ECLI:NL:RBMNE:2025:5839

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 november 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
11685919
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en verklaringen van recht na aankoop van defecte auto

In deze zaak heeft eiser, namens zijn schoonvader, een Volvo V60 plug-in Hybride gekocht van gedaagde. Kort na de aankoop vertoonde de auto gebreken, die gedaagde niet wilde verhelpen. Eiser heeft de kosten van herstel door een andere garage gevorderd, evenals schadevergoeding en andere verklaringen van recht. De kantonrechter heeft alle vorderingen van eiser afgewezen, omdat eiser geen contractpartij is bij de koopovereenkomst tussen zijn schoonvader en gedaagde. Eiser heeft de procedure in eigen hoedanigheid gestart, maar de koopovereenkomst is gesloten tussen zijn schoonvader en gedaagde. Hierdoor kan eiser geen vorderingen indienen tegen gedaagde. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde niet kan worden veroordeeld tot betaling aan eiser, en heeft eiser in de proceskosten veroordeeld. De proceskosten zijn begroot op € 595,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11685919 \ UC EXPL 25-3992
Vonnis van 12 november 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: A.J. Hamming,
tegen

1.de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2], vennoot van gedaagde sub 1,
wonende in [woonplaats] (België),
3.
[gedaagde sub 3],
wonende in [woonplaats] (België), vennoot van gedaagde sub 1,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende in [woonplaats] , vennoot van gedaagde sub 1,
gedaagde partijen,
hierna samen en in vrouwelijk enkelvoud te noemen: [gedaagde sub 1] ,
gemachtigde: mr. D. Coskun.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft de volgende stukken ontvangen en gelezen:
- de dagvaardingen met producties;
- de conclusie van antwoord met producties.
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 10 oktober 2025. [eiser] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens [gedaagde sub 1] is verschenen
[gedaagde sub 4] , bijgestaan door de gemachtigde. Door of namens partijen zijn de standpunten toegelicht en is antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter. Daarvan heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Na sluiting van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter beslist dat vonnis zal worden gewezen.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiser] heeft namens zijn schoonvader, [A] (hierna te noemen: [A] ), een auto van het merk Volvo type V60 plug-in Hybride (hierna: de auto) bij [gedaagde sub 1] gekocht. Volgens [eiser] vertoonde de auto kort na de koop gebreken en heeft [gedaagde sub 1] die niet willen oplossen. Daarom zijn die gebreken door een andere garage verholpen. De kosten van dat herstel vordert [eiser] in deze procedure, naast meerdere verklaringen van recht, schadevergoeding, rente en kosten.
2.2.
De kantonrechter wijst alle vorderingen van [eiser] af, omdat [eiser] vanuit zijn eigen hoedanigheid [gedaagde sub 1] heeft gedagvaard. Dit terwijl hij geen contractpartij is bij de tussen [A] en [gedaagde sub 1] gesloten koopovereenkomst. Dit wordt hierna uitgelegd.

3.De beoordeling

[eiser] heeft geen vorderingen jegens [gedaagde sub 1]
3.1.
[eiser] is deze procedure in eigen hoedanigheid/op eigen titel gestart.
3.2.
Hij heeft het volgende aan de kantonrechter gevraagd:
  • een verklaring van recht dat sprake is van een consumentenkoop, dat de ontstane directe schade en herstelkosten € 2.661,58 zijn en dat de indirecte kosten € 275,00 zijn; in totaal dus € 2.936,58;
  • een verklaring van recht dat de door [gedaagde sub 1] aan [eiser] verkochte en afgeleverde auto met het kenteken [kenteken] niet beantwoordt aan de koopovereenkomst (non-conformiteit) en dat [gedaagde sub 1] jegens [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de met hem gesloten koopovereenkomst waardoor [gedaagde sub 1] jegens [eiser] volledig aansprakelijk is voor alle hierdoor door [eiser] reeds geleden en nog te lijden schade;
  • de veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiser] verschillende bedragen, kosten en rente te betalen.
3.3.
Al deze vorderingen heeft [eiser] gebaseerd op de koopovereenkomst die op 3 juni 2024 met [gedaagde sub 1] is gesloten en de gestelde tekortkoming van [gedaagde sub 1] in de nakoming van haar verplichtingen uit deze koopovereenkomst.
3.4.
Om deze vorderingen te kunnen toewijzen is
in ieder gevalnodig dat [eiser] contractspartij is bij de koopovereenkomst die op 3 juni 2024 is gesloten met [gedaagde sub 1] ; dat [eiser] de koper is van de auto. Dat is [eiser] niet. Zoals in de dagvaarding staat en tijdens de zitting met partijen is besproken, zijn [A] en [gedaagde sub 1] de contractspartijen bij de koopovereenkomst. Zij hebben een koopovereenkomst met elkaar gesloten, [A] heeft de koopprijs aan [gedaagde sub 1] betaald en [gedaagde sub 1] heeft de auto aan [A] geleverd. [eiser] heeft bij het sluiten van de koopovereenkomst enkel als gemachtigde van [A] opgetreden. Als iemand vorderingen tegen [gedaagde sub 1] heeft die zijn gebaseerd op de koopovereenkomst en de gestelde tekortkomingen van [gedaagde sub 1] in de nakoming van haar verplichtingen uit deze overeenkomst, dan is dat [A] en niet [eiser] .
3.5.
Omdat [eiser] geen contractspartij is bij de koopovereenkomst, kan
[gedaagde sub 1] niet worden veroordeeld om de gevorderde bedragen, kosten en rente aan [eiser] te betalen en kunnen de gevorderde verklaringen van recht niet tussen [eiser] en [gedaagde sub 1] worden uitgesproken. Daarom wijst de kantonrechter alle vorderingen van [eiser] af. Het verweer van [gedaagde sub 1] dat alle vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen, omdat hij geen contractspartij bij de koopovereenkomst is, slaagt dus.
[eiser] moet de proceskosten betalen
3.6.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en wordt daarom in de kosten veroordeeld. Dit betekent dat hij de proceskosten (inclusief nakosten) van [gedaagde sub 1] aan haar moet betalen. De proceskosten van [gedaagde sub 1] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
476,00
(2 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
595,00
Niet uitvoerbaar bij voorraad
3.7.
De veroordeling van [eiser] in de proceskosten van [gedaagde sub 1] wordt niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [gedaagde sub 1] dat niet heeft gevraagd.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af;
4.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten; hij moet de proceskosten van
[gedaagde sub 1] € 595,00 aan haar te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna aan hem wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ramsaroep en in het openbaar uitgesproken op 12 november 2025. [1]
De griffier, De kantonrechter,

Voetnoten

1.Type.: LHJ/63796