ECLI:NL:RBMNE:2025:6069

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 oktober 2025
Publicatiedatum
11 november 2025
Zaaknummer
11867798 UV EXPL 25-217
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot re-integratie in de functie van Aspirant-machinist en salarisaanpassing

In deze zaak vordert de werknemer, die arbeidsongeschikt is, dat zijn werkgever, NS Reizigers B.V., hem in staat stelt te re-integreren in de functie van Aspirant-machinist binnen bepaalde werktijden. De kantonrechter heeft op 31 oktober 2025 uitspraak gedaan in kort geding. De werknemer stelt dat hij recht heeft op deze functie en bijbehorende voorwaarden, maar de werkgever betwist dat er overeenstemming is bereikt over de functie en de werktijden. De kantonrechter oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat partijen zijn overeengekomen dat de werknemer de functie van Aspirant-machinist zou vervullen. De werkgever heeft geen toezegging gedaan over de werktijden en de werknemer heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stelling. De vordering wordt afgewezen, evenals de vordering om het salaris te baseren op de salarisgroep van Teammanager. De werknemer wordt veroordeeld in de proceskosten van de werkgever, die op €949,00 zijn begroot.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11867798 \ UV EXPL 25-217 MS/1270
Vonnis in kort geding van 31 oktober 2025
in de zaak van
[eiser],
wonend in [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. A.P. van Geffen,
tegen
NS REIZIGERS B.V.,
gevestigd in Utrecht,
gedaagde partij,
hierna te noemen: NS,
gemachtigde: mr. A.S. Boonstra.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter beschikt over de volgende stukken:
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de aanvullende producties van [eiser] ;
- de aanvullende productie van NS.
1.2.
Op 15 oktober 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Beide partijen hebben pleitnota’s overgelegd en voorgedragen en op vragen van de rechter en elkaar gereageerd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt
1.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiser] is arbeidsongeschikt en wil dat NS, zijn werkgever, hem laat re-integreren in de functie van Aspirant-machinist tussen 9:00 en 17:00 uur of tussen 10:00 en 22:00 uur. Deze vordering wordt afgewezen, omdat niet aannemelijk is geworden dat partijen deze functie zijn overeengekomen en NS ook geen toezegging heeft gedaan dat [eiser] deze functie binnen deze werktijden kon gaan vervullen.
3. De beoordeling
Inleiding
3.1.
[eiser] , geboren op [geboortedatum] 1969, is per 9 maart 2015 in dienst getreden bij NS als Hoofdconducteur. Hij heeft inmiddels een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
3.2.
[eiser] is vanaf 2018 verschillende keren langere periodes arbeidsongeschikt geweest.
Op 20 juni 2018 heeft een arbeidsdeskundige in het kader van zijn re-integratie een Functie mogelijkheden lijst (FML) opgesteld. Hierin staat dat [eiser] beperkt is om ’s nachts tussen 00:00 en 06:00 uur te werken. Er staat verder: “Werknemer heeft baat bij rust en regelmaat in leven en werk. Nacht- en vroege ochtenddiensten zijn medisch niet verantwoord (zie boven). Voor de haalbare diensten geldt: zorg voor een constant ritme. In de praktijk betekent het dat hij constant op normale kantooruren werkt of constant in een middagrooster (maar niet ’s nachts). (…)”
3.3.
[eiser] bekleedt per 1 december 2021 de functie van Teammanager Hoofdconducteurs (hierna: Teammanager HC) met als standplaats [plaats 1] . Dit is een functie met onregelmatigheid en wachtdiensten die ook ’s nachts zijn.
3.4.
[eiser] heeft in de jaren 2022 en 2023 een arbeidsconflict gehad met zijn leidinggevende. Er heeft mediation plaatsgevonden, waarna [eiser] en NS op 22 december 2023 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten. Daarbij is afgesproken dat [eiser] in de periode van 1 februari 2024 tot 1 juni 2024 onderzoek zou doen naar het vervolgen van zijn loopbaan binnen NS in een andere functie dan Teammanager HC. Hij zou zich meer specifiek richten op een functie op het vlak van projectmanagement, een facilitair georiënteerde functie of de functie van Machinist of Hoofdconducteur. Als [eiser] op 1 mei 2024 geen nieuwe functie zou hebben gevonden waarin hij per 1 juni 2024 kon starten, dan zou overleg plaatsvinden over de functie waarin hij per die datum zou gaan werken. Daarbij was het uitgangspunt dat hij de functie van Machinist, Hoofdconducteur of Teammanager HC zou gaan vervullen. Als partijen hier geen overeenstemming over zouden kunnen bereiken, zou [eiser] worden verzocht zijn werkzaamheden te hervatten als Teammanager HC.
3.5.
[eiser] had op 1 mei 2024 nog geen nieuwe functie gevonden. Hij is per 1 augustus 2024 volledig hersteld gemeld. [eiser] heeft uiteindelijk - na een tijdelijke plaatsing bij een ander bedrijfsonderdeel - aangegeven dat hij graag de opleiding tot Machinist wilde gaan volgen. Partijen verschillen van mening over de vraag of [eiser] hiertoe heeft besloten omdat hij de functie van Teammanager HC liever niet meer wilde vervullen of omdat NS hem deze functie niet meer kon aanbieden.
3.6.
NS heeft medewerking verleend aan de wens van [eiser] om Machinist te worden. [eiser] heeft met succes een assessment afgelegd en heeft ook een medisch en psychologisch onderzoek ondergaan. NS heeft [eiser] in een brief van 16 december 2024 een arbeidsvoorwaardenvoorstel gestuurd. In het voorstel stond vermeld dat [eiser] niet tussen 00:00 en 06:00 uur kon worden ingezet omdat hij beperkt was voor nacht- en vroege ochtenddiensten. In de brief werd verder het salaris genoemd dat [eiser] als Machinist zou gaan verdienen en werd ook vermeld dat op hem de reguliere compensatieregeling van artikel 89a van de cao NS (hierna: de cao) van toepassing zou zijn. Daarbij zou zijn huidige salaris in drie stappen over 18 maanden worden afgebouwd. [eiser] heeft dit voorstel niet geaccepteerd.
3.7.
[eiser] heeft in een e-mail van 30 december 2024 aan zijn leidinggevende mevrouw [A] (hierna: [A] ) en de heer [B] , Teammanager Machinisten in [plaats 2] , in herinnering gebracht dat hij een urenbeperking heeft en dat hij door een medische beperking geen onregelmatige diensten werkt maar alleen tijdens kantooruren.
3.8.
Op 30 januari 2025 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen onder meer [eiser] en [A] . [A] heeft in dit gesprek gezegd dat het haar niet eerder bekend was dat [eiser] alleen tijdens kantooruren kon werken en zij heeft zich op het standpunt gesteld dat hij daarom de operationele functies die in de vaststellingsovereenkomst zijn genoemd, zoals Machinist, niet zou kunnen vervullen. [A] heeft dit in een e-mail van 10 februari 2025 nog eens bevestigd. [eiser] heeft zich daarna ziekgemeld.
3.9.
De bedrijfsarts [C] heeft op 27 februari 2025 geoordeeld dat [eiser] beperkt is voor vroege ochtend- en late avonddiensten en kan werken tussen 06:00 en 22:00 uur. Op 28 april 2025 heeft de bedrijfsarts [D] een second opinion afgegeven. Deze bedrijfsarts heeft ook geoordeeld dat [eiser] inzetbaar is tussen 06:00 tot 22:00 uur. Hij heeft verder geschreven dat hervatting van werkzaamheden op redelijke termijn en op passende tijden een bijdrage zal leveren aan het herstelproces en dat deze passende tijden nadrukkelijk tijden zijn die later op de dag hun aanvang vinden.
3.10.
Partijen hebben uitgebreid over deze kwestie gecorrespondeerd. [eiser] heeft in dat kader aangeboden om tussen 10:00 en 22:00 uur te werken. Het is partijen echter niet gelukt tot een oplossing te komen.
3.11.
De bedrijfsarts [C] heeft op 26 juni 2025 geadviseerd een expertiseonderzoek aan te vragen voor advies over de meest passende behandeling en het opstellen van een belastbaarheidsprofiel. Dit onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden, maar er was ten tijde van de mondelinge behandeling nog geen rapportage uitgebracht.
De vordering
3.12.
[eiser] vordert NS te veroordelen:
1. hem in staat te stellen te re-integreren in zijn functie van Aspirant-machinist, binnen kantoortijden tussen 9:00 en 17:00 uur dan wel tussen 10:00 en 22:00 uur, op straffe van een dwangsom;
2. zijn salaris te baseren op de salarisgroep van Teammanager;
3. de kosten van dit geding te betalen.
3.13.
[eiser] stelt zich ter onderbouwing van zijn vorderingen op het standpunt dat hij sinds 5 januari 2025 de functie van Aspirant-machinist bekleedt. Volgens [eiser] is deze functie de bedongen arbeid geworden doordat hij hierover met NS overeenstemming heeft bereikt dan wel heeft NS hem deze functie toegezegd. Dit blijkt volgens hem uit de volgende omstandigheden:
  • NS wist sinds mei 2018 van zijn beperkingen in de werktijden;
  • hij heeft [A] hier in een gesprek op 13 mei 2024 op gewezen;
  • HR heeft hem telefonisch gefeliciteerd met zijn aanstelling als Aspirant-machinist;
  • [A] heeft hem op 4 november 2024 laten weten dat hij zijn machinistenuniform kon ophalen;
  • hij is op 5 november 2024 door zijn tijdelijke teammanager [E] gefeliciteerd met zijn overstap naar het machinisten-bestaan;
  • [A] heeft de afdeling Recruitment op 7 november 2024 laten weten dat hij bij een positief medisch en psychologisch onderzoek doorgaat voor de opleiding tot Machinist;
  • hij heeft het medisch en psychologisch onderzoek met succes afgerond;
  • de Regiomanager de heer [F] (hierna: [F] ) heeft hem op 21 januari 2025 laten weten dat een passend rooster voor hem meer dan haalbaar was en heeft hem welkom geheten in [plaats 2] ;
  • hij heeft in een e-mail van 30 januari 2025 het bericht gekregen dat hij de opleiding mocht gaan volgen;
  • NS heeft hem op 16 april 2025 bericht dat zijn opleiding start op 15 mei 2025.
[eiser] vordert nakoming van deze afspraak/toezegging door hem in staat te stellen in de functie van Aspirant-machinist te re-integreren.
3.14.
[eiser] stelt zich verder op het standpunt dat hij als Aspirant-machinist op grond van artikel 90 van de cao aanspraak kan maken op zijn huidige salaris als Teammanager, omdat hij aan de voorwaarden van deze regeling voldoet.
Het verweer
3.15.
NS voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente. NS betwist onder meer dat zij met [eiser] overeenstemming heeft bereikt over een functiewijziging en dat zij hem heeft toegezegd dat hij de functie van Aspirant-machinist kon gaan vervullen. Er was onder andere geen overstemming over het salaris en niet eerder had [eiser] laten weten alleen tijdens kantoortijden te kunnen werken. Binnen die tijden is er onvoldoende werk en de bedrijfsarts heeft ook niet geoordeeld dat [eiser] alleen tijdens kantoortijden kan werken. NS stelt dat [eiser] nog steeds de functie van Teammanager HC heeft en ook in deze functie zal re-integreren. Omdat er geen sprake is van een functiewijziging, is volgens NS ook artikel 90 van de cao niet op [eiser] van toepassing.
Toetsingskader
3.16.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De kantonrechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de kantonrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Spoedeisendheid
3.17.
[eiser] stelt dat het voor hem van groot belang is om zo snel mogelijk weer aan het werk te kunnen, omdat hij wil re-integreren en al lang van het arbeidsproces verwijderd is. Hij heeft hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering.
De vorderingen worden afgewezen
3.18.
De kantonrechter vindt het niet aannemelijk dat een bodemrechter de vorderingen zal toewijzen en wijst de vorderingen daarom af. De reden hiervoor wordt hieronder toegelicht.
Het is niet aannemelijk dat partijen zijn overeengekomen dat [eiser] de functie van Aspirant-machinist zou gaan vervullen
3.19.
In de eerste plaats is niet aannemelijk geworden dat de functie van Aspirant-machinist de nieuw bedongen functie van [eiser] is geworden. NS had weliswaar de intentie om deze functiewijziging mogelijk te maken, maar heeft er terecht op gewezen dat partijen het niet eens zijn geworden over essentiële punten van de functie zoals de werktijden en het salaris. [A] heeft in een e-mail van 7 november 2024 aan de afdeling recruitment geschreven dat [eiser] bij een positief psychologisch en medisch onderzoek door zou gaan voor de opleiding machinist in [plaats 2] , maar hieruit blijkt niet dat er over deze punten al overeenstemming was. NS heeft daarna nog, op 16 december 2024, een brief met een arbeidsvoorwaardenvoorstel aan [eiser] gestuurd. [eiser] heeft het voorstel toen niet geaccepteerd omdat hij het niet eens was met de werktijden en het salaris en ook later hebben partijen hierover geen overeenstemming bereikt.
Het is ook niet aannemelijk dat NS [eiser] heeft toegezegd dat hij deze functie binnen de door hem gewenste werktijden kon gaan vervullen
3.20.
Ook is niet aannemelijk geworden dat NS [eiser] heeft toegezegd dat hij de functie van Aspirant-machinist kon gaan vervullen binnen de werktijden van 9:00 tot 17:00 uur of 10:00 tot 22:00 uur. [eiser] heeft dit onvoldoende onderbouwd in het licht van de betwisting door NS. NS heeft onderbouwd dat [A] er tot 30 december 2024 van uitging dat [eiser] geen nacht- en vroege ochtenddiensten kon draaien, maar dat hij tussen 06:00 en 00:00 uur inzetbaar was. [eiser] stelt dat hij [A] in een gesprek op 13 mei 2024 heeft verteld dat hij alleen tijdens kantooruren kon werken. Hij heeft deze stelling onderbouwd met een verklaring van 18 juli 2025 van mevrouw [G] , destijds tijdelijk leidinggevende van [eiser] , die ook bij het gesprek aanwezig was. [G] verklaart dat [eiser] toen aan [A] heeft verteld dat hij een beperking heeft in de werktijden (09:00-17:00). [A] heeft echter in een verklaring en tijdens de mondelinge behandeling met klem ontkend dat [eiser] haar op 13 mei 2024 zou hebben verteld dat hij alleen tijdens kantooruren kon werken. Dit is daarom niet komen vast te staan.
3.21.
NS heeft er verder op gewezen dat de bedrijfsarts [eiser] per 1 augustus 2024 arbeidsgeschikt voor volledig eigen werk heeft verklaard, te weten zijn functie van Teammanager HC. Dit is ook een functie met onregelmatigheid en met wachtdiensten op alle uren van de dag. Er was voor [A] dus geen concrete aanwijzing dat [eiser] alleen tijdens kantooruren kon werken. Het is niet gebleken dat zij bekend was met de FML en andere re-integratiestukken uit 2018 en ook kan daaruit niet worden afgeleid dat [eiser] alleen tijdens kantooruren kan werken. Voor de FML geldt dat de arbeidsdeskundige toen alleen een beperking voor het werken tussen 00:00 en 06:00 uur heeft aangenomen en geen beperking voor werken tussen 18:00 en 24:00 uur. Gelet hierop gaat de kantonrechter ervan uit dat wat de arbeidsdeskundige verder nog over werken tijdens kantooruren heeft geschreven en wat hierboven onder 3.2. is geciteerd, een nadere invulling is van de beperking voor werken tussen 00:00 en 06:00 uur en dat hij daarmee de beperking in de werktijden niet heeft uitgebreid.
Als deze toezegging wel zou zijn gedaan, dan was dat omdat NS uitging van beperkingen van [eiser] die niet uit de adviezen van de bedrijfsartsen blijken
3.22.
Maar ook als NS [eiser] wel zou hebben toegezegd dat hij binnen de werktijden van 9:00 tot 17:00 uur of 10:00 tot 22:00 uur als Aspirant-machinist zou mogen gaan werken, dan is voldoende aannemelijk dat NS deze toezegging alleen heeft gedaan omdat zij ervan uitging dat er bij [eiser] medische beperkingen waren om buiten deze uren te werken. Dat [eiser] hiervoor beperkt is, volgt echter niet uit de adviezen van de bedrijfsartsen [C] en [D] . Zij schrijven dat [eiser] alleen niet tussen 22:00 en 06:00 uur kan werken. Zoals hierboven is overwogen, volgt dit ook niet uit de FML uit 2018.
De door [eiser] gewenste werktijden zijn roostertechnisch ook niet haalbaar
3.23.
NS heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat werktijden tussen 9:00 en 17:00 uur en tussen 10:00 en 22:00 uur voor een Machinist roostertechnisch niet haalbaar zijn. [eiser] heeft gesteld dat hij op 21 januari 2025 een gesprek heeft gehad met [F] en dat de uitkomst was dat bij een beschikbaarheid van 08:00 tot 19:00 uur een passend rooster meer dan haalbaar was. NS heeft dit echter gemotiveerd betwist aan de hand van een verklaring van [F] van 6 oktober 2025 en een verklaring van de Regiomanager Capaciteit mevrouw [H] van 8 oktober 2025. NS heeft verder toegelicht dat de dagdiensten schaars zijn en worden gebruikt om de overgang van vroege naar late diensten voor Machinisten gezond te maken. Voor een rooster tussen 10:00 en 22:00 uur geldt dat dit onder meer problemen oplevert omdat er dan hoofdzakelijk late diensten beschikbaar zijn. Dit zijn langere diensten waardoor [eiser] te veel uren zou maken. Er zijn bovendien voldoende van deze diensten nodig om de roosters van Machinisten rond te kunnen maken.
Conclusie
3.24.
Omdat niet aannemelijk is geworden dat partijen definitief zijn overeengekomen dat [eiser] de functie van Aspirant-machinist zou gaan vervullen of dat NS hem een toezegging heeft gedaan dat hij deze functie binnen de door hem gewenste werktijden zou kunnen vervullen, wordt zijn vordering om hem in deze functie te laten re-integreren afgewezen.
De vordering van [eiser] om NS te veroordelen zijn salaris te baseren op de salarisgroep van Teammanager wordt afgewezen
3.25.
Voor de vordering van [eiser] om NS te veroordelen zijn salaris te baseren op de salarisgroep van Teammanager, geldt dat [eiser] alleen belang heeft bij deze vordering als de conclusie zou zijn geweest dat de functie van Assistent-machinist, met een lager salaris, de nieuw bedongen functie zou zijn geworden. Nu dit niet aannemelijk is geworden, heeft [eiser] geen belang bij deze vordering. NS stelt zich immers op het standpunt dat [eiser] nog steeds de functie van Teammanager bekleedt met het bijbehorende salaris. Er zijn geen aanwijzingen dat NS niet langer aan haar verplichting om dit salaris te betalen zal voldoen. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
[eiser] moet de proceskosten betalen
3.26.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van NS worden begroot op:
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
949,00
3.27.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
4.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad [1] .
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2025.

Voetnoten

1.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.