Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 10 oktober 2025, met producties.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Stichting Cazas Wonen een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, met als doel de ontruiming van de woning die aan hem verhuurd wordt. Cazas stelt dat de woonzorgovereenkomst op een geldige manier is opgezegd en dat de gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. Daarnaast wordt er beweerd dat de gedaagde overlast veroorzaakt. De kantonrechter heeft op 27 oktober 2025 geoordeeld dat de ontruimingsvordering moet worden afgewezen. De rechter oordeelt dat het op dit moment onvoldoende aannemelijk is dat een bodemrechter zal oordelen dat de woonzorgovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd of dat deze zal worden ontbonden. De kantonrechter wijst erop dat de ontruiming een ingrijpende maatregel is en dat er in kort geding geen ruimte is voor diepgaand onderzoek. Cazas heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de gestelde overlast en de gedaagde heeft aangegeven dat hij bereid is om mee te werken aan de benodigde zorg en begeleiding. De kantonrechter benadrukt dat de gedaagde zich moet gedragen en dat bij nieuwe incidenten Cazas opnieuw naar de rechter kan stappen. Cazas wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 678,00 zijn vastgesteld.