Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de moeder, binnengekomen op 27 februari 2025;
- het verweerschrift met bijlagen van de vader, binnengekomen op 16 mei 2025;
- het aanvullend verzoek van de moeder, binnengekomen op 5 juni 2025;
- het verweerschrift van de vader op het aanvullend verzoek van de moeder, binnengekomen op 3 juli 2025;
- de brief met bijlagen van de vader van 27 augustus 2025;
- het bericht met bijlagen van de vader van 28 augustus 2025;
- het bericht met bijlage van de vader van 4 september 2025.
- de moeder met haar advocaat;
- de vader met zijn advocaat;
- [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
2.Waar de procedure over gaat
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2008 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2012 in [geboorteplaats] .
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2016 in [geboorteplaats] .
3.De beoordeling
- [minderjarige 2 (voornaam)] verblijft om de week van zondag 19:00 uur tot de zondag daarop 19:00 uur bij de vader;
- tussen de vader en [minderjarige 1 (voornaam)] zal niet langer een zorgregeling gelden. De contacten tussen hen zullen in onderling overleg plaatsvinden.
- tijdens de vakanties, met uitzondering van de zomervakanties en de kerstvakanties, verblijft [minderjarige 2 (voornaam)] het eerste deel van de vakanties bij de ouder bij wie zij volgens de reguliere zorgregeling de zaterdag waarmee de vakantie start verblijft en het tweede deel van de vakantie bij de andere ouder. Er vindt aan het begin van de vakantie dus geen wisseling plaats op zondag om 19:00 uur;
- in de zomervakanties verblijft [minderjarige 2 (voornaam)] het eerste deel van de vakantie bij de ouder bij wie zij volgens de reguliere zorgregeling vanaf de eerste zondag van de vakantie 19:00 uur verblijft. Dit betekent dat als [minderjarige 2 (voornaam)] de week vóór de zomervakantie bij de moeder verblijft, zij vanaf zondagavond 19.00 uur de eerste drie weken van de zomervakantie bij de vader verblijft, en andersom;
- tijdens de kerstvakanties loopt de reguliere zorgregeling door. Hierbij geldt dat [minderjarige 2 (voornaam)] één kerstdag bij de vader en één kerstdag bij de moeder doorbrengt. Als [minderjarige 2 (voornaam)] volgens de reguliere zorgregeling in de week met kerst bij de vader verblijft, wordt de voorkeur van de vader gevolgd voor de verdeling van de kerstdagen, en andersom;
- tijdens Pinksteren en Pasen verblijft [minderjarige 2 (voornaam)] de eerste dag bij de ouder bij wie zij tot zondag 19:00 uur zal verblijven in het kader van de reguliere zorgregeling en de tweede dag vanaf zondag 19:00 uur bij de ouder waar [minderjarige 2 (voornaam)] vanaf dat moment in het kader van de reguliere zorgregeling verblijft;
- tijdens de overige feestdagen blijft de reguliere zorgregeling gelden.
4.De beslissing
- [minderjarige 2 (voornaam)] verblijft om de week van zondag 19:00 uur tot de zondag daarop 19:00 uur bij de vader;
- tussen de vader en [minderjarige 1 (voornaam)] zal niet langer een zorgregeling gelden. De contacten tussen hen zullen in onderling overleg plaatsvinden;
- tijdens de vakanties, met uitzondering van de zomervakanties en de kerstvakanties, verblijft [minderjarige 2 (voornaam)] het eerste deel van de vakanties bij de ouder bij wie zij volgens de reguliere zorgregeling de zaterdag waarmee de vakantie start verblijft en het tweede deel van de vakantie bij de andere ouder. Er vindt aan het begin van de vakantie dus geen wisseling plaats op zondag om 19:00 uur;
- in de zomervakanties verblijft [minderjarige 2 (voornaam)] het eerste deel van de vakantie bij de ouder bij wie zij volgens de reguliere zorgregeling vanaf de eerste zondag van de vakantie 19:00 uur verblijft. Dit betekent dat als [minderjarige 2 (voornaam)] de week vóór de zomervakantie bij de moeder verblijft, zij vanaf zondagavond 19.00 uur de eerste drie weken van de zomervakantie bij de vader verblijft, en andersom;
- tijdens de kerstvakanties loopt de reguliere zorgregeling door. Hierbij geldt dat [minderjarige 2 (voornaam)] één kerstdag bij de vader en één kerstdag bij de moeder doorbrengt. Als [minderjarige 2 (voornaam)] volgens de reguliere zorgregeling in de week met kerst bij de vader verblijft, wordt de voorkeur van de vader gevolgd voor de verdeling van de kerstdagen, en andersom;
- tijdens Pinksteren en Pasen verblijft [minderjarige 2 (voornaam)] de eerste dag bij de ouder bij wie zij tot zondag 19:00 uur zal verblijven in het kader van de reguliere zorgregeling en de tweede dag vanaf zondag 19:00 uur bij de ouder waar [minderjarige 2 (voornaam)] vanaf dat moment in het kader van de reguliere zorgregeling verblijft;
- tijdens de overige feestdagen blijft de reguliere zorgregeling gelden;