ECLI:NL:RBMNE:2025:6483
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om eenhoofdig gezag over minderjarige in het kader van familierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 november 2025 een beschikking gegeven inzake het gezag over een minderjarige, geboren in 2019. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S.G.B.M. Schönhage, heeft verzocht om alleen het gezag over de minderjarige te verkrijgen, omdat de vader, met een onbekende woon- of verblijfplaats, niet betrokken is in het leven van het kind. De rechtbank heeft eerder op 8 juli 2025 geoordeeld dat het gezag van de vader van rechtswege is geschorst, omdat hij niet bereikbaar is en niet reageert op communicatie van de moeder. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 november 2025 was de vader niet aanwezig, ondanks dat hij opgeroepen was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader onvoldoende beschikbaar is en dat er een risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De rechtbank heeft daarom besloten dat het gezag voortaan alleen aan de moeder toekomt, met de mogelijkheid dat de vader in de toekomst weer een rol kan spelen in het leven van het kind, afhankelijk van zijn situatie. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is, ook als de vader in hoger beroep gaat. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) genoemd, die de basis vormen voor deze beslissing.