In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om aanvullende schadevergoeding, ingediend op 4 november 2021. Eiseres heeft op 13 september 2024 een verweerschrift ontvangen van de Dienst Toeslagen, maar geen van beide partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft het onderzoek daarop gesloten. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, en dat de beslistermijn in deze zaak is overschreden. Eiseres heeft de Dienst Toeslagen op 10 juli 2024 in gebreke gesteld, en heeft pas op 27 augustus 2024 beroep ingesteld, wat tijdig is. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Dienst Toeslagen op om binnen zes weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn overschreden wordt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het griffierecht van € 51,- moet door de Dienst Toeslagen aan eiseres worden vergoed.