ECLI:NL:RBMNE:2025:736
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieaanvraag woningzoekende op basis van Huisvestingsverordening
In deze zaak heeft eiser op 10 juni 2023 een urgentieaanvraag ingediend om voorrang te krijgen voor een huurwoning op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2023. Eiser, die eerder in Utrecht woonde, verblijft sinds september 2022 in een tijdelijke woonruimte in Amersfoort en zoekt een woning in Utrecht om dichter bij zijn kinderen te zijn. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht heeft de aanvraag op 27 juli 2023 afgewezen, en dit besluit is in het bestreden besluit van 17 januari 2024 bevestigd. Eiser voldoet volgens het college niet aan de voorwaarden voor urgentie, waaronder het niet zijn van ingezetene en het niet aantonen van een noodsituatie.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 16 januari 2025 behandeld. Eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een vertrouwenspersoon. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser en verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor urgentie, zoals gedefinieerd in de Huisvestingsverordening. Eiser kan niet als ingezetene worden aangemerkt, omdat hij niet ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen van Utrecht. Daarnaast heeft hij onvoldoende aangetoond dat hij actief naar een woning heeft gezocht.
De rechtbank heeft begrip voor de moeilijke situatie van eiser, maar oordeelt dat deze niet zo bijzonder is dat het college van de regels had moeten afwijken. Eiser heeft nog tijd om een nieuwe woonruimte te vinden en er is geen acute noodzaak. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen voorrang krijgt op andere woningzoekenden en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.