ECLI:NL:RBMNE:2025:6060
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot betaling door indirect bestuurder van vennootschap na faillissement
In deze zaak heeft eiser werkzaamheden verricht voor de vennootschap van gedaagde, maar een deel van de facturen, ter waarde van € 18.810,00, is niet voldaan. Eiser vordert betaling van gedaagde, die als indirect bestuurder van de vennootschap fungeert. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat gedaagde niet met de vennootschap kan worden vereenzelvigd en er geen onrechtmatige daad is vastgesteld. De rechter oordeelt dat vereenzelviging alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk is, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. Eiser heeft niet aangetoond dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld, en de samenwerking tussen eiser en gedaagde was zakelijk, niet persoonlijk. Gedaagde heeft ook een eenmanszaak, maar deze was niet actief in dezelfde sector en er is geen bewijs dat gedaagde de schuldeisers heeft willen ontwijken. Eiser wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van gedaagde betalen, die zijn begroot op € 1.221,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.