Op 13 november 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [minderjarige (voornaam)], geboren in 2015 in Rusland. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige (voornaam)] verlengd voor de duur van zes maanden, tot 28 mei 2026. De kinderrechter oordeelde dat de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] ernstig wordt bedreigd door het gebrek aan goed contact met beide ouders. De vader en moeder zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er is geen effectieve communicatie tussen hen, wat het gezamenlijk uitoefenen van het gezag bemoeilijkt. De moeder steunt het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de vader twijfels heeft over de effectiviteit van de ondertoezichtstelling na eerdere verlengingen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI (gecertificeerde instelling) tijdelijk de omgang tussen [minderjarige (voornaam)] en de vader zal begeleiden, omdat de gemeente niet overgaat tot financiering van de benodigde hulpverlening. De kinderrechter benadrukt dat het in het belang van [minderjarige (voornaam)] is dat de hulpverlening zo snel mogelijk wordt hervat en dat de GI de verantwoordelijkheid heeft om de juiste hulpverlening te bepalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.