Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 5]
1.De procedure tot nu toe
2.De beoordeling
10 januari 1992, verklaart ondergetekende,
[overledene] , kantoorhoudend te [plaats] , [adres], hierna te noemen
verhuurder, te hebben verhuurd aan de medeondergetekende:
[gedaagde sub 4] , [adres] te [plaats], hierna te noemen
huurder, die verklaart te hebben gehuurd:
31 december 1992,indien met inachtneming van een termijn
van drie maanden, derhalve vóór of op
30 september 1992geen schriftelijke huuropzegging heeft plaats gehad, wordt deze overeenkomst geacht te zijn verlengd voor de tijd van
1 jaardus tot
31 december 1993
driehonderd tachtig gulden en dertig centper maand, bij vooruitbetaling te voldoen. (…)
3.De beslissing
woensdag 3 december 2025voor uitlating door [eiser sub 1] en [eiser sub 2] over hetgeen is vermeld in 2.15.,