Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
dhr. [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een
dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of
het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een geldbedrag van in
totaal ongeveer 114.226,85 euro, door een (liefdes)relatie aan te gaan met die
[benadeelde] en/of die [benadeelde] voor te houden dat zij (tijdelijk) niet over haar geld kon
beschikken en/of (tijdelijk) onvoldoende geld had en/of die [benadeelde] voor te
houden dat zij (direct/spoedig) geld nodig had omdat zij de ziektekosten,
waaronder onder andere geveinsde operatiekosten en ziekenhuisopnamekosten,
niet kon betalen, ter onderbouwing waarvan zij die [benadeelde] valse facturen stuurde
en/of die [benadeelde] om geld (te leen) te vragen, waarbij zij (telkens) een spoedige
terugbetaling in het vooruitzicht stelde/voorwendde, waardoor die [benadeelde]
(telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
3 INGENOMEN STANDPUNTEN
4.HEROPENING EN SCHORSING VAN HET ONDERZOEK
haarzijn verricht en welk geldbedrag nu precies door oplichting zou zijn verkregen. Dit terwijl de voor die vaststelling benodigde informatie – zoals WhatsApp- of e-mailcorrespondentie tussen aangever en verdachte – kennelijk wel beschikbaar is. De rechtbank acht zich op basis van het onderzoek onvoldoende voorgelicht om recht te kunnen doen in deze zaak.