Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Zitting
- de verdachte;
- de officier van justitie: mr. E.C.A. Bakker;
- de advocaat van de verdachte: mr. I.P.J. van den Heuvel-Beerens.
2.Tenlastelegging
3.Vrijspraak
4.De beslissing
hij, op of omstreeks 2 november 2023, te Amersfoort, althans in Nederland, in elk
geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de afrit van de
Rijksweg A28, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans
aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- na voorafgaand gebruik van alcohol en/of cocaïne en/of
- terwijl zijn rijbewijs ongeldig is verklaard als bedoeld in artikel 9 lid 2 Wegenverkeerswet 1994 en/of
weg gelegen, gezien zijn, verdachtes, rijrichting naar links verlopende bocht,
volgend op een minder scherpe bocht naar rechts, de controle over zijn, verdachtes,
voertuig geheel of gedeeltelijk te verliezen, althans het door hem, verdachte,
bestuurde motorrijtuig niet met de nodige voorzichtigheid te besturen en/of
- (vervolgens) rechts van de rijbaan de berm in te rijden, waarna het voertuig op zijn
dak in het water van een naastgelegen sloot terecht is gekomen,
waardoor een ander, te weten:
- een inzittende van dat door hem bestuurde motorrijtuig, genaamd [A]
[A] werd gedood en/of
- een inzittende van dat door hem bestuurde motorrijtuig, genaamd [B]
zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken (boven)been en/of een klaplong, of
zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of
verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste,
tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het
feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde,
zevende of negende lid van genoemde wet;
( art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994, art 6 Wegenverkeerswet 1994 )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 2 november 2023, te Amersfoort, althans in Nederland, als
bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de afrit
van de Rijksweg A28,
- na voorafgaand gebruik van alcohol en/of cocaïne en/of
- rijdend met dat door hem bestuurde motorrijtuig over voormelde weg, een in die
weg gelegen, gezien zijn, verdachtes, rijrichting naar links verlopende bocht,
volgend op een minder scherpe bocht naar rechts, de controle over zijn, verdachtes,
voertuig geheel of gedeeltelijk is verloren, althans het door hem, verdachte,
bestuurde motorrijtuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of
- (vervolgens) rechts van de rijbaan de berm is ingereden, waarna het voertuig op
zijn dak in het water van een naastgelegen sloot terecht is gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
2
hij, op of omstreeks 2 november 2023, te Amersfoort, althans in Nederland, een
voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen
besturen, na gebruik van een in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en
geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stof(fen) als bedoeld in artikel 8, eerste
lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne en/of alcohol, terwijl ingevolge
een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn
bloed (of adem) bij iedere aangewezen stof en/of alcohol 19 microgram cocaïne
en/of 1,32 milligram ethanol bedroeg, in elk geval (telkens) een hoger gehalte dan
de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die aangewezen stof en/of alcohol
afzonderlijk vermelde grenswaarde;
( art 8 lid 5 Wegenverkeerswet 1994 )
3
hij, op of omstreeks 2 november 2023, te Amersfoort, althans in Nederland, terwijl
hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor
een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was
verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een
motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg,
de afrit van de Rijksweg A28, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van
die categorie of categorieën heeft bestuurd;
( art 9 lid 2 Wegenverkeerswet 1994 )