkene met ondersteuning en toezicht van het Forensisch Resocialisatie Team uit te plaatsen naar een geschikte woonvorm. Stapsgewijs zal getoetst worden welke afbouw mogelijk is en welke steunstructuur minimaal noodzakelijk is om zijn stabiliteit te behouden en recidive te voorkomen. Daarna zal, waar mogelijk door middel van proefverlof, gekeken worden of de maatregel uiteindelijk (voorwaardelijk) beëindigd kan worden. De inrichting verwacht dat dit de komende jaren nog niet aan de orde zal zijn.
Betrokkene is goed bezig, zoals blijkt uit het feit dat hij nu op een open afdeling verblijft en zijn verlof is uitgebreid. De overplaatsing naar de open afdeling heeft onlangs plaatsgevonden, zodat de inrichting eerst moet bekijken of betrokkene ook daar stabiel zal blijven functioneren. Vervolgens zal nog proefverlof moeten worden opgestart. De reclassering is op dit moment nog niet bij hem betrokken. Kortom: betrokkene is op de goede weg, maar er moeten echt nog de nodige stappen worden gezet binnen de resocialisatie, waarbij het volgens de deskundige van belang is om telkens te toetsen of het betrokkene lukt om in de nieuwe fase stabiel te blijven functioneren.
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting vast dat niet te verwachten is dat binnen één jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een (voorwaardelijke) beëindiging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege rechtvaardigen. De rechtbank gaat daarom voorbij aan het verzoek van betrokkene om de termijn van terbeschikkingstelling vooralsnog met één jaar te verlengen. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar. Dat betekent niet dat de rechtbank geen oog heeft voor de stappen die al gezet zijn of hoe betrokkene zich zelf inzet voor de behandeling. De rechtbank laat de realistische planning zwaar wegen. Een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat binnen dat jaar gronden aanwezig kunnen zijn om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
De rechtbank ziet overigens ook geen aanleiding een vinger aan de pols te houden. Ook het motiveren van betrokkene is niet een uitzondering om over te gaan tot een verlenging met één jaar.
De rechtbank zal daarom de maatregel met twee jaar verlengen.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. J.O. Zuurmond, voorzitter, mrs. D.S. Terporten-Hop en N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2025.
De voorzitter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.