In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 17 november 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend op 19 september 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade bij de Commissie Werkelijke Schade. Verweerder, de Dienst Toeslagen, heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het indienen van een beroep door eiseres op 16 oktober 2024, nadat zij verweerder in gebreke had gesteld op 26 september 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen twee weken na verzending van de uitspraak.
De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd van € 50,- per dag voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds verweerder in gebreke is. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 51,-. De uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de consequenties van het niet naleven van deze verplichting.