ECLI:NL:RBMNE:2025:81
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.S. Koppert
- Rechtspraak.nl
Eenzijdig verzoek tot royementsverzoek en proceskostenveroordeling in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de besloten vennootschap [eiseres] B.V. een dagvaarding uitgebracht tegen [gedaagde], met de eis om een bedrag te betalen, vermeerderd met rente en kosten. Tijdens de geplande mondelinge behandeling op 9 januari 2025 is [eiseres] echter niet verschenen en heeft zij een eenzijdig verzoek ingediend om de procedure te royeren. De gemachtigde van [gedaagde], mr. M.P. Harten, was wel aanwezig en heeft aangegeven dat [gedaagde] niet instemt met de doorhaling, omdat hij kosten heeft gemaakt om zich te verweren tegen de vordering.
De kantonrechter heeft het verzoek van [eiseres] geïnterpreteerd als een verzoek om de procedure door te halen, maar heeft vastgesteld dat een dergelijk verzoek niet eenzijdig kan worden gedaan. Het is mogelijk dat [eiseres] afstand van instantie wilde doen, maar ook dat kan niet eenzijdig als de wederpartij al heeft geantwoord. De kantonrechter concludeert dat [eiseres] geen beslissing meer wenst op haar vordering, waardoor er geen geschil meer bestaat, behalve over de proceskosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de proceskosten van [gedaagde] nodeloos zijn veroorzaakt door het aanhangig maken van de vordering door [eiseres], die geen beslissing meer wenst. Daarom is [eiseres] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, begroot op € 1.221,00, binnen veertien dagen na aanmaning. Indien [eiseres] niet tijdig betaalt, komen daar ook betekeningskosten bij.