ECLI:NL:RBMNE:2025:5686

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 november 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
16.015282.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzetheling, diefstal, overtreding van de Wegenverkeerswet, de Wet Wapens en Munitie en de Opiumwet

Op 3 november 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder opzetheling, diefstal, overtreding van de Wegenverkeerswet, de Wet Wapens en Munitie, en de Opiumwet. De verdachte, geboren in 1985, werd op 14 januari 2023 aangehouden na een achtervolging door de politie. Tijdens deze achtervolging reed hij met een gestolen Audi RS6 en had hij gestolen kentekenplaten en een aanzienlijke hoeveelheid munitie en verdovende middelen in zijn bezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk de verkeersregels had overtreden, wat leidde tot levensgevaar voor andere weggebruikers. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 126 dagen op, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden. De uitspraak is gedaan na een inhoudelijke behandeling van de zaak, waarbij de rechtbank de bewijsmiddelen en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman heeft gewogen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.015282.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 november 2025
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,
nu (uit andere hoofde) gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 oktober 2025. Het onderzoek ter terechtzitting is op 3 november 2025, met instemming van de officier van justitie en de verdediging, enkelvoudig gesloten, waarna aansluitend uitspraak is gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.L. Kruit en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. T. van Assendelft de Coningh, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
zich schuldig heeft gemaakt aan heling van een personenauto (een Audi RS6) en twee kentekenplaten (met kenteken [kenteken] ) op 14 januari 2023 in Bunschoten-Spakenburg;
ten aanzien van feit 2:primair: zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van twee kentekenplaten (met kenteken [kenteken] ), toebehorende aan [aangever 1] op 14 januari 2023 in Drunen;
subsidiair: zich schuldig heeft gemaakt aan heling van diezelfde kentekenplaten op 14 januari 2023 in Drunen;
ten aanzien van feit 3:
primair: opzettelijk zeer gevaarlijk heeft gereden op 14 januari 2023 in Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg waardoor levensgevaar en/of gevaar voor zwaarlichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
subsidiair: opzettelijk gevaar/hinder heeft veroorzaakt op 14 januari 2023 in Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg;
ten aanzien van feit 4:meerdere patronen (die vallen onder categorie II en III van de Wet Wapens en Munitie) voorhanden heeft gehad op 14 januari 2023 in Bunschoten-Spakenburg;
ten aanzien van feit 5:
1,23 gram cocaïne en 1,65 gram amfetamine voorhanden heeft gehad op 14 januari 2023 in Bunschoten-Spakenburg.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat de rechtbank de zaak inhoudelijk kan behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Bij feit 2 (de diefstal van de kentekenplaten) en feit 3 (de overtreding van de Wegenverkeerswet) komt de officier van justitie tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit met betrekking tot feit 1, feit 2 (zowel primair als subsidiair) en feit 3 (primair). Bij het onder feit 3 subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft zich eveneens aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd ten aanzien van feit 4 en feit 5.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen [1]
feiten 1 (heling Audi RS6 en kentekenplaten [kenteken] ) en 2 (diefstal kentekenplaten [kenteken] )
Proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] d.d. 9 september 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van diefstal van mijn personenauto
.Op 8 september 2020 omstreeks 17.00 uur heb ik mijn auto geparkeerd aan de [adres] te [woonplaats] . Op 9 september 2020 omstreeks 07.30 uur zag ik dat mijn personenauto er niet meer stond. [2] Ik kan u de volgende informatie geven over mijn personenauto: [kenteken] , Audi RS6, grijs. [3]
Proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] d.d. 13 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:On Jan 13 morning 9 AM I saw that front & back numberplate ( [kenteken] ) of my car is stolen. This might have happened in the night when the car was parked on the street in front of our house [adres] , [woonplaats] . [4]
Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 15 januari 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Doe jij afstand van het voertuig? (de rechtbank begrijpt: de Audi RS6)
A: Nee, die is van mij. [5]
Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] d.d. 14 januari 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Van wie is de zwarte Audi RS6?
A: Hij heeft gezegd van hem (de rechtbank begrijpt: verdachte). [6]
Een kennisgeving van inbeslagname, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats: Marconiweg, 3752 LS Bunschoten-Spakenburg, binnen de gemeente Bunschoten
Datum en tijd: 14 januari 2023 te 04:30 uur
Omstandigheden: Voorzien van gestolen kentekenplaten. Gebruikt bij achtervolging. Veranderd VIN
Beslagene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [1985]
Volgnummer 1
Goednummer: PL0900-2023013922-3104613
Merk/type: Audi RS6
Kleur: Zwart. [7]
Proces-verbaal van bevindingen (forensisch onderzoek Audi RS6) d.d. 16 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij zagen dat het een personenauto betrof, Audi A6, (amateuristisch) gespoten in de kleur zwart. Wij zagen dat de kunststof behuizing rondom het contactslot vernield was. [8] Wij zagen dat de radio uit de middenconsole was verwijderd, hierbij zagen wij meerdere losgeknipte draden. [9]
Proces-verbaal van bevindingen (identiteitsonderzoek voertuig) d.d. 25 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 24 januari 2023 om 08:00 uur heb ik een forensisch onderzoek ingesteld naar de identiteit van navolgend voertuig:
Goednummer: PL0900-2023013922-3104613.
Bij dit type vervoermiddel behoort een voertuigidentificatienummer, V.I.N., te zijn aangebracht in het midden van het schutbord onder de motorkap. Hier werd het V.I.N. [V.I.N. nummer] aangetroffen. Dit nummer is niet door de fabrikant aangebracht. In het nummer werden veranderingen geconstateerd. Na het verwijderen van een laag lak waren op de positie waar van fabriekswege het V.I.N. wordt aangebracht schuur- en/of slijp-sporen zichtbaar. Op de positie waar van fabriekswege het V.I.N. wordt aangebracht werd met daartoe bestemde chemisch werkzame middelen een etsbewerking uitgevoerd. Bij deze etsbewerking zag ik dat de karakters/fragmenten van een eerder aangebracht V.I.N. niet volledig zichtbaar werden. Het van fabriekswege aangebrachte V.I.N luidt deels: [V.I.N. nummer] . [10] In diverse modules van het voertuig wordt van fabriekswege een digitaal V.I.N. opgeslagen. Met een daartoe geschikt toestel heb ik deze digitale identiteit van het voertuig vastgesteld, waarbij bleek dat van fabriekswege het navolgende V.I.N. was aangebracht: [V.I.N. nummer] .
Gelet op het vorenstaande werd de identiteit van het voertuig vastgesteld en is voor dit voertuig het kenteken [kenteken] opgegeven. Voor het voertuig met genoemd V.I.N. en kenteken is een diefstalsignalering actief ingaande 09-09-2020. [11]
Proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] d.d. 14 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van diefstal van de kentekenplaten van mijn auto, een Audi A1, zwart, met kenteken [kenteken] . Op 13 januari 2023 heb ik mijn auto nog gebruikt. Ik ben met deze auto rond 16.00 uur thuisgekomen en heb deze geparkeerd voor onze woning aan de [adres] in [woonplaats] . Ik heb gezien dat de kentekenplaten er nog op zaten. Vandaag, 14 januari 2023, omstreeks 10.30 uur stond de politie aan de deur met de mededeling dat mijn kentekenplaten gestolen zijn. Ik heb gezien dat de kentekenplaten inderdaad niet meer op mijn auto zitten en dat er lichte krasschade is ontstaan aan de linkervoorzijde van de auto. [12]
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden) d.d. 16 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:Op de camerabeelden is te zien dat er op 14 januari 2023 om 02:11 uur een voertuig stopt naast de Audi A1 waarvan de kentekenplaten zijn weggenomen. Ik zie dat het kenteken van het voertuig waarin de verdachte komt aangereden sterkgelijkend is op kenteken [kenteken] . Ik zie dat een persoon, met lichtkleurige kleding, het voorste kenteken verwijdert en weer in zijn voertuig stapt. Ik zie dat deze persoon schoenen draagt met een grote witte rand. Het kenteken [kenteken] betreft het kenteken van de Audi RS6 waarin verdachte [verdachte] zich bevond toen hij op 14 januari 2023 om 03:43 werd aangehouden.
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden) d.d. 15 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven:Ik zag dat op de camerabeelden (van een diefstal op 14 januari 2023 omstreeks 02:10 uur) een persoon in een lichtkleurig joggingspak en schoenen met een lichtkleurige zool de kentekenplaat wegneemt van de geparkeerde Audi A1. Dit zijn de kentekenplaten [kenteken] . Ik keek in de fouillering van de verdachte [verdachte] en zag dat daarin zich geen jas bevond. Ik zag dat er schoenen stonden van Nike Air Max. De schoenen hebben een tijgerpatroon en de zoolrand is wit. Ik ging op 15 januari 2023 in verhoor met verdachte [verdachte] en hoorde hem zeggen dat de kleding die hij droeg, de kleding betrof tijdens zijn aanhouding en dat hij geen jas bij zich had. Ik zag dat verdachte een lichtbruin/beige joggingpak met capuchon droeg tijdens het verhoor. [13]
Proces-verbaal van bevindingen (aantreffen kentekenplaten) opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 14 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat er op de vloer, tussen de voeten van de bijrijdster, een setje van 2 kentekenplaten lag. Ik zag dat die waren voorzien van kenteken [kenteken] . [14]
feit 3 primair (overtreding van de Wegenverkeerswet)
Proces-verbaal van bevindingen (achtervolging) opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 14 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 januari 2023 omstreeks 3.05 uur hoorde ik via dat er een achtervolging gaande was op een voertuig, een Audi, met daarop gestolen kentekenplaten met kenteken [kenteken] . Ik zag dat de bestuurder op een autosnelweg buiten de bebouwde kom en tijdens duisternis reed terwijl de achterlichten niet brandden en de voorlichten (ook het dimlicht) afwisselend wel en niet brandden. Ik zag dat de snelheden varieerden van 130 tot 200 kilometer per uur. Ik zag dat de bestuurder vervolgens reed met een snelheid die opliep tot 260 kilometer per uur. Over de gehele gereden afstand op de A27, rechterrijbaan, zag ik dat er voornamelijk vrachtauto's werden gepasseerd. Hierbij zag ik een aantal keer dat de bestuurder opvallend laat - terwijl hij vlak achter de vrachtauto reed op dezelfde rijstrook - een rijstrook verder naar links ging. [15] Ik zag dat de bestuurder bij Baarn de afrit nam en onderaan de afrit op de rotonde over de verhoogde rijbaanscheiding heen linksaf de N414 op reed richting Bunschoten. Hier reed de bestuurder met een snelheid van 180 kilometer per uur verder tot Bunschoten-Spakenburg. Ik zag dat de bestuurder vervolgens ter hoogte van Bunschoten-Spakenburg links voorbij de vluchtheuvel met bord D2 - voorzien van dwangpijl naar rechts - verder reed. Ik zag dat dit was ter hoogte van de Kronkels. Ik zag dat de bestuurder op de Marconiweg door de Landelijke Eenheid werd ingeboxt. Ik zag dat de bestuurder hierbij naar links stuurde en het politiedienstvoertuig van de eenheid […] in de rechterzijkant ramde. [16]
Proces-verbaal van bevindingen (achtervolging) opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 10 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdens de achtervolging welke via de A27, Al en N414 liep heeft de verdachte snelheden behaald tussen de 130 en 240 kilometer per uur. Tijdens de rit over de autosnelwegen zag ik dat de verdachte tweemaal gedeeltelijk gebruik maakte van de vluchtstrook. [17]
Proces-verbaal van bevindingen (achtervolging) opgemaakt voor verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] d.d. 14 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij zagen, voelden en hoorden dat de zwarte Audi tegen onze rechterzijkant botste en wij hoorden aan het ronkende motor- en uitlaatgeluid dat de bestuurder gas bleef geven. [18]
Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] d.d. 14 januari 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
A: Ik zei tegen hem dat ik naar huis wilde en dat hij mij terug moest brengen. Hij was bezig met de politie achter ons en zei dat het wel goed zou komen. Er kwamen alleen maar meer agenten en hij bleef maar rijden. Het was dat de benzine bijna op was, anders was hij niet de afslag afgegaan.
V: Wat zei de bestuurder toen jullie de politie zagen?
A: Ik ga niet stoppen. [19]
feit 4 (overtreding van de Wet Wapens en Munitie)
Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt voor verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] d.d. 14 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Van de N414 rijden wij de Marconiweg te Bunschoten Spakenburg op. Hierna zijn wij overgegaan tot aanhouding. Bij het openen van het dashboardkastje zag ik een plastic zak met daarin munitie. Ik herkende de munitie als 7.62 patronen. Ik zag dat dit een extreem gevuld zakje was. In overleg met de officier ter plaatse is het voertuig afgesloten en het onderzoek gestaakt. Deze zal overgedragen worden aan de forensische opsporing. [20]
Proces-verbaal van bevindingen (forensisch onderzoek Audi RS6 en aantreffen munitie) d.d. 16 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In het voertuig zagen wij in de asbak 62 losse 9mm patronen liggen. In het dashboardkastje zagen wij meerdere gripzakken met 50 losse patronen van het kaliber 9x39 mm. Verder troffen wij losse en verpakte munitie aan, zoals 9 mm patronen, .22 patronen, een afgevuurde kogelhuls en losse patronen waarvan het kaliber ons onbekend was. In het portiervak van het linkervoorportier troffen wij een aantal losse patronen aan. Samenvatting: 148 stuks 9x19 mm, 250 stuks 7,62x39mm, 30 stuks .22; 1 verschoten projectiel; 1 verschoten huls; 2 stuks patroon onbekend kaliber. [21]
Proces-verbaal van bevindingen (kennisgevingen van inbeslagneming) d.d. 14 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
volgnummer 1
Goednummer: 3106426
Object: Munitie
Aantal: 50 stuks
Bijzonderheden: uit plastic zak aangetroffen in dashboardkastje. [22]
volgnummer 2
Goednummer: 3106427
Object: Munitie
Aantal: 50 stuks
Bijzonderheden: uit plastic zak aangetroffen in dashboardkastje. [23]
volgnummer 3
Goednummer: 3106428
Object: Munitie
Aantal: 50 stuks
Bijzonderheden: uit plastic zak uit dashboardkastje. [24]
volgnummer 4
Goednummer: 3106429
Object: Munitie
Aantal: 61 stuks
Kaliber: 9.0
Bijzonderheden: aangetroffen in asbak. [25]
volgnummer 5
Goednummer: 3106430
Object: Munitie
Aantal: 50 stuks
Bijzonderheden: uit zakje aangetroffen in dashboardkastje. [26]
volgnummer 6
Goednummer: 3106431
Object: Munitie
Aantal: 50 stuks
Bijzonderheden: uit zakje aangetroffen in dashboardkastje. [27]
volgnummer 7
Goednummer: 3106432
Object: Munitie
Aantal: 50 stuks
Kaliber: 9.19
Bijzonderheden: cassette uit dashboardkastje. [28]
volgnummer 8
Goednummer: 3106433
Object: Munitie
Aantal: 30 stuks
Kaliber: 9.19
Bijzonderheden: losse patronen uit dashboardkastje. [29]
volgnummer 9
Goednummer: 3106434
Object: Munitie
Aantal: 30 stuks
Kaliber: 0.22
Bijzonderheden: zakjes aangetroffen in dashboardkastje. [30]
volgnummer 10
Goednummer: 3106435
Object: Munitie
Aantal: 6 stuks
Bijzonderheden: losse patronen uit portiervak lv. [31]
volgnummer 11
Goednummer: 3106436
Object: Munitie
Aantal: 3 stuks
Bijzonderheden: 2 patronen en 1 huls uit middenconsole. [32]
Proces-verbaal van bevindingen (categorisering munitie) d.d. 30 juni 2023 (p. 53 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van de aangetroffen en inbeslaggenomen voorwerpen, is in het kader van de Wet Wapens en Munitie, nader onderzoek ingesteld waarbij onderstaande werd bevonden. [33]
categorie II
Scherpe patroon kaliber 7.62x39mm, merk Igman is munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van een scherpschietend vuurwapen kaliber 7.62x39mm af te schieten. Het projectiel is voorzien van een rood/zwart kogelpunt. Dit geeft aan dat dit patroon een zogenaamde lichtspoor (rood) en pantserdoorborend (zwart) patroon is. Derhalve is deze patronen munitie in de zin van artikel 1 aanhef onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie II onder 3 van de Wet Wapens en Munitie. [34]
categorie III
50 scherpe patronen kaliber 7.62x39mm, merken Tula (47x) en Igman (3x);
50 scherpe patronen kaliber 7.62x39mm, merken Suvenir Makedonski Brod (lx),Klimovski (21x), Rusian State Factory 10 (4x), Uzina (11x), S&B (4x), Igman (2x) en onbekend (7x);
49 scherpe patronen kaliber 7.62x39mm, merken Tula (16x), Rusian State Factory 10 (4x), Uzina (14x), Susian Sate Factory 270 (1x), S&B (4x) , Klimovski (6x) en Igman (1x);
50 scherpe patronen kaliber 7.62x39mm, merken Uzina (19x), Klimovski (19x), Rusian State Factory 10 (7x), Igman (1x), S&B (2x) en onbekend (2x);
50 scherpe patronen kaliber 7.62x39mm, merken Uzina (14x), Klimovski (18x), Rusian State Factory 10 (8x) , Igman (1x), S&B (2x) en onbekend (7x);
61 scherpe patronen kaliber 9xl9mm/9mm Luger, merken GFL (7x) , S&B (39x), FN (2x) , nny (1x), MRP (2x) , MMS (1x) en onbekend (9x);
30 scherpe patronen kaliber .221r, merken Rem(ington (29x) en Federal (1x);
. 6 scherpe patronen kaliber 9x19mm, merken S&B (5x) en onbekend (1x);
50 scherpe patronen kaliber 9x19mm, merk S&B;
30 scherpe patronen kaliber 9x19mm/9mm luger, merken S&B 17x), FN (2x), WIN (Chester; 1x), GFL (5x) , MMS (1x), Aguila (1x) en onbekend (3x);
1 scherpe patroon kaliber 7.65mm, merk Geco en 1 scherpe patroon kaliber 9mm Luger, merk S&B. [35]
De onder a t/m e omschreven patronen kaliber 7.62x39mm zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van een scherpschietend vuurwapen kaliber 7.62x39mm af te schieten. De onder f, h, i, j en k omschreven patronen kaliber 9x19mm/9mm Luger zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van een scherpschietend vuurwapen kaliber 9x19mm af te schieten. De onder g omschreven patronen kaliber .221r zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van een scherpschietend vuurwapen kaliber .221r af te schieten. De onder k omschreven patroon kaliber 7.65mm is munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van een scherpschietend vuurwapen kaliber 7.65mm af te schieten. [36] Derhalve zijn deze patronen munitie in de zin van artikel 1 aanhef onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie. [37]
feit 5 (overtreding van de Opiumwet)
Proces-verbaal van bevindingen (aantreffen verdovende middelen) d.d. 14 januari 2023 (p. 10), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 januari 2023 omstreeks 05:30 uur was ik werkzaam als arrestanten verzorger aan het politiecellencomplex te [plaats] . Ik zag dat er in ophoudcel [nummer] een verdachte geplaatst werd. Later bleek dit te gaan om verdachte [verdachte] , [1985] . Ik tastte de kleding van verdachte af. Ik voelde in de rechterbroekzak wat zitten. Ik zag dat er 3 pillen en een zakje wit poeder in zijn zak zaten. [38]
Proces-verbaal van bevindingen (kennisgevingen van inbeslagneming) d.d. 14 januari 2023 (p. 137 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
volgnummer 1
Goednummer: 3104607
Object: verdovende mid (Opium)
Bijzonderheden: 3x blauwe pil. [39]
volgnummer 2
Goednummer: 3104608
Object: verdovende mid (Opium)
Bijzonderheden: zakje wit poeder. [40]
Proces-verbaal van bevindingen (onderzoek verdovende middelen) d.d. 13 februari 2023 (p. 23), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Goednummer: 3104608
SIN: AAQI7588NL
Relatie met SIN: AAPF0696NL
Omschrijving en gewicht: gripzakje met wit poeder 1,23 gram.
Indicatieve test: positief voor cocaïne. [41]
Goednummer: 3104607
SIN: AAQI7589NL
Relatie met SIN: AAPF0695NL
Omschrijving en gewicht: gripzakje met 3 blauwe tabletten Rolls Royce 1,65 gram.
Indicatieve test: positief voor MDMA. [42]
Geschriften, te weten rapportages van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 13 februari 2023 (pagina 26 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
4.3.2
Bewijsoverwegingen
Bewijsoverweging feit 1 (heling Audi RS6 en kentekenplaten [kenteken] )De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte twee keer heeft gezegd dat de Audi RS6 van hem was, namelijk zowel tegen zijn bijrijder als tijdens het verhoor bij de politie. Hij heeft pas bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak iets anders gezegd en verklaard dat hij de auto van iemand had geleend en dat hij de auto alleen die nacht heeft gebruikt. Vanwege zijn eerdere verklaringen tegenover zijn bijrijder en de politie, acht de rechtbank die laatste verklaring niet geloofwaardig. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte al eerder dan de avond/nacht van zijn aanhouding de beschikking heeft gekregen over de Audi RS6. De Audi RS6 bleek echter als gestolen geregistreerd te staan, net als de kentekenplaten die op deze Audi waren aangebracht ( [kenteken] ).
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte ten tijde van het verkrijgen van de Audi en de daarop aangebrachte kentekenplaten met kenteken [kenteken] wist dat deze van diefstal afkomstig waren. De rechtbank gaat daarbij uit van voorwaardelijk opzet: verdachte heeft willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat het om een gestolen auto en gestolen kentekenplaten ging. De rechtbank hecht daarbij in het bijzonder waarde aan de bevindingen van de verbalisanten over de staat waarin ze de auto aantroffen. Er wordt beschreven dat de Audi amateuristisch overgespoten was met zwarte verf, dat de kunststof behuizing van het contactslot vernield was en dat er bedrading los hing. Bovendien bevond zich een (Duits) kentekenbewijs in de auto met daarop een ander kenteken dan op de auto was gemonteerd. Naar het oordeel van de rechtbank zijn dit allemaal duidelijke aanwijzingen dat de auto gestolen is of zou kunnen zijn, maar verdachte heeft daar geen enkele verklaring voor gegeven. De gemonteerde kentekenplaten ( [kenteken] ) bleken bovendien slechts één dag eerder als gestolen opgegeven te zijn, voor welk kort tijdsbestek verdachte geen verklaring heeft gegeven. Bovenstaande maakt dat de rechtbank de opzetheling van de Audi en de kentekenplaten wettig en overtuigend bewezen acht.
Bewijsoverweging feit 2 primair (diefstal kentekenplaten [kenteken] )
De rechtbank komt ook tot een bewezenverklaring voor de diefstal van de andere kentekenplaten, genummerd [kenteken] . Er is aangifte gedaan van de diefstal van deze platen en daarnaast zijn er camerabeelden waarop een persoon te zien is die kentekenplaten van een geparkeerde auto haalt. Het kenteken van het voertuig waarin die persoon komt aangereden, lijkt sterk op [kenteken] (en dus op het gestolen kenteken dat op de Audi RS6 zat toen verdachte daarin werd aangehouden). Daar komt nog bij dat de kleding en de schoenen van de persoon die op de camerabeelden te zien is, grote gelijkenissen vertonen met de kleding en de schoenen die verdachte aanhad bij zijn aanhouding en tijdens het verhoor.
De rechtbank weegt verder mee dat op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de kentekenplaten [kenteken] op 14 januari 2023 omstreeks 02:10 uur zijn weggenomen en dat deze vervolgens korte tijd later, namelijk diezelfde nacht om 03:43 uur, bij verdachte in de auto zijn aangetroffen toen hij werd aangehouden. Bovendien is aan die aanhouding van verdachte een politie-achtervolging van geruime tijd voorafgegaan, en wel vanaf tenminste 03:06 uur. De rechtbank heeft van verdachte geen aannemelijke verklaring gehoord over hoe hij in het resterende, zéér korte tijdsbestek aan deze net gestolen kentekenplaten is gekomen.
Bovenstaande bevindingen, in onderling verband en samenhang bezien, maken dat de rechtbank van oordeel is dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de kentekenplaten heeft gestolen.
Bewijsoverweging feit 3 primair (overtreding van de Wegenverkeerswet)
De rechtbank stelt voorop dat voor de beantwoording van de vraag of bewezen kan worden dat verdachte artikel 5a van de Wegenverkeerswet heeft overtreden, moet worden beoordeeld of i) verdachte de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden, ii) hij dat opzettelijk heeft gedaan, en iii) daardoor gevaar was te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.
In dit geval heeft verdachte een stopteken genegeerd, heeft hij zonder verlichting veel te hard gereden, heeft hij twee keer gebruik gemaakt van de vluchtstrook, over de tegengestelde rijstrook gereden en is tenslotte op een politieauto ingereden. Daarmee is naar oordeel van de rechtbank zonder meer voldaan aan het eerste vereiste. Met betrekking tot het tweede vereiste, het opzet, weegt de rechtbank mee dat uit de bevindingen van de verbalisanten die achter verdachte reden, blijkt dat verdachte meermaals hard gas heeft gegeven en gedurende lange tijd met een dermate hoge snelheid heeft gereden dat het niet anders kan dan dat hij dat opzettelijk heeft gedaan. In dit verband weegt de rechtbank ook mee dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte aan het einde van de achtervolging opzettelijk heeft ingestuurd op één van de politieauto’s, waardoor een botsing is ontstaan. De raadsman heeft weliswaar betoogd dat die gedraging het gevolg is geweest van het ‘inboxen’ door de politie en dat er geen sprake is geweest van opzettelijk inrammen op de politieauto, maar daar gaat de rechtbank niet in mee. De verbalisanten verklaren dat verdachte uitstuurde in de richting van de politieauto die hem trachtte in te boxen en dat hij, ook na die botsing, gas bleef geven. Tenslotte is ook voldaan aan het laatste vereiste: de gevaarzetting. De gevaarzetting ziet in dit geval met name op de aanwezigheid van de bijrijder in de auto van verdachte. Daardoor heeft verdachte namelijk niet alleen zichzelf, maar ook haar in gevaar gebracht, de overige weggebruikers nog daargelaten.
Gelet op bovenstaande is de rechtbank, met de officier van justitie en anders dan de raadsman, van oordeel dat verdachte niet ‘slechts’ het verkeer heeft gehinderd (zoals subsidiair ten laste is gelegd), maar dat hij levensgevaarlijk heeft gereden (zoals primair ten laste is gelegd). Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring voor de overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet.
Bewijsoverweging feit 4 (overtreding van de Wet Wapens en Munitie)
Bij een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van munitie in de zin van artikel 26 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie is vereist dat verdachte deze munitie bewust aanwezig heeft gehad. Die bewustheid hoeft zich niet uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van de munitie of tot de exacte locatie van die munitie. Daarnaast is nodig dat verdachte feitelijke macht over de munitie heeft kunnen uitoefenen in de zin dat hij daarover heeft kunnen beschikken.
In dit geval stelt de rechtbank vast dat er bij verdachte in de auto een enorme hoeveelheid munitie is aangetroffen. Dat verdachte op dat moment de bestuurder van die auto was, maakt al dat hij de feitelijke macht had over de daarin aangetroffen goederen waardoor voldaan is aan het vereiste van beschikkingsmacht. Gelet op de hoeveelheid aangetroffen munitie en de (direct zichtbare) plaatsen waar deze is aangetroffen, kan het naar oordeel van de rechtbank ook niet anders dan dat verdachte deze munitie heeft gezien en zich bewust was van de aanwezigheid daarvan. Daarmee is ook voldaan aan de vereiste wetenschap en komt de rechtbank ook voor dit feit tot een bewezenverklaring.
Bewijsoverweging feit 5 (overtreding van de Opiumwet)
Verdachte heeft ter zitting ontkend dat de aangetroffen verdovende middelen van hem waren, die zouden van zijn bijrijder zijn geweest. De rechtbank gaat aan deze ontkenning voorbij, omdat deze verdovende middelen, zo blijkt uit de bewijsmiddelen, tijdens de fouillering in de broekzak van verdachte zijn aangetroffen. Daarmee was hij degene die de middelen aanwezig had.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:op 14 januari 2023, te Bunschoten-Spakenburg, een personenauto (merk Audi, type RS6) en twee kentekenplaten voorzien van kenteken [kenteken] , voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
ten aanzien van feit 2:op 14 januari 2023, te Drunentwee kentekenplaten voorzien van kenteken [kenteken] , die geheel aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
ten aanzien van feit 3:op 14 januari 2023 in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A27 en Rijksweg A1 en Rijksweg N414 en Marconiweg, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- gedurende een (langere) tijd met een zeer hoge snelheid, te rijden en
- (met voornoemde) zeer hoge snelheid geen gevolg te geven aan het door een politieambtenaar gegeven stopteken middels het politie-transparant en
- (daarbij) op de Rijksweg N414 tegen de rijrichting in te rijden en te blijven rijden en
- (daarbij) te rijden met gedoofde verlichting (terwijl het nacht was) en
- in strijd met artikel 43 lid 3 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens zonder noodzaak gebruik te maken van de vluchtstrook en
- meerdere keren zeer dicht achter een ander voertuig te rijden,
- met zijn voertuig tegen de zijkant van een politievoertuig te rijden/botsen, terwijl dit politievoertuig het voertuig van verdachte trachtte klem te rijden, door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
ten aanzien van feit 4:op 14 januari 2023 te Bunschoten-Spakenburgmunitie van categorie II van de Wet Wapens en Munitie, te weten 1 patroon van het kaliber 7.62x39mm (pantserdoorborend), en munitie van categorie III van de Wet Wapens en munitie, te weten 249 patronen van het kaliber 7.62x39mm, 91 patronen van het kaliber 9x19mm/9mm, 30 patronen van het kaliber .221r, 56 patronen van het kaliber 9x19mm, 2 patronen van het kaliber 7.65mm en 1 patroon van het kaliber 9mm, voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 5:op 14 januari 2023 te Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,23 gram, cocaïne en ongeveer 1,65 gram MDMA, als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: opzetheling, meermalen gepleegd;
feit 2 primair: diefstal;
feit 3 primair: overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 4: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, meermalen gepleegd;
feit 5: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden (met aftrek van het voorarrest) en daarnaast een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank primair verzocht om toepassing te geven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, subsidiair om te volstaan met een straf gelijk aan de duur van het voorarrest en meer subsidiair om bij de strafoplegging rekening te houden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en met de overschrijding van de redelijke termijn.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en de maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De rechtbank stelt voorop dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een hele reeks strafbare feiten. Er heeft allereerst een achtervolging plaatsgevonden omdat verdachte op de vlucht sloeg voor de politie. Bij die achtervolging heeft verdachte op meerdere manieren de verkeersregels grof geschonden, onder andere door veel en veel te hard te rijden en door spook te rijden. Daarmee heeft hij de veiligheid van zijn bijrijder en de overige weggebruikers ernstig in gevaar gebracht. Daarna is gebleken dat verdachte daarbij in een gestolen auto met gestolen kentekenplaten reed, en ook nog gestolen kentekenplaten bij zich had. Daarmee heeft verdachte laten zien dat hij op geen enkele manier de eigendomsrechten van anderen heeft gerespecteerd.
Vervolgens is er nog een enorme - en daarmee bijzonder zorgwekkende - hoeveelheid munitie bij verdachte in de auto aangetroffen. Het ongecontroleerde bezit van munitie is gevaarzettend, brengt risico’s mee voor de veiligheid van personen en veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Tenslotte heeft verdachte ook nog verschillende soorten harddrugs voorhanden gehad. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar vormt voor de gezondheid.
Strafblad
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) van verdachte van 8 september 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld, zowel voor het overtreden van de Wet Wapens en Munitie als voor de Opiumwet. Daarnaast liep verdachte ook nog in meerdere proeftijden. Deze eerdere veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank weegt het strafblad daarom in strafverzwarende zin mee.
Persoonlijke omstandigheden
Er is niet zoveel bekend over de persoonlijke omstandigheden van verdachte en er zijn in deze strafzaak geen rapportages opgemaakt. De informatie die bij de rechtbank wel bekend is, beperkt zich tot het feit dat verdachte momenteel gedetineerd is vanwege een andere, niet onherroepelijke, veroordeling (waarbij hij is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden en terbeschikkingstelling met dwangverpleging).
Strafoplegging
De rechtbank is, gelet op de hoeveelheid en de ernst van de feiten, van oordeel dat niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank vindt, alles afwegend, een gevangenisstraf van 140 dagen passend en geboden, maar ziet ook dat de redelijke termijn in deze strafzaak behoorlijk is overschreden en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. De rechtbank zal de op te leggen gevangenisstraf daarom iets matigen en volstaan met een gevangenisstraf voor de duur van 126 dagen (met aftrek van het voorarrest).
Daarnaast is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat, gelet op het levensgevaarlijke rijgedrag van verdachte, een ontzegging van de rijbevoegdheid passend is. De rechtbank zal deze ontzegging daarom voor de duur van 12 maanden opleggen.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslaggenomen verdovende middelen moeten worden onttrokken aan het verkeer, dat de kentekenbewijzen verbeurd moeten worden verklaard en dat het rijbewijs, de passen en de afstandsbediening kunnen worden teruggegeven aan de rechthebbende(n).
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslaggenomen verdovende middelen onttrekken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Daarnaast zal de rechtbank de kentekenbewijzen verbeurd verklaren omdat met betrekking tot deze voorwerpen de bewezenverklaarde diefstal en heling zijn begaan. Tenslotte zal de rechtbank gelasten dat de overige in beslag genomen goederen (een rijbewijs, de passen en een afstandsbediening) worden kunnen teruggegeven aan degene(n) die redelijkerwijs als rechthebbende(n) van deze voorwerpen kan of kunnen worden aangemerkt. Bovenstaande beslagbeslissingen zijn gespecificeerd in het dictum van dit vonnis.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 22b, 33, 33a, 36b, 36c, 57, 63, 310 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen van 5a, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet, de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie en de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder 1, 2 (primair), 3 (primair), 4 en 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
  • verklaart het onder 1, 2 (primair), 3 (primair), 4 en 5 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar.
Strafoplegging
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • ontzegt verdachte ter zake van het onder 3 (primair) bewezenverklaarde de
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 3 STK Verdovende Middelen (3104607, blauw);
  • 1 STK Verdovende Middelen (3104608, wit);
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Kentekenbewijs (3112648)
  • 1 STK Kentekenbewijs (3112656)
  • 1 STK Kentekenbewijs (3114669)
- gelast de teruggave aan de rechthebbende(n) van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK Rijbewijs (3104705)
  • 2 STK Pas (3112645)
  • 1 STK Afstandsbediening (3112651).
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.M. Nootenboom-Lock, voorzitter, mr. A.M.M. Lemmen en mr. T.M. Sanders, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Besselink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 november 2025.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 14 januari 2023, te Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, een personenauto (merk Audi, type RS6) en twee kentekenplaten voorzien van kenteken [kenteken] , althans een of meerdere goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat goed/ die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2
hij op of omstreeks 14 januari 2023, te Drunen, gemeente Heusden, althans in Nederland, twee kentekenplaten voorzien van kenteken [kenteken] , in elk geval een of meerdere goederen, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 januari 2023, te ’s Drunen, gemeente Heusden, althans in Nederland, twee kentekenplaten voorzien van kenteken [kenteken] , althans een of meerdere goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3
hij op of omstreeks 14 januari 2023, te Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A27 en/of Rijksweg A1 en/of Rijksweg N414 en/of Marconiweg, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- gedurende een (langere) tijd met een zeer hoge snelheid, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse verantwoord was te rijden en/of
- (met voornoemde) zeer hoge snelheid geen gevolg te geven aan het door een
politieambtenaar gegeven stopteken middels het politie-transparant en/of
-(daarbij) op de Rijksweg N414 tegen de rijrichting in te rijden en/of te blijven
rijden, terwijl hij, verdachte, daarbij een tegenligger en/of een ander voertuig die hem, verdachte, tegemoet kwam rijden, is gepasseerd en/of
- (daarbij) te rijden met gedoofde verlichting (terwijl het nacht was) en/of
- in strijd met artikel 43 lid 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens zonder noodzaak gebruik te maken van de vluchtstrook en/of
- meerdere keren zeer dicht achter een ander voertuig te rijden,
- met zijn voertuig tegen de zijkant van een politievoertuig te rijden/botsen, terwijl dit politievoertuig het voertuig van verdachte trachtte te passeren en/of klem te rijden, door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 januari 2024, te Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A27 en/of Rijksweg A1 en/of Rijksweg N414 en/of Marconiweg,
- gedurende een (langere) tijd met een zeer hoge snelheid, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse verantwoord was te rijden en/of
- (met voornoemde) zeer hoge snelheid geen gevolg te geven aan het door een politieambtenaar gegeven stopteken middels het politie-transparant en/of
- (daarbij) op de Rijksweg N414 tegen de rijrichting in te rijden en/of te blijven
rijden, terwijl hij, verdachte, daarbij een tegenligger en/of een ander voertuig die hem, verdachte, tegemoet kwam rijden, is gepasseerd en/of
- (daarbij) te rijden met gedoofde verlichting (terwijl het nacht was) en/of
- in strijd met artikel 43 lid 3 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens zonder noodzaak gebruik te maken van de vluchtstrook en/of
- meerdere keren zeer dicht achter een ander voertuig te rijden,
- met zijn voertuig tegen de zijkant van een politievoertuig te rijden/botsen, terwijl dit politievoertuig het voertuig van verdachte trachtte te passeren en/of klem te rijden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
4
hij op of omstreeks 14 januari 2023 te Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, munitie van categorie II van de Wet Wapens en Munitie, te weten 1 patroon van het kaliber 7.62x39mm (pantserdoorborend), en/of munitie van categorie III van de Wet Wapens en munitie, te weten 249 patronen van het kaliber 7.62x39mm, 91 patronen van het kaliber 9x19mm/9mm, 30 patronen van het kaliber .221r, 56 patronen van het kaliber 9x19mm, 2 patronen van het kaliber 7.65mm en 1 patroon van het kaliber 9mm, voorhanden heeft gehad;
5
hij op of omstreeks 14 januari 2023 te Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,23 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/ of ongeveer 1,65 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, althans telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 7 juli 2023, genummerd PL0900-2023015928 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 170. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.p. 80.
3.p. 81.
4.p. 84.
5.p. 121.
6.p. 135.
7.p. 141.
8.p. 31.
9.p. 32.
10.p. 44.
11.p. 45.
12.p. 86.
13.p. 19.
14.p. 3.
15.p. 2.
16.p. 3.
17.p. 47.
18.p. 5.
19.p. 134.
20.p. 11.
21.p. 32.
22.p. 147.
23.p. 148.
24.p. 148.
25.p. 148.
26.p. 149.
27.p. 149.
28.p. 149.
29.p. 150.
30.p. 150.
31.p. 150.
32.p. 151.
33.p. 53.
34.p. 55.
35.p. 54.
36.p. 54.
37.p. 55.
38.p. 10.
39.p. 137.
40.p. 138.
41.p. 24.
42.p. 25.