Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de producties 1 tot en met 27 van [eisende partij] ,
- de conclusie van antwoord,
- de producties 1 tot en met 4 van de Gemeente,
- de mondelinge behandeling van 13 november 2025, waarvan door de griffier
aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eisende partij] ,
- de pleitnota van de Gemeente.
3.De achtergrond van dit kort geding
De overeenkomst met [eisende partij] loopt op 1 september 2026 af.
1. een opdracht voor het sluiten van een raamovereenkomst met één contractant voor de levering en onderhoud van gladbestrijdingsmaterieel voor een periode van minimaal 6 jaar en maximaal 10 jaar, en
de uitvoering van de gladheidsbestrijding voor een periode van minimaal 6 jaar en
maximaal 10 jaar.
Het gaat in dit kort geding om de tweede aanbestedingsprocedure (hierna: de aanbesteding of de aanbestedingsprocedure).
“ De aanbestedende dienst heeft besloten de aanbestedingsprocedure voor Uitvoering
4.De beoordeling
Deze mededelingsverplichting strekt niet verder dan het noemen van de redenen voor intrekking.
- de door de aanbestedende dienst opgegeven redenen feitelijke grondslag missen,
- sterk de indruk wordt gewekt dat de aanbestedende dienst de aanbestedings-procedure alleen maar wil intrekken, omdat zij de opdracht om onzuivere redenen niet aan de “winnende” inschrijver wil gunnen en daarmee een gelijke behandeling schaadt.
Het aanbestedingsrecht houdt via het transparantie- en gelijkheidsbeginsel voldoende rekening met de zorgvuldigheid die de aanbestedende dienst in acht moet nemen bij de intrekking van een aanbestedingsprocedure en de motivering van die intrekkingsbeslissing. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur spelen daarom in een aanbestedingszaak alleen een rol als sprake is van een leemte in het aanbestedingsrecht. Die leemte is er in dit geval niet, aangezien het Croce Amica arrest de maatstaf geeft voor het intrekken van een aanbestedingsprocedure. Bovendien zou er afbreuk worden gedaan aan de contractsvrijheid van een aanbestedende dienst als [eisende partij] in haar standpunt zou worden gevolgd. Een aanbestedende dienst zou dan geen fout kunnen herstellen.
- sprake is van een gerechtvaardigde reden voor intrekking (Croce Amica arrest),
- aannemelijk is dat die reden zich ook werkelijk voordoet (feitelijke grondslag).
Het standpunt van [eisende partij] dat haar inschrijving onder concurrentie, althans de indruk daarvan tot stand is gekomen, gaat dus niet op. Het gaat er niet om dat [eisende partij] , zoals zij meent, concurrentie voelde van de ondernemers die vragen hadden gesteld tijdens de inlichtingenrondes, maar of daadwerkelijke mededinging als hiervoor bedoeld heeft plaatsgevonden en dat is niet geval doordat alleen [eisende partij] heeft ingeschreven.
Overigens zijn er onvoldoende concrete aanknopingspunten dat deze reden feitelijke grondslag mist. De Gemeente heeft gesteld dat zij aan het onderzoeken is of zij delen van de opdracht (het zoutsteunpunt) in eigen beheer kan uitvoeren en dat zij daarom de opdracht anders in de markt wil zetten. Volgens de Gemeente is er voor het zoutsteunpunt al een geschikte locatie gevonden en er zijn al vergaande voorbereidingen getroffen voor het te nemen raadsbesluit. Er is geen reden om daaraan te twijfelen. Dat de Gemeente haar gewijzigde behoefte mogelijk eerder (vóór de inschrijfdatum van de aanbestedings-procedure) naar voren had kunnen brengen, betekent, anders dan [eisende partij] meent, niet dat de Gemeente de aanbestedingsprocedure niet wegens de gewijzigde behoefte mag intrekken.