ECLI:NL:RBMNE:2025:6699

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
16 december 2025
Zaaknummer
96-144700-25
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerping van verweer inzake plaatsing snelheidsmeter en overschrijding maximumsnelheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 december 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 mei 2024 te Vreeland de maximumsnelheid van 60 km/u met meer dan 30 km/u heeft overschreden. De verdachte, geboren in 1996, werd betrapt door een flitspaal die de snelheid van zijn motorfiets registreerde. De officier van justitie, mr. L.A. Postma, heeft de verdachte vervolgd en de kantonrechter heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van beide partijen tijdens de zitting op 2 december 2025.

De verdachte heeft vrijspraak bepleit en voerde aan dat de flitspaal niet op de juiste plek was geplaatst, verwijzend naar de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers. De kantonrechter oordeelde echter dat het verweer niet opging, omdat de aanwijzing ook uitzonderingen kent voor kruisingen en bijzondere omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de flitspaal correct was geplaatst en dat de verdachte de snelheid had overschreden, wat wettig en overtuigend bewezen werd geacht.

De kantonrechter heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 399, die bij niet-betaling kan worden omgezet in 7 dagen hechtenis. De beslissing is gebaseerd op artikel 177 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals dat artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Grapperhaus, kantonrechter, in aanwezigheid van griffier D. Stuffertz.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer(s): 96-144700-25
Vonnis van de kantonrechter van
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1996] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 december 2025.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. L.A. Postma en van hetgeen verdachte naar voren hebben gebracht.
TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Op 10 mei 2025 te Vreeland de maximumsnelheid van 60 km met meer dan 30 km heeft overschreden.
VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de kantonrechter is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
4.3 Het oordeel van de kantonrechter
Bewijsmiddelen
Een ambtsedig proces-verbaal met nummer 100520241256YY0042 opgemaakt door [verbalisant 1] , BOA Domein Generieke Opsporing, Administratie verwerking flitsgegevens CJIB houdt onder meer in:
Overtredingsgegevens / waarneming
Datum 10 mei 2024
Omstreeks 12.56 uur
Plaats Vreeland
Gemeente Stichtse Vecht
Soort weg N201 Provincialeweg
Voertuig Motorfiets
Merk/type BMW R 1200 GS ADVENTURE
Kenteken [kenteken] Land; Nederland
Deze overtreding werd fotografisch vastgelegd.
Filmnummer: [filmnummer]
Door mij is waargenomen hetgeen langs elektronische weg is geconstateerd en digitaal is vastgelegd.
De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting getest, goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel.
Gemeten (afgelezen) snelheid: 95 km per uur.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 92 km per uur.
Toegestane snelheid: 60 km per uur.
Overschrijding met: 32 km per uur.
De werkelijke snelheid is het resultaat van een, overeenkomstig de geldende Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers van het college van Procureurs-Generaal
(de kantonrechter begrijpt: de Aanwijzing meting snelheidsoverschrijdingen),uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid.
Doordat de overtreding met een flitspaal is geconstateerd bestond er geen reële mogelijkheid tot staandehoudingvan de bestuurder. Daarom is op kenteken bekeurd. De overtreding werd geautomatiseerd vastgelegd met een goedgekeurd snelheidsmeetmiddel bestaande uit een
lusdetector in combinatie met een flitspaal.
Volgens de opgave van de Rijksdienst voor het Wegverkeer dan wel uit een ingesteld nader onderzoek bleek het motorvoertuig toe te behoren aan:
Achternaam [verdachte] ,
Voornamen [voornamen]
Geboren [1996]
Geboortegemeente [geboorteplaats]
Nederland
14 mei 2024
15 juni 2017
Een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen met nummer 202405160000460368 opgemaakt door [verbalisant 2] , ambtenaar in dienst van het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar houdt in dat de verdachte het volgende heeft opgegeven als digitale reactie in het Digitaal loket CJIB onder meer in:
Op 10 mei 2024 om 12:56 uur was ik de bestuurder van het motorrijtuig met het kenteken [kenteken] .
BEWEZENVERKLARING
De kantonrechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 10 mei 2024 te Vreeland, gemeente Stichtse Vecht als bestuurder van een motorvoertuig (motorfiets) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de N201, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 60 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 92 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
(BEWIJS)OVERWEGING
De verdachte heeft, onder verwijzing naar een verzetschrift, opgesteld vanwege “Boete.nu” betoogd dat de flitspaal niet had mogen staan op de plek waar de verdachte “geflitst” is, omdat de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers (regeling vervallen per 2015, thans opgenomen in de Aanwijzing meting snelheidsoverschrijdingen) -zakelijk weergegeven – bij deze maximumsnelheid een minimale afstand van 170 m voorschrijft tussen meetplaats en einde snelheidsverbod. Volgens dit verzet mocht de verdachte anticiperen op een minder dan 170 meter verderop staand bord “einde snelheidsbeperking tot 60 km”.
“Boete.nu” verzuimt te vermelden dat de Aanwijzing (zowel die van 2015 als de thans geldende aanwijzing) direct volgend op genoemd voorschrift over de afstand tussen meetplaats en einde snelheidsverbod inhoudt:
Bij kruisingen en in bijzondere omstandigheden kan hier van worden afgeweken.
Niet alleen was sprake van een flitspaal bij een kruising, ook was hier sprake van de bijzondere omstandigheid dat – naar blijkt uit de flitspaalfoto - ná de flitser en na de geflitste plek het bord “snelheid maximaal 60 km” werd herhaald, in het volle zicht van de weggebruikers.
Of daarna binnen 170 meter van de flitser een bord “einde snelheidsbeperking tot 60 km” volgt is dus niet relevant. Het verweer moet worden verworpen.
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
overtreding van het bepaalde in artikel 62 jo bord Al Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990
STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
OPLEGGING VAN STRAF
8.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een geldboete van € 399, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis
8.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verwezen naar het onder bewijsoverweging opgenomen verweer.
8.3 Het oordeel van de kantonrechter
Bij het bepalen van de straf heeft de kantonrechter rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op artikel 177 van de Wegenverkeerswet 1994 zoals dat artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De kantonrechter vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking en beslist als volgt:
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete ter hoogte van 399,00 euro bij niet betaling te vervangen door 7 dagen hechtenis
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Grapperhaus, kantonrechter, in tegenwoordigheid van D. Stuffertz, griffier en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 december 2025.
De griffier is buiten staat mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat hij:
op of omstreeks 10 mei 2024 te Vreeland, gemeente Stichtse Vecht als bestuurder van een motorvoertuig (motorfiets) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de N201, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 60 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 92 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden;