Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Zitting
- de verdachte;
- de officier van justitie: mr. M.M. Rademaker;
- de advocaat van de verdachte: mr. R.I. Takens, advocaat in Amsterdam;
- de advocaat van de benadeelde partij [slachtoffer] : mr. F.M.M. Buijs, advocaat in Amersfoort.
2.Tenlastelegging
3.Bewijs
met een stalen pijp tegen het lichaam slaan. De aangever heeft hierover wisselend verklaard en het gebruik van een stalen pijp volgt niet uit objectief (steun)bewijs.
4.Kwalificatie en strafbaarheid
5.Straf
6.Vordering benadeelde partij
- kosten wegslepen bus:
- ziekenhuisdaggeldvergoeding:
- weggenomen geld:
- ziekenhuiskosten:
- kosten nieuwe documenten:
- weggenomen goederen:
- kosten vervangen sloten bus:
7.Toegepaste wetsartikelen
8.De beslissing
20 (twintig) maanden;
6 (zes) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
2 (twee) jarenvast;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van
- veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 juni 2024 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door anderen (gedeeltelijk) is betaald, de verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde ten aanzien van de materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering ten aanzien van de ziekenhuiskosten kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 5.670,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 juni 2024 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 63 dagen gijzeling;
- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededaders op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] [2] van 15 november 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] [3] van 23 juli 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] [4] van 12 juni 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van aanvullend verhoor van aangever [slachtoffer] [5] van 12 juni 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlagen [6] van 11 juni 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
letselrapportage van 11 juni 2024 van GGD Flevoland, [9] volgt, zakelijk weergegeven: