Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Zitting
- de verdachte;
- de officier van justitie: mr. S. Mirshahi;
- de advocaat van de verdachte: mr. I.A.C. van Mulbregt, advocaat in ’s-Gravenhage.
2.Tenlastelegging
3.Het oordeel van de rechtbank
4.Kwalificatie en strafbaarheid
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
5.Straf
- een
- een aanvullende
- een
- een
- een
uittreksel Justitiële Documentatieblijkt dat de verdachte recentelijk niet is veroordeeld voor (soortgelijke) strafbare feiten.
neuropsychologisch en neurologisch onderzoekkomt naar voren dat bij de verdachte sprake is van een neurocognitief profiel, gekenmerkt door stoornissen in aandacht, geheugen en taal, passend bij de context van een recent rechter hemisferisch infarct. Hoewel het zeer aannemelijk is dat de aangetoonde neurocognitieve stoornissen ten tijde van het tenlastegelegde in meerdere of mindere mate aanwezig waren, is het de vraag in hoeverre de stoornissen de gedragskeuzes en -gedragingen van de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde hebben beïnvloed. Het feit dat de executieve functies na de infarcten intact zijn gebleven, maken het niet aannemelijk dat de neurocognitieve beperkingen een wezenlijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de ten laste gelegde gedragingen. De cognitieve problematiek heeft mogelijk in geringe mate de kwetsbaarheid doen toenemen en de psychische ontregeling versterkt in de aanloop naar het tenlastegelegde.
psychologisch en psychiatrisch onderzoekconcluderen de deskundigen dat bij de verdachte, ook ten tijde van het tenlastegelegde, sprake is van een beperkte vasculaire neurocognitieve stoornis zonder gedragsstoornissen, een posttraumatische stressstoornis (in remissie tijdens onderhavig onderzoek), een persoonlijkheidsstoornis met paranoïde, borderline en narcistische trekken en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis. Deze stoornissen hebben de gedragskeuzes en -gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde beïnvloed. De omschreven pathologie heeft een relatief grote rol gespeeld in de aanloop naar de ten laste gelegde feiten, waarbij met name de persoonlijkheidspathologie heeft gemaakt dat de verdachte niet in staat is geweest om op een adequate wijze om te gaan met de spanningen die hij heeft ervaren. Ten tijde van het tenlastegelegde lijkt de verdachte de spanningen tevens vanuit een behoefte aan rust op inadequate wijze op te lossen, enerzijds door middelengebruik en anderzijds door middel van dreigende uitlatingen. Er wordt geadviseerd om de ten laste gelegde feiten in enigszins verminderde mate toe te rekenen. De pathologie heeft de verdachte niet volledig belet om andere keuzes te maken in zijn handelen. Hierin lijkt voldoende ruimte te zijn geweest om in enige mate ook nog bewuste keuzes te maken. De kans op nieuw soortgelijk delictgedrag wordt door de deskundigen ingeschat op laag en bij spanningen op matig. Er wordt geadviseerd een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met als bijzondere voorwaarden een ambulante behandeling (met indien nodig een klinische detoxificatie) en controle op zijn middelengebruik.
reclasseringsadviesen het
aanvullende e-mailbericht van de reclasseringkomt naar voren dat er in het leven van de verdachte sprake is van stabiliteit op veel leefgebieden, zoals stabiele huisvesting en de betrokkenheid van zijn gezin. Als grootste risicofactoren ziet de reclassering het psychosociaal functioneren van de verdachte en zijn middelengebruik. Het risico op recidive en letsel wordt ingeschat op gemiddeld. De reclassering sluit zich grotendeels aan bij het interventieadvies van de psycholoog en psychiater en adviseert de oplegging van een (deel) voorwaardelijk strafdeel met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een drugs- en alcoholverbod. Daarnaast deelt de reclassering mee dat de huisarts van de verdachte momenteel geen noodzaak ziet in het opstarten van een behandeling, waardoor de reclassering, naast voornoemde bijzondere voorwaarden, als bijzondere voorwaarde een behandelverplichting (zonder kortdurende klinische opname) adviseert indien de reclassering dit nodig vindt.
6.In beslag genomen voorwerpen
Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel’ van 2 januari 2025 is beslag gelegd op:
7.Toegepaste wetsartikelen
8.De beslissing
gevangenisstraf van twee (2) maanden;
- 1 STK Kruisboog, nummer G3461004;
- 7 STK Pijl, nummer G3461008;