ECLI:NL:RBMNE:2025:6296

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2025
Publicatiedatum
24 november 2025
Zaaknummer
16-125668-25
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwezigheid van harddrugs en voorbereidingshandelingen voor hennepteelt

Op 14 november 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 22 april 2025 in IJsselstein werd aangehouden. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs, waaronder 215,97 gram cocaïne, 106,8 gram MDMA en 18,37 gram heroïne, en van voorbereidingshandelingen voor hennepteelt. Tijdens de zitting op 31 oktober 2025 waren de verdachte, zijn advocaat mr. S. Schuurman en de officier van justitie mr. M. Mahmoudi aanwezig. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de feiten had gepleegd, gebaseerd op verschillende bewijsmiddelen, waaronder een bekentenis van de verdachte en de aangetroffen drugs in zijn woning en kelderbox. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 107 dagen en een geldboete van € 6.238,90. De rechtbank overwoog dat de verdachte met zijn handelen bijdroeg aan de instandhouding van de drugshandel en dat de hoeveelheid drugs een dealerindicatie vertoonde. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verblijfsstatus en het feit dat hij vader was geworden, werden ook in overweging genomen. De rechtbank besloot dat de verdachte geen voorwaardelijke gevangenisstraf nodig had, gezien de tijd die hij al in voorarrest had doorgebracht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats: Utrecht
Parketnummer: 16/125668-25
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudig kamer van 14 november 2025 in de strafzaak van:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1998 in [geboorteplaats] (Syrië),
ingeschreven op het adres [adres] , [postcode] in [plaats] ,
(hierna: de verdachte).

1.Zitting

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van 31 oktober 2025.
Op de zitting waren aanwezig:
  • de verdachte;
  • de advocaat van de verdachte: mr. S. Schuurman;
  • de officier van justitie: mr. M. Mahmoudi.

2.Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij, samengevat:
op 22 april 2025 in IJsselstein :
feit 1:opzettelijk 215,97 gram cocaïne, 106,8 gram (285 tabletten) MDMA en 18,37 gram heroïne aanwezig had;
feit 2:voorbereidingshandelingen heeft gepleegd in verband met hennepteelt, door daarvoor allerlei voorwerpen voorhanden te hebben.
De volledige tekst van de beschuldiging staat in bijlage I bij dit vonnis.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat kan worden bewezen dat de verdachte de feiten 1 en 2 heeft gepleegd.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte verzoekt de rechtbank om de verdachte vrij te spreken van feit 2, omdat hij niet wist of ernstige reden had te vermoeden dat de voorwerpen bestemd waren voor hennepteelt. Daarnaast verzoekt de advocaat van de verdachte ook een gedeeltelijke vrijspraak voor feit 1, namelijk voor de buiten aangetroffen etui met daarin 14,87 gram cocaïne.
De standpunten van de verdediging worden - voor zover van belang voor de beoordeling - hierna besproken onder paragraaf 3.3.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Bewijsmiddelen
De rechtbank oordeelt dat de feiten 1 en 2 zijn bewezen. De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende bewijsmiddelen: [1]
Bekennende verdachte (feit 1)
De verdachte bekent dat hij feit 1 heeft gepleegd, voor zover het gaat om de 201,1 gram cocaïne, 106,8 gram MDMA en 18,37 gram heroïne die in zijn woning zijn aangetroffen. Door of namens hem is ook niet om vrijspraak van dat gedeelte van het feit gevraagd. In die situatie hoeft de rechtbank niet de inhoud van de bewijsmiddelen op te schrijven. De rechtbank noemt daarom alleen de bewijsmiddelen waarop zij haar oordeel baseert:
1. Het proces-verbaal van bevindingen, genummerd -42, opgemaakt op 23 april 2025; [2]
2. Het proces-verbaal van bevindingen, genummerd -48, opgemaakt op 28 april 2025; [3]
3. De geschriften, te weten verslagen van deskundigen forensische drugsanalyse van het Nederlands Forensisch Instituut; [4]
4. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 31 oktober 2025, voor zover inhoudende:
Ik heb een tasje mee naar binnen genomen in mijn woning. Ik heb het open gemaakt en zag dat er drugs in zat.
Overige bewijsmiddelen (feiten 1 en 2)
De rechtbank gebruikt verder de volgende bewijsmiddelen voor feit 1 en feit 2. De inhoud van deze bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Bewijsmiddelen feit 1 (14,87 gram cocaïne)
5. Het proces-verbaal van bevindingen, genummerd -9, opgemaakt op 22 april 2025, voor zover inhoudende:
Op 22 april 2025 omstreeks 15:24 uur was ik, verbalisant [verbalisant 1] , in IJsselstein op het [straat] voor het portiek van de woning [nummer 1] tot en met [nummer 2] . Ik zag dat er rechts van het portiek in het gras een zwarte etui lag. Ik hoorde van collega [A] dat de verdachte daar gelopen zou hebben. In de etui trof ik het volgende aan:
-
4x ponypack groot;
-
1x ponypack;
-
27x bolletjes in blauw plastic;
-
10x bolletjes in wit plastic. [5]
6. Het proces-verbaal van bevindingen, genummerd -17 en de daarbij behorende fotobijlage, opgemaakt op 24 april 2025, voor zover inhoudende:
Aantreffen verdovende middelen
Ik liep in de woning van [verdachte] slaapkamer 1 in. Ik zag dat er op de tafel een houten snijplank lag met daarop restanten van wit poeder. In slaapkamer 1 lag er in de rechterhoek een nektas van het merk Louis Vuitton. Hierin trof ik meerdere boterhamzakjes met ponypacks, meerder boterhamzakjes met pillen, boterhamzakjes met kristallen, meerdere wikkels met verdovende middelen, mogelijk versnijdingsmiddel en vet vrije papiertjes om ponypacks mee te vouwen. [6]
Aantreffen etui
Ik hoorde later van collega’s dat er een etui aangetroffen was met meerdere ponypacks en wikkels met verdovende middelen. Op ongeveer dezelfde plek zag ik [verdachte] staan eerder deze dag. Ik zag dat de etui droog was, het heeft vanochtend en vannacht erg hard geregend. Ik zag dat de verdovende middelen die in de etui zaten, op exact dezelfde manier verpakt waren als de verdovende middelen die ik in de woning van [verdachte] aantrof. [7]
Foto 17: omschrijving: weegschaal aangetroffen in de woonkamer. [8]
7. Het proces-verbaal van bevindingen, genummerd -48, opgemaakt op 28 april 2025, voor zover inhoudende:
Drugs in etui: goednummers 3516836, 3516827 en 3516834. [9]
8. Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, opgemaakt op 28 april 2025, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven:
Uniek Voorwerp Nummer: AAST9910NL
BVH Goednummer: 3516827
Nettogewicht: 2,66 gram
Bijzonderheden: 4x groot en 1x klein ponypack
Uniek Voorwerp Nummer: AAST9911NL
BVH Goednummer: 3516834
Object omschrijving: Bolletjes met witte brokjes, aantal: 27
Nettogewicht: 6,21 gram
Uniek Voorwerp Nummer: AAST9904NL
BVH Goednummer: 3516836
Nettogewicht: 6,00 gram
Bijzonderheden: 10x bolletje in wit plastic. [10]
9. Een geschrift, te weten een verslag van ing. C.M.M. Diever-Heezen, deskundige forensische drugsanalyse van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt op 28 april 2025, voor zover inhoudende:
Kenmerk: AAST9910NL
Conclusie: bevat cocaïne. [11]
10. Een geschrift, te weten een verslag van ing. C.M.M. Diever-Heezen, deskundige forensische drugsanalyse van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt op 28 april 2025, voor zover inhoudende:
Kenmerk: AAST9911NL
Conclusie: bevat cocaïne. [12]
11. Een geschrift, te weten een verslag van ing. C.M.M. Diever-Heezen, deskundige forensische drugsanalyse van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt op 28 april 2025, voor zover inhoudende:
Kenmerk: AAST9904NL
Conclusie: bevat cocaïne. [13]
Bewijsmiddelen feit 2
12. Het proces-verbaal van bevindingen, genummerd -16, opgemaakt op 23 april 2025, voor zover inhoudende:
Op 22 april 2025 opende ik, verbalisant [verbalisant 2] , de kelderbox van het [adres] in [plaats] . Ik zag dat de kelderbox volstond met dozen. Ik zag dat veel dozen dicht zaten. Ik zag dat aan de linkerkant meerdere dozen stonden met de bedrukking 'Edison grow lighting'. Ambtshalve is mij bekend dat deze lampen worden gebruikt bij het telen van hennep. In de kelderbox stonden ook nog meerdere dozen met elektriciteitsdraden en groei middelen voor planten. Ambtshalve is ook bekend dat deze goederen gebruikt worden voor de hennepteelt. [14]
Vanuit de kelderbox hebben wij de volgende goederen in beslag genomen:
- 3 keer een schakelpaneel/moederbord;
- 30 growlights van het merk Edison;
- 1 keer losse growlight;
- 1 keer top climate CO2 regulator;
- 1 keer Master greenpower Xtra 1000w;
- 1 keer luchtfilter van Active Can-lite 2500;
- 1 keer filtersysteem in kartonnen box;
- 1 keer techgrow S2 sensor;
- 2 keer een tijdschakelklok;
- 1 keer techgrow CO2 controller T-micro;
- 1 keer climate relaybox (Heater 3500W);
- 6 keer een verlengsnoer. [15]
13. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 31 oktober 2025, voor zover inhoudende:
Ik heb de aangetroffen spullen samen met iemand anders in de kelderbox neergezet. Ik heb verder geen vragen gesteld over wat voor spullen het waren.
Er zijn meerdere feiten bewezen verklaard. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarover deze gaan.
3.3.2.
Bewijsoverwegingen
Feit 1
Uit de bewijsmiddelen volgt dat in de woning van de verdachte – onder andere – snijplanken met residu, versnijdingsmiddelen, een weegschaal en zowel lege als gevulde ponypacks werden aangetroffen met daarin gebruikershoeveelheden van cocaïne. Die omstandigheden doen vermoeden dat op enig moment met die voorwerpen de drugs is klaargemaakt voor de handel. De aangetroffen etui moet kort voor het aantreffen daarvan in het gras zijn neergelegd, gelet op het feit dat deze droog was terwijl het had geregend. In de etui werd cocaïne aangetroffen die op exact dezelfde wijze verpakt was als de drugs die is aangetroffen in de woning van de verdachte. De etui lag op een plek waar de verdachte door de politie is gezien.
Op basis van de bovengenoemde wettige bewijsmiddelen, in onderling verband bezien, heeft de rechtbank de overtuiging dat de etui met daarin 14,87 gram cocaïne, door de verdachte in het gras is weggegooid. Derhalve had de verdachte beschikkingsmacht over de verdovende middelen en had hij ook opzet op de aanwezigheid daarvan.
Feit 2
Uit de bewijsmiddelen volgt dat in de kelderbox van de verdachte onder meer een dertigtal groeilampen, (lucht)filtersystemen, klimaatregelaars en elektra, waaronder tijdschakelaars, zijn aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat de aangetroffen voorwerpen, gelet op de aard, functie en samenstelling van het geheel, bestemd zijn voor de grootschalige hennepteelt. Deze voorwerpen zijn namelijk geschikt voor de bevordering van een optimale oogst en financiële opbrengst van een hennepkwekerij en verminderen daarnaast het risico op ontdekking door middel van het filteren van de hennepgeur. De verdachte had de beschikkingsmacht over die voorwerpen, omdat deze zich in zijn kelderbox bevonden en hij ze daar zelf heeft neergezet.
Vervolgens is de vraag of de verdachte wist, of ernstige redenen had te vermoeden, dat die voorwerpen bestemd waren voor de grootschalige hennepteelt. De rechtbank overweegt daarover als volgt.
De verdachte heeft wisselende verklaringen afgelegd over de herkomst van de voorwerpen in zijn kelderbox, namelijk eerst dat hij ze had gevonden, vervolgens dat ze door het raam in zijn kelderbox neer kunnen zijn gezet en weer later dat hij ze had opgeslagen voor een jongen die hij kent van de straat, genaamd [B] , en dat hij daarvoor € 400,- heeft gekregen. Bij de politie verklaart de verdachte dat [B] hem vertelde dat het gewone lampen waren voor zijn woning, en later verklaart de verdachte dat het ging om spullen voor [B] ’s tuin.
De verklaring van de verdachte is vaag, niet consistent en ook verder niet verifieerbaar. Naar het oordeel van de rechtbank had voor de gemiddelde persoon duidelijk moeten zijn dat deze goederen niet bestemd kunnen zijn als woondecoratie of voor het kweken in een tuin, omdat deze goederen naar hun aard bestemd zijn voor de grootschalige hennepteelt. Gelet op de omstandigheden waaronder de voorwerpen in zijn bezit zijn gekomen, had het op de weg van de verdachte gelegen daarover meer vragen te stellen. Nu hij dat niet heeft gedaan, kan het niet anders dan dat de verdachte ernstige reden moest hebben om te vermoeden dat deze voorwerpen bestemd waren voor de grootschalige hennepteelt.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte:
1
op 22 april 2025 te IJsselstein opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 215,97 gram van een materiaal bevattende cocaïne en
- ongeveer 106,8 gram (285 tabletten) van een materiaal bevattende MDMA,
en
- ongeveer 18,37 gram van een materiaal bevattende heroïne
zijnde cocaïne en MDMA en heroïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
op 22 april 2025 te IJsselstein , voorwerpen voorhanden
heeftgehad, te weten
- 3 keer een schakelpaneel/moederbord
- 30 growlights van het met Edison
- 1 keer losse growlight
- 1 keer top climate CO2 regulator
- 1 keer Master greenpower Xtra 1000w
- 1 keer luchtfilter van Active Can-lite 2500
- 1 keer filtersysteem in kartonnen box
- 1 keer techgrow S2 sensor
- 2 keer een tijdschakelklok
- 1 keer techgrow CO2 controller T-micro
- 1 keer climate relaybox (Heater 3500W)
- 6 keer een verlengsnoer
waarvan hij ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
De rest van de tekst van de beschuldiging kan niet worden bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De taal- en/of schrijffouten die in de tekst van de beschuldiging voorkomen zijn in de bewezenverklaring verbeterd en schuingedrukt weergegeven. Dit benadeelt de verdachte niet.
4. Kwalificatie en strafbaarheid
4.1
KwalificatieDe bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
feit 1:opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2:voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
4.2
Strafbaarheid feiten en verdachteDe feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5.Straf

5.1.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie eist dat de verdachte wordt veroordeeld tot:
- een gevangenisstraf van 150 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 43 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar; en
- een geldboete van € 6.238,90.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte verzoekt de rechtbank de eis te volgen voor wat betreft de deels voorwaardelijke gevangenisstraf, maar de geëiste geldboete niet op te leggen.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank legt aan de verdachte op:
  • een gevangenisstraf van 107 dagen, met aftrek van het voorarrest;
  • een geldboete van € 6.238,90.
Bij het bepalen van deze straffen houdt de rechtbank rekening met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft gepleegd. Ook weegt de rechtbank het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden mee.
Ernst en omstandigheden van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van in totaal 341,14 gram harddrugs (cocaïne, MDMA en heroïne), verpakt in gebruikershoeveelheden van 0,5 en 1 gram. Alleen al de cocaïne heeft een geschatte straatwaarde van bijna elfduizend euro. Gelet op de hoeveelheid en wijze van verpakken is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een dealerindicatie.
Daarnaast heeft de verdachte ook voorbereidingshandelingen gepleegd voor het telen van een grote hoeveelheid hennep.
De verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van de (internationale) drugshandel en hij kan medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten daarvan. Met name cocaïne en heroïne werken sterk verslavend en zijn schadelijk voor de gezondheid. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee. Daarnaast veroorzaken hennepkwekerijen overlast en (brand)gevaar voor de omgeving, met name wanneer zij in woonwijken worden opgezet, zoals vaak het geval is.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De verdachte woont sinds 2015 in Nederland en heeft een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Hij is eind 2024 vader geworden en woont bij zijn ouders. Verder heeft hij geen werk of ander legaal inkomen. Zijn geld verdient hij naar eigen zeggen met gokken. De verdachte heeft verder geen schulden.
De verdachte heeft voor deze feiten 107 dagen in voorarrest doorgebracht.
Uit zijn justitiële documentatie volgt verder dat hij in de afgelopen vijf jaar meermalen is veroordeeld voor strafbare feiten, zo ook op 25 november 2024 voor een Opiumwetfeit. De rechtbank zal met die laatste veroordeling geen rekening houden in strafverzwarende zin, omdat deze veroordeling nog niet onherroepelijk is.
Strafkader
Om in vergelijkbare zaken zoveel mogelijk gelijk te straffen, werken strafrechters met landelijke oriëntatiepunten. Deze zijn gebaseerd op opgelegde straffen in andere, vergelijkbare zaken. Het oriëntatiepunt voor meerderjarigen voor het aanwezig hebben van 200 tot 500 gram harddrugs is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Voor het tweede feit, het voorbereiden van het telen van een grote hoeveelheid hennep, bestaan geen oriëntatiepunten.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de feiten een gevangenisstraf rechtvaardigt. De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, echter van oordeel dat voor beide feiten met de 107 dagen die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, kan worden volstaan. De rechtbank zal daarom niet een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur opleggen, zoals geëist.
Omdat het de verdachte aan een legale inkomstenbron ontbreekt en het dossier blijk geeft van een dealerindicatie, zal de rechtbank ook aan de verdachte een geldboete opleggen ter hoogte van het in de strafzaak in beslag genomen geldbedrag van € 6.238,90. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat een deel van dat geldbedrag op een bijzondere wijze was verpakt, namelijk dat een geldbedrag van € 1.000,- in briefjes van € 50,- was vastgebonden aan een iPhone. Verder werd ook een € 500,- biljet aangetroffen. Deze biljetten worden sinds 2019 niet meer gedrukt in de strijd tegen witwassen, omdat deze biljetten met name werden gebruikt in de onderwereld. Bij de oplegging van deze geldboete heeft de rechtbank rekening gehouden met de financiële draagkracht van de verdachte.
Gelet op dit alles legt de rechtbank dus aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 107 dagen en een geldboete van € 6.238,90 op.

6.In beslag genomen voorwerpen

6.1.
Beslaglijst
In het onderzoek naar de strafbare feiten zijn onder de verdachte - kort gezegd - de volgende goederen in beslag genomen:
1. geld € 1.000,-
2. geld € 668,90
3. geld € 4.570,-
4. Etui
9. Telefoon Apple iPhone (goednummer 3517096)
18. Ongevouwen ponypacks
21. Powerblend Inositol
5 t/m 8, 10 t/m 17, 19 t/m 20: verdovende middelen.
Op de in beslag genomen geldbedragen rust zowel klassiek als conservatoir beslag (artikel 94 en 94a van het Wetboek van Strafvordering).
6.2.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de onttrekking aan het verkeer van de verdovende middelen en de daaraan gerelateerde goederen. De officier van justitie verzet zich niet tegen teruggave van de telefoon aan de verdachte.
6.3.
Standpunt van de verdediging
De advocaat verzoekt de teruggave van het geld en de telefoon aan de verdachte. De advocaat verzet zich niet tegen verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de overige in beslag genomen goederen.
6.4.
Oordeel van de rechtbank
Apple iPhone
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan de verdachte van de in beslag genomen telefoon (Apple iPhone), omdat het strafvorderlijk belang zich niet langer daartegen verzet. Op de telefoon zijn geen aan de strafbare feiten gerelateerde zaken aangetroffen.
Geldbedragen
De rechtbank zal op de in beslag genomen geldbedragen geen beslissing nemen, omdat daarop conservatoir beslag rust (artikel 353 van het Wetboek van Strafvordering).
Verdovende middelen en etui
De rechtbank zal de verdovende middelen op grond van artikel 13a van de Opiumwet onttrekken aan het verkeer, nu deze middelen in lijst I strafbaar zijn gesteld.
Een deel van de verdovende middelen zat verpakt in de etui. Om die reden zal de rechtbank ook de etui onttrekken aan het verkeer (artikel 36b, tweede lid, jo. artikel 33b van het Wetboek van Strafrecht).
Ongevouwen ponypacks en inositol
De rechtbank zal ook de ongevouwen ponypacks en de inositol onttrekken aan het verkeer.
De ongevouwen ponypacks en inositol zijn, zeker in combinatie met de aangetroffen cocaïne bezien, van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. Daarbij geldt dat inositol kan worden gebruikt als versnijdingsmiddel voor cocaïne. Deze voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.

7.Toegepaste wetsartikelen

De opgelegde straffen en beslissing op het beslag zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen:
  • artikelen 23, 24c, 33b, 36b, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
  • artikelen 2, 10, 11a en 13a van de Opiumwet.

8. De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat de verdachte de feiten 1 en 2 heeft gepleegd, zoals hierboven in paragraaf 3.4 is omschreven;
- verklaart het overige dat in de beschuldiging staat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 4.1 is vermeld;
strafbaarheid verdachte
- verklaart de verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
straffen
- veroordeelt de verdachte voor van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde tot
een gevangenisstraf van 107 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte voor van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde tot
een geldboete van € 6.238,90 (zesduizend tweehonderdachtendertig euro en negentig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 dag;
beslag
- verklaart de volgende voorwerpen
onttrokken aan het verkeer:
  • De verdovende middelen (genummerd 5 tot en met 8, 10 tot en met 17, 19 en 20 op de beslaglijst);
  • De etui (genummerd 4 op de beslaglijst);
  • De ongevouwen ponypacks (genummerd 18 op de beslaglijst);
  • De inositol (genummerd 21 op de beslaglijst);
-
gelast de teruggaveaan de verdachte van de telefoon Apple iPhone (genummerd 9 op de beslaglijst).
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Maas, voorzitter, mr. C.S.K. Fung Fen Chung en mr. R.L.M. van Opstal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.C. van Grinsven, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 november 2025.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 22 april 2025 te IJsselstein opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 215,97 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
- ongeveer 106,8 gram (285 tabletten), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,
- ongeveer 18,37 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne
zijnde cocaïne en/of MDMA en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 22 april 2025 te IJsselstein , stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, te weten
- 3 keer een schakelpaneel/moederbord
- 30 growlights van het met Edison
- 1 keer losse growlight
- 1 keer top climate CO2 regulator
- 1 keer Master greenpower Xtra 1000w
- 1 keer luchtfilter van Active Can-lite 2500
- 1 keer filtersysteem in kartonnen box
- 1 keer techgrow S2 sensor
- 2 keer een tijdschakelklok
- 1 keer techgrow CO2 controller T-micro
- 1 keer climate relaybox (Heater 3500W)
- 6 keer een verlengsnoer
waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Midden-Nederland met proces-verbaalnummer PL0900-2025131247, doorgenummerd:
2.PV VGL, pagina 89 tot en met 92.
3.PV RDK, pagina 21.
4.PV RDK, pagina 48 tot en met 53, 55 tot en met 57, 59, 60 en 62 tot en met 64.
5.PV VGL, pagina 73 en 74.
6.PV VGL, pagina 22.
7.PV VGL, pagina 22.
8.PV VGL, pagina 41.
9.PV RDK, pagina 21.
10.PV RDK, pagina 25 en 26.
11.PV RDK, pagina 54.
12.PV RDK, pagina 58.
13.PV RDK, pagina 61.
14.PV VGL, pagina 15.
15.PV VGL, pagina 18.