Oordeel van de rechtbank
Op grond van de redengevende feiten en omstandigheden die in de hieronder opgenomen bewijsmiddelen zijn weergegeven, oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde diefstallen. De rechtbank zal na de weergave van de bewijsmiddelen uitleggen hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
4.3.1Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [benadeelde 1] van 14 oktober 2024, voor zover inhoudende:
Plaats delict: Hengelo
Ik heb een geldkistje in mijn kantoor staan. Op een van de bureaus in deze ruimte lag een Ipad. Op 8 oktober (de rechtbank begrijpt, gelet op het onderstaande proces-verbaal,
7 oktober 2024) om 17:02 uur hebben ik en mijn collega's de onder verdieping afgesloten met slot en sleutel. Ook heb ik het alarm geactiveerd. Op 9 oktober was ik weer aan het werk. Opeens sommeerde een collega mij dat het geldkistje er niet meer stond.Deze stond er nog wel toen ik het pand verlaten en afgesloten heb de dag ervoor. Hierop ben ik de camerabeelden gaan bekijken. Hierop is te zien dat er op 8 oktober (de rechtbank begrijpt, gelet op het onderstaande proces-verbaal, 7 oktober) 17:02 uur een persoon binnenkomt via de ingang van de orthodontist. Op diezelfde dag om 17:06 uur zie ik dezelfde persoon weer naar buiten komen met een doos met daarin het geldkistje die normaal in mijn kantoor staat. Ik kon het geldkistje direct herkennen. Normaal gesproken doen wij elke vrijdag de bestellingen bij de leverancier op de Ipad die wij ter gebruik hebben gekregen van hen. Een collega wilde hiermee beginnen en toen zijn wij erachter gekomen dat de Ipad ook weg is.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door [verbalisant 1] , van 26 november 2024, voor zover inhoudende:
Ik vroeg [aangever 1] : ''Ik zag dat de pleegdatum in de aangifte staat op 8 oktober
2024. Als ik de camerabeelden bekijk zie ik de datum 07/10/2024 staan. Wat is nu
precies de pleegdatum geweest?'' Ik hoorde [aangever 1] zeggen: ''De datum die op de camerabeelden staan kloppen.'' Hieruit maakte ik op dat de pleegdatum 7 oktober 2024 is geweest.
Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 9 oktober 2024 namens [benadeelde 3] , voor zover inhoudende:
Op 8 oktober 2024 was ik op mijn werk bij [benadeelde 3] in Hengelo. Ik kwam er plots achter dat het geldkistje van ons bedrijf weg was. Op de camerabeelden zag ik dat op 7 oktober 2024 omstreeks 18:00 uur, een lichtgrijze Renault de straat van ons bedrijf binnen komt rijden. Ik zag dat de auto stopte voor ons bedrijf en dat er vanuit het bijrijdersportier een man uitstapte. Ik zag dat de man rechtstreeks richting de ingang van ons pand liep, en naar binnen ging. Vervolgens zag ik dat de man het kamertje van de receptie binnen liep. Na ongeveer vier minuten zag ik dat de man naar buiten liep. Ik zag dat de man nu iets onder zijn bodywarmer had.
Een proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlagen, opgesteld door [verbalisant 2] , van 5 november 2024, voor zover inhoudende:
Naar aanleiding van een door mij uitgevoerde controle op 10 oktober 2024, ontving ik een verzoek tot herkenning. Ik bekeek de persoon op de foto's en video en ik herkende de persoon direct als de voor mij ambtshalve bekende persoon: [verdachte] .
Ik herken [verdachte] aan het volgende:
- zijn stevige postuur;
- zijn vollere gezichtsvorm;
- zijn donker naar achter gekamde haren;
- zijn donkere baard en snor;
- zijn zwarte bodywarmer met capuchon. Die hij ook droeg tijdens de controle;
- zijn schoenen met opvallende witte vlak op de wreef en zwarte streep op de neus. Die hij ook droeg tijdens de controle.
- zijn wijze van lopen waarbij zijn knieën van buiten naar binnen knikken. Lichte vorm van X.
Ik verwijs graag naar de fotobijlage die is toegevoegd aan dit proces-verbaal van
bevindingen.
Fotoblad
Proces-verbaalnummer PL0600-2024474254-6
Omschrijving: Foto [verdachte] tijdens controle. Bodywarmer met brede horizontale banen.
Omschrijving: Foto [verdachte] tijdens controle. Bodywarmer met brede horizontale banen.
Omschrijving: Foto [verdachte] tijdens controle. Opvallende schoenen.
Omschrijving: Foto [verdachte] tijdens controle. Opvallende schoenen.
Een proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlagen, opgesteld door [verbalisant 3] , van
30 januari 2025, voor zover inhoudende:
Ik heb verdachte [verdachte] verhoord. Daarnaast heb ik de camerabeelden bij beide bedrijven gezien. Ik, verbalisant [verbalisant 3] , herken de verdachte als zijnde [verdachte] . Ik herken hem aan zijn lichaamsbouw, zijn haarlijn en zijn gezichtsbeharing.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één feit.
4.3.2Bewijsoverweging
De herkenning door de verbalisanten
De advocaat van de verdachte stelt zich op het standpunt dat de herkenningen van de verdachte door de twee verbalisanten onvoldoende specifiek zijn, waardoor twijfel bestaat aan de waarneming en de rechtbank niet tot de overtuiging kan komen dat de verdachte diegene is die de diefstallen heeft gepleegd.
De rechtbank verwerpt dit verweer en is van oordeel dat de herkenningen van de verdachte door de verbalisanten voldoende betrouwbaar zijn om voor het bewijs te gebruiken. Daarvoor is in de eerste plaats de kwaliteit van de camera/bodycambeelden waarop de herkenningen zijn gebaseerd van belang en de zichtbaarheid van de dader op de beelden. Het dossier bevat stills van de camerabeelden van beide diefstallen. Daarnaast bevat het dossier stills van bodycambeelden van de politie die van de verdachte gemaakt zijn tijdens een controle van een personenauto waar de verdachte ook in zat. Deze personenauto is gecontroleerd omdat deze te zien is op de camerabeelden van de diefstal bij [benadeelde 3] . De rechtbank stelt vast dat op de stills voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn en dat de kwaliteit van de stills voldoende is om een herkenning op te baseren. Ook is de persoon die de diefstallen heeft gepleegd duidelijk zichtbaar op de stills. Zo zijn de lichaamshouding, kleding, schoenen, haardracht, diverse gezichtskenmerken en het postuur van de dader zichtbaar.
Daarnaast is van belang in welke hoedanigheid en frequentie de waarnemer en de door hem herkende persoon elkaar eerder hebben getroffen, en of herkenning heeft plaatsgevonden op basis van specifieke, onderscheidende persoonskenmerken. Verbalisant [verbalisant 3] heeft de camerabeelden van beide bedrijven gezien met daarop de dader en heeft de verdachte verhoord. Hij heeft duidelijk omschreven op grond waarvan hij de verdachte herkent. Verbalisant [verbalisant 2] heeft foto’s en een video van de dader gezien en de verdachte gecontroleerd. Hij heeft uitvoerig en duidelijk beschreven op grond van welke specifieke kenmerken hij tot zijn herkenning is gekomen. Dat de verdachte op de foto’s van de bodycambeelden dezelfde bodywarmer en schoenen draagt als de persoon op de camerabeelden van de diefstallen, draagt bij aan de overtuigingskracht van deze herkenning.
Dat zoals door de raadsman is aangevoerd, het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 3] één jaar later dan de herkenning zelf is opgemaakt, doet niet af aan de betrouwbaarheid van deze herkenning. De rechtbank zal dit verweer dan ook verwerpen.
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat buiten redelijke twijfel vaststaat dat het de verdachte was die de twee diefstallen bij [benadeelde 1] en [benadeelde 3] heeft gepleegd. De rechtbank vindt feiten 1 en 2 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Partiële vrijspraak voor medeplegen en braak of verbreking
De rechtbank komt, net als de officier van justitie en de verdediging, ten aanzien van beide feiten tot de conclusie dat er geen aanknopingspunten zijn in het dossier dat de verdachte heeft samengewerkt met anderen bij het plegen van deze feiten. Ook zijn er geen aanknopingspunten dat er bij de diefstal bij [benadeelde 1] sprake is geweest van braak of verbreking. De rechtbank spreekt de verdachte daarom ten aanzien van deze onderdelen van de beschuldigingen vrij.