Uitspraak
[A], wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de akte van Centrada met producties 27-30 (productie 29 is per abuis overgeslagen);
- de conclusie van antwoord;
- de mondelinge behandeling van 3 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van Centrada;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Met de beëindiging van de huurovereenkomst wil Centrada een einde maken aan de drugsgerelateerde (criminele) activiteiten, de risico’s die dit met zich brengt en de overlast in de woonwijk. Centrada voert in dit kader een zerotolerancebeleid en heeft als woningcorporatie de taak in te staan voor het ongestoord woongenot van omwonenden. Dit is een zwaarwegend belang aan de zijde van Centrada.
- Een deel van de overlast wordt veroorzaakt door de (ex-)partner van [A] . Zij was daarmee bekend, of had daarmee als huurder in ieder geval bekend moeten zijn, maar heeft daartegen geen of onvoldoende maatregelen getroffen.
- [A] heeft een zwaarwegend woonbelang. Ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning is een verstrekkende maatregel. In de huidige woningmarkt is het niet eenvoudig alternatieve woonruimte te vinden. Daar staat tegenover dat [A] sinds de explosie bij haar moeder in [woonplaats] verblijft en dat haar alternatieve woonruimte in [woonplaats] is aangeboden, maar dat heeft geweigerd.
- [A] heeft een zoon van tien jaar oud. Deze zoon woont niet in de woning, maar inmiddels (ten minste) een jaar bij zijn vader in [woonplaats] . Dit betekent dat de Bewindvoerder zich jegens Centrada niet op het woonbelang van deze zoon kan beroepen. Dat de zoon – voordat hij bij zijn vader ging wonen – steeds bij [A] heeft gewoond, maakt dit niet anders. [A] wil wel dat haar zoon weer bij haar in de woning in [woonplaats] komt wonen, maar heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit zal gebeuren zodra zij de woning weer gaat bewonen. In dit kader is ook relevant dat de Bewindvoerder niet heeft betwist dat de zoon een voogd heeft.
- Verder heeft [A] een dochter van twintig jaar oud. Deze dochter woont niet meer in de woning, maar bij de moeder van [A] in [woonplaats] . Volgens de Bewindvoerder woont zij daar pas sinds de explosie in december 2024. Centrada stelt dat de dochter al enkele jaren uit [woonplaats] is vertrokken. Ter zitting heeft [A] verklaard dat de dochter een baan in [woonplaats] heeft. Dit wijst erop dat de dochter al wat langere tijd in [woonplaats] verblijft en zich daar in enige mate lijkt te hebben geworteld. Wat de exacte periode van het verblijf in [woonplaats] is, kan in het midden blijven. Het feit dat de dochter meerderjarig is en elders onderdak heeft, maakt dat aan haar woonbelang minder gewicht toekomt. Dat zij zwanger is, zoals de Bewindvoerder aanvoert, maakt dit niet anders.
- Verder is niet gesteld of gebleken dat een ontruiming voor [A] ernstige gevolgen zal hebben.