ECLI:NL:RBMNE:2025:557

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 januari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
UTR 23/2748
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan procesbelang na inzage persoonsgegevens

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 20 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de korpschef van politie van 5 februari 2023 behandeld. Eiser had verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens, wat door de korpschef is ingewilligd. Eiser heeft op 4 april 2023 zijn persoonsgegevens ingezien. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen procesbelang meer heeft. Dit is gebaseerd op het feit dat de uitkomst van het beroep niet kan leiden tot een voor hem gunstiger resultaat, aangezien hij de gevraagde gegevens al heeft ontvangen. De rechtbank wijst erop dat het noodzakelijk is dat een indiener van een beroepschrift procesbelang heeft, wat in dit geval niet aan de orde is. Eiser heeft ook niet aangegeven wat hij nog met zijn beroep wil bereiken. Daarom komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 januari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2748

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

de korpschef van politie,

(gemachtigde: mr. J. Oosterveen).

Inleiding

In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van de korpschef van 5 februari 2023.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

Eiser heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting tot betaling van het griffierecht wegens betalingsonmacht. Naar het oordeel van de rechtbank heeft hij dit verzoek voldoende onderbouwd. Eiser hoeft dus geen griffierecht te betalen.
Eiser heeft de korpschef op 13 september 2022 verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens. Bij besluit van 5 februari 2023 heeft de korpschef dit verzoek ingewilligd. Op 4 april 2023 heeft eiser zijn persoongegevens feitelijk ingezien.
Het is vaste rechtspraak dat de indiener van een beroepschrift procesbelang moet hebben bij zijn beroep. Dit betekent dat het resultaat dat hij met het instellen van beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Omdat eiser de gevraagde gegevens al heeft ingezien, kan de uitkomst van eisers beroep niet tot een voor hem gunstiger resultaat leiden. Eiser heeft ook niet aangegeven wat hij met zijn beroep nog wil bereiken. Eiser heeft daarom geen procesbelang bij zijn beroep.
Conclusie
Dit betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is, zodat de rechtbank niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.