Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
en 15 uitsluitend betrekking hebben op het geschil tussen [A] en de KNVB,
- de mondelinge behandeling van 28 oktober 2025,
- de pleitnota van [eisende partij] ,
- de pleitnota van de KNVB.
2.De kern van dit kort geding
FC Twente en Lazio Roma geweest (hierna: de voetbalwedstrijd). De KNVB heeft, na een melding van FC Twente, een landelijk stadionverbod van 60 maanden aan [eisende partij] opgelegd [1] , omdat [eisende partij] zich discriminerend zou hebben gedragen naar een donkere speler van Lazio Roma door naar die speler apengebaren te maken.
[eisende partij] heeft beroep ingesteld bij de Commissie Stadionverboden van de KNVB (hierna: de Commissie Stadionverboden). Deze Commissie heeft het landelijk stadionverbod bevestigd. [eisende partij] vordert in dit kort geding schorsing van het stadionverbod en/of matiging van de looptijd daarvan totdat daarop in een bodemprocedure is beslist.
Deze vordering wordt afgewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
3.De beoordeling
- (…), en/of
- ten aanzien van wie een vermoeden bestaat dat deze zich schuldig heeft gemaakt aan voetbalgerelateerd wangedrag; en/of
- zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad;
Uit wat in artikel 10.2 van de Standaardvoorwaarden in relatie met de andere bepalingen van de Standaardvoorwaarden en de Richtlijn is vermeld, kan niet worden opgemaakt dat de intentie, de bedoeling of het oogmerk van de gedraging van de supporter van belang is. Nergens worden die woorden of woorden met een vergelijkbare strekking gebruikt. De inhoud en de strekking van artikel 10.2 van de Standaardvoorwaarden in relatie met de Richtlijn is dat het er om gaat dat de persoon die de gedraging verricht “het besef” heeft dat zijn gedraging voor de ontvanger beledigend, kwetsend en/of discriminerend “kan” zijn.
Het is aan de KNVB om te bepalen welke duur zij aan een bepaalde gedraging wil verbinden. Het gaat hier immers om contractsvrijheid/beleidsvrijheid van de KNVB en [eisende partij] is door het kopen van een toegangsbewijs akkoord gegaan met de in de Richtlijn genoemde duur van het landelijk stadionverbod voor de gedraging die hier aan de orde is. Voor zover [eisende partij] zou betogen dat de duur van 60 maanden onredelijk bezwarend is tegenover supporters, zoals hijzelf, geldt dat dit onvoldoende aannemelijk is. De KNVB heeft – op duidelijke en begrijpelijke wijze – toegelicht dat antisemitisme, racisme en discriminatie een maatschappelijk probleem vormt dat ook in het betaald voetbal prominent aanwezig is en dat moet stoppen. De KNVB doet er alles aan om dit te bewerkstelligen. Er is in samenwerking met de overheid het beleidsplan “Ons voetbal is van iedereen” opgesteld en daarnaast heeft de KNVB de Commissie Mijnals opgericht om de KNVB en de overheid met raad en daad te helpen bij het bestrijden van racisme en discriminatie. Het beleid kan volgens de KNVB alleen succesvol zijn als hard, krachtig en consequent wordt opgetreden tegen antisemitisme, racisme en discriminatie. Dat rechtvaardigt een lange duur van het stadionverbod, die voor iedereen gelijk is en die strak wordt gehandhaafd. Bovendien wordt de duur van het stadionverbod periodiek herzien. De duur van het stadionverbod voor discriminerende gedragingen was tot en met seizoen 2023-2024 120 maanden en is vanaf seizoen 2024-2025 60 maanden.
- met onvoldoende rechtswaarborgen is omkleed, en
- onzorgvuldig en partijdig is verlopen.