ECLI:NL:RBMNE:2025:6144

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2025
Publicatiedatum
14 november 2025
Zaaknummer
UTR 25/3973
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 14 november 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende in [plaats], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder, maar de rechtbank heeft de zaak niet inhoudelijk behandeld omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 53,- niet had betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, aangezien dit in deze zaak niet nodig was. Eiser was op 1 augustus 2025 per aangetekende brief geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht en de consequenties van het niet betalen. Ondanks deze waarschuwing heeft eiser geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/3973

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 november 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 53,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 1 augustus 2025 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Ook staat in die brief dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren als eiser het griffierecht niet of niet op tijd betaald.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 november 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.