ECLI:NL:RBMNE:2025:5852
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen een omgevingsvergunning voor de bouw van woningen met een voetpad langs de woning van eiseres
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de omgevingsvergunning die op 22 april 2025 is verleend aan vergunninghouder voor het bouwen van 35 woningen op een perceel in [plaats]. Eiseres is het niet eens met de aanleg van een voetpad langs haar woning, dat onderdeel uitmaakt van de omgevingsvergunning. De rechtbank heeft op 31 oktober 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van het college aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de vergunninghouder. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan, waarbij het beroep van eiseres ongegrond werd verklaard. Dit betekent dat de omgevingsvergunning in stand blijft en de vergunninghouder de woningen en het voetpad mag aanleggen.
De rechtbank oordeelt dat de bouw van de woningen en de aanleg van het voetpad in strijd zijn met het omgevingsplan, maar dat het college bij de verlening van de omgevingsvergunning beleidsruimte heeft om belangen af te wegen. Eiseres doet een beroep op het vertrouwensbeginsel, maar de rechtbank oordeelt dat er geen toezegging is gedaan die dit beroep kan onderbouwen. Ook de andere beroepsgronden van eiseres worden verworpen, waaronder de claim dat het college de gemeenteraad onvoldoende heeft geïnformeerd en dat de participatie niet conform de Participatiegids heeft plaatsgevonden. De rechtbank concludeert dat de vrees van eiseres voor onaanvaardbare overlast niet gegrond is en dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen.