ECLI:NL:RBMNE:2025:5828

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 september 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
C/16/589374 / FL RK 25-227
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding tussen partijen gehuwd in Egypte met afwijkende huwelijksdatum

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 september 2025 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die gehuwd zijn in Egypte. De vrouw verzocht de rechtbank om de echtscheiding uit te spreken, waarbij zij aangaf dat het huwelijk duurzaam ontwricht was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een rechtsgeldig huwelijk bestaat dat in Nederland erkend kan worden, ondanks de afwijkende huwelijksdatum in de Basisregistratie Personen (BRP) ten opzichte van de huwelijksakte. De vrouw heeft de Egyptische nationaliteit en de man de Soedanese nationaliteit. De rechtbank heeft de bevoegdheid om te oordelen over het verzoek, omdat de vrouw ten minste een jaar in Nederland verblijft. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de paspoortnummers van beide partijen opgenomen in de beschikking, zodat deze informatie gebruikt kan worden voor de inschrijving van de echtscheiding in Egypte. De beslissing is niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat het huwelijk pas eindigt op het moment van inschrijving in de registers van de burgerlijke stand. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Lelystad
zaaknummer: C/16/589374 / FL RK 25-227
Echtscheiding
Beschikking van 1 september 2025
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. I.M. van Kuilenburg,
tegen
[de man],
volgens de huwelijksakte ook genaamd
[de man] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
hierna te noemen: de man.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift van de vrouw (met bijlagen), binnengekomen op 5 februari 2025;
  • het openbaar exploot van 10 februari 2025 en de publicatie daarvan in de Staatscourant van 17 februari 2025, Nr. [nummer] ;
  • het bericht van de vrouw van 28 mei 2025 (via F9-formulier);
  • de brief van de vrouw van 6 juni 2025;
  • het bericht van de vrouw van 12 juni 2025;
  • het bericht van de vrouw van 15 juli 2025 (via F9-formulier).
1.2.
Binnen de daarvoor gestelde termijn is geen verweerschrift ingediend.
1.3.
Een mondelinge behandeling heeft niet plaatsgevonden.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
In het uittreksel uit de Basisregistratie Personen van de vrouw van de gemeente Dronten staat dat partijen gehuwd zijn op [datum] 2023 te [plaats] (Egypte). Uit het marriage certificate van de Arab Republic of Egypt met nr. [nummer] (hierna: de huwelijksakte) volgt dat het huwelijk van partijen op [datum] 2024 te [locatie] , [plaats] (Egypte) is geregistreerd.
2.2.
De man heeft de Soedanese nationaliteit. De vrouw heeft de Egyptische nationaliteit.
2.3.
De vrouw verzoekt de rechtbank de echtscheiding tussen partijen uit te spreken.

3.De beoordeling

De bevoegdheid van de rechtbank en het recht dat van toepassing is
3.1.
In het uittreksel Basisregistratie Personen van de vrouw staat dat zij zich op
28 september 2024 in Nederland heeft gevestigd. Uit het rapport aanmeldgehoor van de IND volgt echter dat de vrouw op 30 oktober 2023 in Nederland is aangekomen. De rechtbank zal deze laatstgenoemde datum aanhouden voor het bepalen van de bevoegdheid.
3.2.
De rechtbank is bevoegd te beslissen op het verzoek van de vrouw, omdat zij ten minste een jaar voorafgaand aan de indiening van haar verzoekschrift in Nederland verblijft. [1] Het Nederlands recht is op haar verzoek van toepassing. [2]
Rechtsgeldig huwelijk en voor erkenning vatbaar
3.3.
De vrouw heeft aangegeven dat het traditioneel huwelijk tussen partijen op
[datum] 2023 is voltrokken. De registratie van het huwelijk bij de Egyptische autoriteiten heeft vervolgens op [datum] 2024 plaatsgevonden, zoals vastgelegd in de huwelijksakte.
3.4.
De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat in Nederland erkend wordt. [3] Het huwelijk is ook ingeschreven in de Basisregistratie Personen van de gemeente Dronten.
De echtscheiding
3.5.
De rechtbank zal de echtscheiding tussen partijen uitspreken omdat aan de wettelijke vereisten is voldaan. [4] De vrouw vindt namelijk dat het huwelijk van partijen duurzaam is ontwricht. Dat betekent dat partijen niet samen verder kunnen als echtgenoten.
3.6.
Dit betekent dat echtscheiding van de vrouw (met paspoortnummer: [nummer] ) en van de man (met paspoortnummer: [nummer] ) op basis van het marriage certificate van de Arab Republic of Egypt geregistreerd onder nummer: [nummer] wordt uitgesproken.
3.7.
De vrouw heeft de rechtbank bericht dat de informatie zoals genoemd onder 3.6. in deze beschikking vermeld dient te worden om de door deze rechtbank uitgesproken echtscheiding in Egypte in te schrijven.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.8.
De rechtbank zal de beslissing niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren. De echtscheiding kan de rechtbank niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het huwelijk pas eindigt op het moment dat deze beschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, getrouwd op [datum] 2023 in [plaats] (Egypte), volgens het marriage certificate van de Arab Republic of Egypt met nr. [nummer] op
12 februari 2024.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M. Weistra, rechter, in samenwerking met mr. J.J. Terpstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 september 2025.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 3 sub a onder v Brussel II-ter.
2.Artikel 10:56 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
3.Artikel 10:31 BW.
4.Artikel 1:151 van het BW.