ECLI:NL:RBMNE:2025:6138

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2025
Publicatiedatum
14 november 2025
Zaaknummer
c/16/598386
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen in kort geding inzake aanbestedingsprocedure ondergrondse perscontainers gemeente Utrecht

In deze zaak heeft eiseres, een B.V., deelgenomen aan de aanbestedingsprocedure van de gemeente Utrecht voor ondergrondse perscontainers. De gemeente stelde een ervaringseis waaraan eiseres volgens de gemeente niet voldeed, wat leidde tot uitsluiting van deelname. Eiseres was het hier niet mee eens en vorderde dat de opdracht aan haar zou worden gegund of dat de aanbestedingsprocedure opnieuw zou worden uitgevoerd. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de ervaringseis niet discriminerend of disproportioneel was en dat eiseres niet voldeed aan de gestelde eisen. De gemeente had de ervaringseis aangepast van 40 naar 30 perscontainers, maar eiseres kon niet aantonen dat zij aan deze eis voldeed. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat Sidcon, de tussenkomende partij, mocht tussenkomen in de procedure. De proceskosten werden toegewezen aan de gemeente Utrecht, en eiseres werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van zowel de gemeente als Sidcon. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en gelijke behandeling in aanbestedingsprocedures.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/598386 / KG ZA 25-432
Vonnis in kort geding van 14 november 2025
in de zaak van
[eisende partij] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eisende partij] ,
advocaat: mr. J.F. van Nouhuys,
tegen
GEMEENTE UTRECHT,
te Utrecht,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de gemeente Utrecht,
advocaat: mrs. W.J.W. Engelhart en K.F. Carbaat.
met als tussenkomende partij
SIDCON MILIEUTECHNIEK B.V.,
te Nijmegen,
tussenkomende partij,
hierna te noemen: Sidcon,
advocaat: mr. T. van Wijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 23
- de conclusie van antwoord
- de incidentele conclusie van tussenkomst van Sidcon
- de akte overlegging producties van Sidcon met producties 1 t/m 6
- de mondelinge behandeling van 31 oktober 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eisende partij] .

2.De kern van de zaak

2.1.
[eisende partij] heeft meegedaan aan de aanbestedingsprocedure van de gemeente Utrecht voor ondergrondse perscontainers. Voor de inschrijvers van deze aanbestedingsprocedure geldt een ervaringseis. [eisende partij] voldoet volgens de gemeente Utrecht niet aan deze ervaringseis en is uitgesloten van deelname aan de aanbestedingsprocedure. [eisende partij] is het hier niet mee eens en wil dat de opdracht aan haar wordt gegund of dat de aanbestedingsprocedure opnieuw wordt gedaan. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eisende partij] af.

3.De beoordeling

Het incident
Sidcon mag tussenkomen in deze procedure en de proceskosten in incident worden gecompenseerd
3.1.
De voorzieningenrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling geoordeeld dat Sidcon mag tussenkomen in de procedure tussen [eisende partij] en de gemeente Utrecht. Aan alle vereisten voor tussenkomst is voldaan.
3.2.
Omdat [eisende partij] en de gemeente Utrecht geen bezwaar hebben gemaakt tegen het verzoek van Sidcon om te mogen tussenkomen, worden de proceskosten in incident gecompenseerd. [eisende partij] , de gemeente Utrecht en Sidcon dragen in incident ieder hun eigen kosten.
De hoofdzaak
Vorderingen van [eisende partij]
De uitleg van [eisende partij] is niet die van een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver
De ervaringseis
3.3.
De gemeente Utrecht heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd voor de opdracht die ziet op het produceren, leveren, plaatsen en onderhouden van ondergrondse perscontainers. In de aanbestedingsleidraad heeft de gemeente Utrecht als voorwaarde voor inschrijving de volgende ervaringseis gesteld:

4.2.3 Vakbekwaamheid
U toont met één referentieopdracht per kerncompetentie aan dat u voldoet aan onderstaande kerncompetentie. Een referentieopdracht is een opdracht die u in de laatste drie jaar heeft uitgevoerd en afgerond. Afgerond in de laatste drie jaar wil zeggen dat uw referentieopdracht niet eerder was afgerond 1 april 2022.
(…)
Kerncompetentie 1: Ervaring met het produceren, leveren, plaatsen en onderhouden van ondergrondse perscontainers.
U beschikt over de competentie met het produceren, leveren, plaatsen en onderhouden van minimaal 40 ondergrondse perscontainers gedurende een periode van 12 maanden bij één opdrachtgever."
3.4.
Tijdens de inlichtingenfase heeft [eisende partij] de gemeente Utrecht gevraagd het in deze ervaringseis genoemde aantal te verminderen naar 20 perscontainers. Volgens [eisende partij] zou een minimaal aantal van 40 perscontainers disproportioneel zijn. De gemeente Utrecht stelt het minimale aantal perscontainers bij naar 30 perscontainers. Zo luidt het antwoord van de gemeente Utrecht in de Nota van Inlichtingen:
“De gemeente is voornemens om 300 ondergrondse perscontainers af te nemen in een tijdsbestek van 4 jaar, dat is zo'n 75 stuks per jaar. Het uitvragen van een kerncompetentie van 40 stuks is daarmee proportioneel. De gemeente is wel bereid om het aantal naar beneden bij te stellen van 40 naar 30 stuks. De kerncompetentie wordt als hierbij als volgt aangepast: U beschikt over de competentie met betrekking tot het produceren, leveren, plaatsen en onderhouden van minimaal 30 perscontainers, gedurende een periode van 12 maanden bij één opdrachtgever.”
De uitleg van de ervaringseis
3.5.
Partijen verschillen van mening over wat de ervaringseis inhoudt. Dat is een kwestie van uitleg. Het gaat daarbij om de vraag hoe een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver de ervaringseis heeft moeten begrijpen. [1] Het beginsel van gelijke behandeling vereist namelijk dat inschrijvers bij het opstellen van hun inschrijving dezelfde kansen krijgen. Het betekent dus dat voor deze inschrijvingen voor alle inschrijvers dezelfde voorwaarden moeten gelden. De transparantieverplichting heeft als doel te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur door de aanbestedende dienst wordt uitgebannen. Dit betekent dat alle voorwaarden van de gunningsprocedure in de aanbestedingsstukken worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze, zodat:
alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde manier interpreteren, en
de aanbestedende dienst in staat is om werkelijk na te gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria die op de betrokken opdracht van toepassing zijn. [2]
3.6.
Voor een normaal oplettende en redelijk geïnformeerde inschrijver moet op basis van de aanbestedingsstukken duidelijk zijn dat de competenties produceren, leveren, plaatsen en onderhouden (i) allemaal in dezelfde periode van 12 maanden met (ii) 30 verschillende perscontainers had moeten plaatsvinden. Dit is ook de uitleg die de gemeente Utrecht bij haar gunningsbeslissing heeft toegepast. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende omstandigheden:
De kenbare achtergrond van de ervaringseis. Die is namelijk dat de gemeente Utrecht een grote opdracht in de markt heeft gezet, waarbij degene waaraan de opdracht wordt gegund gemiddeld 75 perscontainers per jaar moet produceren, leveren, plaatsen en onderhouden. Zo volgt uit de Nota van Inlichtingen: “
De gemeente is voornemens om 300 ondergrondse perscontainers af te nemen in een tijdsbestek van 4 jaar, dat is zo'n 75 stuks per jaar. Het uitvragen van een kerncompetentie van 40 stuks is daarmee proportioneel.De gemeente is wel bereid om het aantal naar beneden bij te stellen van 40 naar 30 stuks.”[onderstreping rechtbank]
De tekst van de ervaringseis. Die luidt na aanpassing: “
U beschikt over de competentie met betrekking tot het produceren, leveren, plaatsenenonderhouden vanminimaal30 perscontainers,gedurende een periode van 12 maandenbij één opdrachtgever.” [onderstreping rechtbank]
De prestatieafspraak die de gemeente Utrecht in de aanbestedingsstukken als voorwaarde stelt: “
Omdat de perscontainers op drukbezochte publieke locaties en locaties met beperkte openbare ruimte staan, geeft het niet (goed) functioneren van de perscontainer een groot risico met betrekking tot vervuiling van de openbare ruimte.Om de gevolgen van het niet (goed) functioneren van de perscontainer zoveel mogelijk te beperken en verstoringen zo snel mogelijk op te lossen, geldt voor deze opdracht een prestatieafspraak. Inschrijver is gedurende de totale levensduur van de perscontainer (18 jaar) verantwoordelijk voor een werkende container.[onderstreping rechtbank]
De combinatie van de achtergrond en tekst van de ervaringseis.
3.7.
De uitleg van [eisende partij] dat de competenties in verschillende perioden van 12 maanden in de afgelopen drie jaar moet hebben plaatsgevonden en niet met 30 verschillende perscontainers is niet wat een normaal oplettende en redelijk geïnformeerde inschrijver had moeten begrijpen. [eisende partij] knipt de tekst van de ervaringseis in stukjes en geeft er – op zichzelf al – een onlogische taalkundige uitleg voor. Bovendien volgt uit de tekst en achtergrond van de ervaringseis juist het tegendeel. Dat alle vier de competenties tegelijk moeten plaatsvinden volgt uit de opsomming van de competenties en het woord “
en” gevolgd met de woorden “
gedurende een periode van 12 maanden”. Anders had de gemeente Utrecht de kerncompetenties ieder apart gevraagd, zoals in het verleden ook is gebeurd. Bovendien zullen er gemiddeld 75 perscontainers per jaar worden geproduceerd, geleverd, geplaatst en onderhouden. Dat betekent dat de gemeente Utrecht met de ervaringseis wil zien dat een inschrijver in 12 maanden tegelijk ongeveer de helft (30) aan perscontainers kan produceren, leveren, plaatsen en onderhouden. Daar komt bij dat de referentieperiode van drie jaar alleen de periode is waarin die 12 maanden moeten vallen. Dit volgt onder andere uit het feit dat de referentieperiode eerst wordt beschreven en daarna pas de kerncompetentie: “
Een referentieopdracht is een opdracht die u in de laatste drie jaar heeft uitgevoerd en afgerond. (…) Kerncompetentie 1: U beschikt over de competentie met het produceren, leveren, plaatsen en onderhouden van minimaal 40 ondergrondse perscontainers gedurende een periode van 12 maanden bij één opdrachtgever."
3.8.
Ook de uitleg van [eisende partij] dat de inschrijver niet 30
verschillendeperscontainers had moeten produceren, leveren, plaatsen en onderhouden is onbegrijpelijk. Volgens [eisende partij] had de inschrijver de ervaringseis zo mogen begrijpen dat één plaatsing van één en dezelfde container meermaals kan worden geplaatst. Dat zou betekenen dat met één container die 30 keer in 12 maanden vervangen moet worden, aan de competentie van 30 keer plaatsen zou zijn voldaan. Deze uitleg is op zichzelf al weinig geloofwaardig en volgt ook niet uit de tekst en achtergrond van de ervaringseis. In de ervaringseis staat namelijk dat het om
minimaal30 ondergrondse perscontainers moet gaan. Bovendien als er gemiddeld 75 perscontainers per jaar geplaatst moeten worden, is het niet logisch dat het voldoende zou zijn als een inschrijver met het 30 keer vervangen van dezelfde perscontainer kan laten zien dat zij er 30 per jaar kan plaatsen.
De referentie van [eisende partij] voldoet niet aan de ervaringseis
3.9.
[eisende partij] is terecht uitgesloten van deelname aan de aanbestedingsprocedure door de gemeente Utrecht, omdat zij niet voldoet aan de ervaringseis. Het is namelijk niet in geschil dat [eisende partij] niet meer dan 26 perscontainers aan de gemeente Rotterdam heeft geleverd. Dat zijn er geen 30 zoals de ervaringseis vereist.
De primaire vorderingen van [eisende partij] worden afgewezen
3.10.
De opdracht is uiteindelijk gegund aan Sidcon. Volgens [eisende partij] kan Sidcon ook niet voldoen aan de ervaringseis. Maar dit onderbouwt zij verder niet. Gelet op de betwisting van de gemeente Utrecht, had het op de weg van [eisende partij] gelegen om haar stellingen te concretiseren en onderbouwen. Dat heeft zij niet gedaan.
3.11.
Er is dus niet gebleken dat de gemeente Utrecht de opdracht niet aan Sidcon mocht gunnen. Dat betekent dat de primaire vorderingen om te verbieden de opdracht aan Sidcon te gunnen en de opdracht aan [eisende partij] te gunnen worden afgewezen.
De ervaringseis is niet discriminatoir en disproportioneel
3.12.
[eisende partij] stelt dat de ervaringseis discriminatoir en disproportioneel is omdat feitelijk maar één inschrijver aan de ervaringseis kan voldoen en dat is Sidcon. Maar dat is onjuist. [eisende partij] heeft niet aannemelijk gemaakt dat er maar twee potentiële spelers waren. Sidcon heeft tijdens de zitting toegelicht dat er nog andere bedrijven zijn die ondergrondse perscontainers kunnen leveren binnen de Europese markt. [eisende partij] heeft dit onvoldoende betwist. Bovendien kan ook met kleine(re) opdrachten aan de ervaringseis van de gemeente Utrecht worden voldaan. De markt van ondergrondse perscontainers is in ontwikkeling. Dit heeft tot gevolg dat, zoals [eisende partij] tijdens de zitting heeft erkend, een opdracht groter kan worden dan de vraag van de aanbestedende dienst in eerste instantie was. Op deze manier konden ook andere potentiële inschrijvers dan Sidcon aan de ervaringseis voldoen en op de opdracht van de gemeente Utrecht inschrijven.
3.13.
Deze ervaringseis was ook niet disproportioneel door de omvang van de opdracht. Het ging namelijk om een opdracht van 300 perscontainers in vier jaar. Dat is ongeveer 75 perscontainers per jaar. Dat een inschrijver moet aantonen dat hij in ieder geval (minder dan) de helft van de perscontainers kan produceren, leveren, plaatsen en onderhouden is dan ook redelijk. Daar lijkt [eisende partij] ook vanuit te gaan. [eisende partij] dacht namelijk zelf ook aan de aangepaste ervaringseis te kunnen voldoen. [eisende partij] heeft naar aanleiding van de oorspronkelijke ervaringseis (minimaal 40 perscontainers) gevraagd het minimumaantal perscontainers te verlagen naar 20 perscontainers. Vervolgens is de gemeente Utrecht niet volledig meegegaan in deze eis en heeft zij aangegeven dat de eis van 40 perscontainers proportioneel was. Het minimumaantal is verlaagd naar 30 perscontainers. Daarop heeft [eisende partij] ingeschreven op de opdracht zonder verdere vragen hierover te stellen, terwijl dat nog wel mogelijk was geweest. [eisende partij] ging er blijkbaar vanuit dat zij aan de ‘nieuwe’ ervaringseis kon voldoen. Ook de gemeente Utrecht ging daarvanuit, omdat [eisende partij] niet opnieuw gevraagd heeft het minimumaantal te verlagen naar 20 perscontainers.
De subsidiaire vorderingen van [eisende partij] worden afgewezen
3.14.
Er is niet aannemelijk geworden dat de ervaringseis disproportioneel of discriminatoir is. De opdracht hoeft dan ook niet opnieuw te worden aanbesteed. Daarom worden de subsidiaire vorderingen van [eisende partij] afgewezen.
[eisende partij] moet de proceskosten van de gemeente Utrecht betalen
3.15.
[eisende partij] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de gemeente Utrecht worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.661,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.553,00
3.16.
Bij het tarief voor salaris advocaat is aangesloten bij het tarief dat voor complexe kort gedingen geldt. Reden daarvoor is dat dit kort geding wat processtukken en beslispunten betreft een omvangrijker kort geding is dan een normaal kort geding waarvoor een tarief geldt van € 1.107,00.
3.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Vorderingen van Sidcon
De vorderingen van Sidcon worden afgewezen
3.18.
De gemeente Utrecht heeft aangegeven dat zij de opdracht zal gunnen aan Sidcon. Sidcon heeft dus geen belang (meer) bij toewijzing van haar vordering de gemeente Utrecht te verbieden de opdracht aan een ander te gunnen. Daarom wordt de vordering van Sidcon afgewezen.
Sidcon moet de proceskosten betalen
3.19.
Sidcon moet als verliezend partij de proceskosten van de gemeente Utrecht betalen. De proceskosten van de gemeente Utrecht worden begroot op nihil, omdat niet is gebleken dat zij als gevolg van de vordering van Sidcon extra kosten heeft moeten maken.
3.20.
Ondanks de afwijzing van de vordering van Sidcon moet [eisende partij] in haar verhouding met Sidcon worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Het doel van Sidcon was namelijk voorkomen dat de opdracht niet aan haar zou worden gegund. Dit doel is bereikt. [eisende partij] wordt dan ook veroordeeld in de proceskosten van Sidcon. De proceskosten van Sidcon worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.661,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.553,00
3.21.
Bij het tarief voor salaris advocaat is ook hier aangesloten bij het tarief dat voor complexe kort gedingen geldt, omdat het een omvangrijker kort geding is dan een normaal kort geding.
3.22.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
In het incident
4.1.
compenseert de proceskosten tussen partijen,
In de hoofdzaak
Vorderingen van [eisende partij]
4.2.
wijst de vorderingen van [eisende partij] af,
4.3.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten van de gemeente Utrecht van € 2.553,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eisende partij] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.4.
veroordeelt [eisende partij] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten van de gemeente Utrecht als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
Vorderingen Sidcon
4.5.
wijst de vorderingen van Sidcon af,
4.6.
veroordeelt Sidcon voor wat betreft de door haar ingestelde vorderingen in de proceskosten van de gemeente Utrecht, tot dusver begroot op nihil,
4.7.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten van Sidcon van € 2.553,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eisende partij] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.8.
veroordeelt [eisende partij] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten van Sidcon als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
Vorderingen [eisende partij] en Sidcon
4.9.
verklaart de proceskostenveroordeling voor de gemeente Utrecht en Sidcon uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Praamstra en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2025.
MvD5633

Voetnoten

1.Hof van Justitie 29 april 2004, ECLI:EU:C:2004:236, r.o. 111.
2.Hof van Justitie 29 april 2004, ECLI:EU:C:2004:236.